ECLI:NL:RBOVE:2021:205

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
12 januari 2021
Publicatiedatum
19 januari 2021
Zaaknummer
8723395 \ CV EXPL 20-3535
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S.J.S. Groeneveld - Koekkoek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident over arbitrage in geschil tussen aannemer en opdrachtgever

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel, is er een bevoegdheidsincident aan de orde. De eiseres, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, heeft een overeenkomst gesloten met de gedaagde partij, HAZ Groen, Grond en Infra B.V., voor het uitvoeren van rioleringswerkzaamheden. In de overeenkomst zijn de Uniforme Algemene Voorwaarden 2012 (UAV) van toepassing verklaard, waarin is opgenomen dat geschillen door de Raad van Arbitrage voor de Bouw moeten worden beslecht. De eiseres heeft echter in haar eigen algemene voorwaarden een forumkeuze opgenomen die de bevoegde rechter in 's-Hertogenbosch aanwijst, tenzij partijen schriftelijk overeenkomen om het geschil door arbitrage te laten beslechten.

De kantonrechter heeft in het incident de vraag te beantwoorden of de rechtbank Overijssel bevoegd is of dat de Raad van Arbitrage voor de Bouw de bevoegde instantie is. De kantonrechter oordeelt dat, ondanks de tegenstrijdige bepalingen in de algemene voorwaarden van de partijen, de UAV van toepassing is en dat partijen zijn overeengekomen om geschillen door arbitrage te laten beslechten. Dit leidt tot de conclusie dat de rechtbank Overijssel zich onbevoegd moet verklaren om van de hoofdzaak kennis te nemen.

De eiseres wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van het incident, die aan de zijde van HAZ zijn begroot op € 240,00. De beslissing van de kantonrechter is openbaar uitgesproken op 12 januari 2021.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 8723395 \ CV EXPL 20-3535
Vonnis in incident van 12 januari 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres],
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
eisende partij in de hoofdzaak, verwerende partij in het incident,
hierna te noemen [eiseres] ,
gemachtigde: ACCS Gerechtsdeurwaarders
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HAZ GROEN, GROND EN INFRA B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Radewijk,
gedaagde partij in de hoofdzaak, eisende partij in het incident,
hierna te noemen HAZ,
gemachtigde: mr. S.M. van Meer.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 18 augustus 2020;
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid;
- de incidentele conclusie van antwoord.
1.2.
Ten slotte is in het bevoegdheidsincident vonnis bepaald.

2.De feiten die in dit incident van belang zijn

2.1.
[eiseres] en HAZ hebben een overeenkomst gesloten, waarin HAZ aan [eiseres] opdracht heeft gegeven om rioleringswerkzaamheden uit te voeren. [eiseres] heeft voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst aan HAZ een offerte verstrekt. In de offerte is, voor zover van belang, het volgende vermeld:
“(…)
6. Voorwaarden
(…)
- Op deze aanbieding zijn de algemene voorwaarden van [eiseres] van toepassing. Voor de algemene voorwaarden verwijzen wij gaarne naar onze [website] . Deze voorwaarden maken integraal onderdeel uit van deze aanbieding c.q. opdracht.
(…)
- UAV 2012 (Uniforme Administratieve Voorwaarden) is van toepassing.
(…)”
2.2.
In de algemene voorwaarden van [eiseres] is, voor zover van belang, het volgende vermeld:
“(…)
19. Bevoegde rechter
1. Geschillen welke tussen [eiseres] en opdrachtgever mochten ontstaan naar aanleiding van een door [eiseres] gedane aanbieding, een door [eiseres] met opdrachtgever gesloten overeenkomst dan wel naar aanleiding van nadere overeenkomsten die daarvan het gevolg mochten zijn, zullen worden beslecht door de bevoegde Nederlandse rechter in ’s-Hertogenbosch. Tenzij partijen alsdan schriftelijk overeenkomen het geschil te laten beslechten door arbitrage of bindend advies.”
2.3.
In de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (hierna: UAV) is, voor zover van belang, het volgende bepaald:
“(…)
§ 49. Beslechting van geschillen
1. Voor de beslechting van de in deze paragraaf bedoelde geschillen doen partijen uitdrukkelijk afstand van hun recht de tussenkomst van de gewone rechter in te roepen.
2. Alle geschillen, welke ook – daaronder begrepen die, welke slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd – die naar aanleiding van de overeenkomst of van overeenkomsten, die daarvan een uitvloeisel mochten zijn, tussen opdrachtgever en aannemer mochten ontstaan, worden beslecht door arbitrage overeenkomstig het arbitragereglement van de Raad van Arbitrage voor de Bouw, zoals dit drie maanden voor de dag van aanbesteding luidt.
(…)”

3.Het geschil

In het incident

3.1.
HAZ heeft gesteld dat de rechtbank Overijssel niet bevoegd is om kennis te nemen van het geschil in de hoofdzaak. De Raad van Arbitrage voor de Bouw is volgens HAZ bevoegd.
3.2.
[eiseres] voert verweer en voert aan dat de rechtbank Overijssel bevoegd is.
3.3.
Op de standpunten van partijen zal hierna, voor zover van belang, worden ingegaan.

4.De beoordeling

In het incident
4.1.
De kantonrechter dient in dit incident de vraag te beantwoorden of partijen zijn overeengekomen dat geschillen moeten worden aangebracht bij de kantonrechter of bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw. Dat stelt de kantonrechter voor de vraag of het forumkeuzebeding uit de algemene voorwaarden van [eiseres] of het arbitragebeding uit de UAV leidend is.
4.2.
De kantonrechter overweegt als volgt. HAZ stelt dat van de twee sets algemene voorwaarden, de UAV in ieder geval van toepassing is op de overeenkomst. Dat blijkt uit de offerte van [eiseres] , aldus HAZ. [eiseres] vindt dat uit artikel 19 van de algemene voorwaarden van [eiseres] blijkt dat de UAV niet van toepassing is. Dit betoog mist echter onderbouwing. De kantonrechter volgt dit betoog dan ook niet. De kantonrechter is het eens met HAZ dat de UAV in ieder geval op de overeenkomst van toepassing is.
4.3.
De vraag of de voorwaarden van [eiseres] ook op de overeenkomst van toepassing zijn, kan vervolgens in het midden blijven, gelet op het volgende. Ook in het geval dat de voorwaarden [eiseres] naast de UAV van toepassing zijn geworden op de overeenkomst en zouden prevaleren boven de UAV, zal het arbitragebeding in de UAV van toepassing zijn. De algemene voorwaarden van [eiseres] vermelden namelijk in artikel 19 dat partijen schriftelijk overeen kunnen komen hun geschil te laten beslechten door arbitrage of bindend advies. Dat zijn partijen inderdaad overeengekomen. De UAV is namelijk (ook) van toepassing op de overeenkomst en daarin is bepaald dat de Raad van Arbitrage voor de Bouw bevoegd is. De overige stellingen van partijen behoeven geen bespreking meer. Het voorgaande leidt ertoe dat de kantonrechter onbevoegd is om van het geschil in de hoofdzaak kennis te nemen. De incidentele vordering van HAZ zal worden toegewezen.
4.4.
[eiseres] wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van dit incident, aan de zijde van HAZ begroot op € 240,00 wegens salaris gemachtigde.
In de hoofdzaak
4.5.
Op grond van de beoordeling in het incident zal de kantonrechter zich onbevoegd verklaren om van de hoofdzaak kennis te nemen.
4.6.
[eiseres] wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten in de hoofdzaak, aan de zijde van HAZ begroot op nihil.

5.De beslissing

De kantonrechter
In het incident en de hoofdzaak
5.1.
verklaart zich onbevoegd om van de vordering kennis te nemen;
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van HAZ begroot op € 240,00 in het incident;
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J.S. Groeneveld - Koekkoek, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 12 januari 2021.