ECLI:NL:RBOVE:2021:2071

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
18 mei 2021
Publicatiedatum
25 mei 2021
Zaaknummer
8894082 \ CV EXPL 20-5112
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake geschil over energielevering tussen Gazprom en ADAS

In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, betreft het een geschil tussen Gazprom Marketing & Trading Retail Limited en ADAS Events B.V. over de betaling van openstaande facturen voor geleverde energie. De partijen hebben op 7 januari 2019 een overeenkomst gesloten voor de levering van elektriciteit en gas. Gazprom heeft ADAS herhaaldelijk verzocht om meterstanden door te geven, maar ADAS heeft hieraan niet voldaan. Hierdoor heeft Gazprom de meterstanden moeten schatten, wat leidde tot een factuur van € 16.197,37 voor een periode waarin ADAS gasverbruik had. ADAS erkent een betalingsachterstand, maar betwist de hoogte van de factuur.

De kantonrechter heeft in een tussenvonnis op 18 mei 2021 bepaald dat partijen aanvullende informatie moeten aanleveren. Gazprom moet toelichten op basis van welke rechtsregel zij ook gas in rekening kan brengen dat door vorige leveranciers is geleverd, terwijl ADAS wordt bevolen om de meterstanden vanaf het moment van gebruik van het pand aan de Klarenbeekseweg te overleggen. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en partijen zijn in de gelegenheid gesteld om hun standpunten schriftelijk toe te lichten.

De kantonrechter heeft de zaak verwezen naar de rolzitting van 15 juni 2021, waar partijen hun aktes kunnen indienen. De verdere beslissing is aangehouden, wat betekent dat de rechter nog niet definitief heeft geoordeeld over de vorderingen van Gazprom.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 8894082 \ CV EXPL 20-5112
Vonnis van 18 mei 2021
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht
GAZPROM MARKETING & TRADING RETAIL LIMITED,
tevens handelend onder de naam
GAZPROM ENERGY,gevestigd te 's-Hertogenbosch,
eisende partij, hierna te noemen Gazprom,
gemachtigde: Flanderijn Incasso Gerechtsdeurwaarders
tegen
de besloten vennootschap
ADAS EVENTS B.V.,
mede handelend onder de naam
ADAS GROEP B.V.gevestigd te Deventer,
gedaagde partij, hierna te noemen ADAS,
verschenen in de persoon van [X].

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 16 februari 2021;
- de akte met aanvullende producties van Gazprom van 8 april 2021;
- de e-mail met aanvullende producties van ADAS van 15 april 2021;
- de mondelinge behandeling op 21 april 2021, die is gehouden via een online verbinding en waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
1.2.
Ten slotte heeft de kantonrechter bepaald dat vandaag vonnis wordt gewezen.

2.De feiten

2.1.
Gazprom en ADAS hebben op 7 januari 2019 een overeenkomst tot het leveren van elektriciteit en gas (hierna ook: energie) gesloten. Op de overeenkomst zijn de “Algemene voorwaarden voor de levering van elektriciteit en gas aan kleinverbruikers 2017” van toepassing (hierna: de algemene voorwaarden). Vanaf 9 januari 2019 leverde Gazprom energie ten behoeve van de percelen aan de [adres 1] te Deventer, de [adres 2] te Deventer en de [adres 3] te Klarenbeek.
2.2.
Op zowel 8 als 9 januari 2019 heeft Gazprom ADAS per e-mail verzocht om de meterstanden van het pand aan de [adres 3] door te geven. Dat heeft ADAS nagelaten. Daarom heeft netbeheerder Liander de meterstand geschat op 353.985 m³ en deze stand doorgegeven aan Gazprom. Begin mei heeft Gazprom ADAS opnieuw gevraagd om de meterstand door te geven. ADAS liet dat opnieuw na. Gazprom schatte daarom de meterstand op 6 mei 2019 op 356.712 m³. Op 5 juni 2019 heeft Liander de meterstand zelf (fysiek) opgenomen. Uit die opname bleek een meterstand van 378.900 m³. Op 17 juli 2019 heeft ADAS zelf een meterstand van 380.553 m³ doorgegeven.
2.3.
Gazprom heeft ADAS onder andere een factuur gestuurd op 1 augustus 2019. Deze factuur met factuurnummer 192130005309694 ziet op het pand aan de [adres 3]. Er wordt een bedrag van € 16.197,37 in rekening gebracht.
2.4.
ADAS heeft sinds februari 2019 achterstanden in de betalingen van de facturen laten ontstaan. Om die reden is de overeenkomst in de zomer van 2019 door Gazprom beëindigd.

3.Het geschil

3.1.
Gazprom wil dat ADAS de openstaande facturen betaalt, plus rente en incassokosten. Volgens Gazprom bedraagt de betalingsachterstand € 35.858,69. Vermeerderd met de rente (€ 917,79 tot 18 november 2020) en incassokosten (€ 1.133,59) en verminderd met betalingen van in totaal € 862,05, is ADAS een bedrag van € 37.048,02 verschuldigd, aldus Gazprom. In deze procedure vordert Gazprom een bedrag van € 25.000,00, onder uitdrukkelijke reservering van haar rechten op het resterende bedrag.
3.2.
Gazprom vordert daarom dat ADAS bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 25.000,00 aan Gazprom, te vermeerderen met de contractuele rente, althans de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van volledige betaling, met veroordeling van ADAS in de proceskosten.
3.3.
ADAS erkent dat er een betalingsachterstand bestaat. ADAS betwist echter de factuur van 1 augustus 2019 met factuurbedrag € 16.197,37. In die factuur wordt een gasverbruik van 22.188 m³ in rekening gebracht voor een periode van 30 dagen, namelijk van 6 mei 2019 tot en met 5 juni 2019. Het is onmogelijk dat het gasverbruik zo hoog is geweest, aldus ADAS.

4.De beoordeling

4.1.
In reactie op het verweer van ADAS voert Gazprom het volgende aan. Toen ADAS in januari 2019, bij de start van de energielevering door Gazprom, in gebreke bleef met het doorgeven van de meterstanden, is de geschatte meterstand geregistreerd. Die bevoegdheid heeft Gazprom op basis van artikel 9.5 en 9.7 van de algemene voorwaarden. Om dezelfde reden zijn ook op 6 mei 2019 de meterstanden geschat. Toen Liander op 5 juni 2019 de meterstand zelf (fysiek) op kwam nemen, bleek de meterstand (veel) hoger te zijn dan wat op grond van de schattingen bij Gazprom was geregistreerd. Daardoor is er tot die tijd te weinig verbruik in rekening gebracht. Vandaar dat er via de factuur van 1 augustus 2019 een zogenaamde inhaalslag is gemaakt, waarbij ineens een groot verbruik bij ADAS in rekening werd gebracht. In welke periode deze energie is verbruikt, is niet na te gaan. Sinds februari 2018 wordt al een laag verbruik geregistreerd. Naar de mening van Gazprom moet de onduidelijkheid in de hoogte van het gasverbruik voor rekening van ADAS komen. ADAS heeft immers nagelaten om de meterstanden door te geven en bovendien had ADAS ook voor 9 januari 2019 al het gebruik van het pand aan de [adres 3], aldus Gazprom.
4.2.
ADAS betwist niet dat hij op de momenten dat Gazprom daarom vroeg, de meterstanden niet heeft doorgegeven. Wel betwist hij hartgrondig dat het gasverbruik zo hoog geweest kan zijn, zelfs als wordt gerekend vanaf oktober 2018, toen hij het pand aan de [adres 3] betrok en Gazprom daar nog geen energie leverde.
4.3.
De vraag is of ADAS moet betalen voor de energie die Gazprom door het moeten schatten van de meterstanden pas later in rekening heeft gebracht. De kantonrechter constateert dat de enige betrouwbare meterstand de fysiek opgenomen meterstand van 5 juni 2019 is. De meterstand op 9 januari 2019, het moment dat Gazprom begon met de levering aan de [adres 3], is niet te achterhalen. Met Gazprom vindt ook de kantonrechter dat de schattingsbevoegdheid, waar Gazprom in januari 2019 en mei 2019 gebruik van heeft gemaakt, haar grond vindt in artikel 9.5 en 9.7 van de algemene voorwaarden. Door het schatten ontstaat een verschil tussen de geregistreerde meterstand en de werkelijke meterstand. Dat daardoor later wellicht een hoger verbruik in rekening kan worden gebracht, is te voorzien. Echter blijft in dit geval onduidelijk op welke periode het later in rekening gebrachte verbruik (de zogenaamde inhaalslag) ziet. De kantonrechter overweegt dat met de inhaalslag een zeer hoog verbruik in rekening wordt gebracht. Het ligt voor de hand dat het verbruik ook van voor 9 januari 2019 is. Ook Gazprom heeft ter zitting aangegeven dat het niet waarschijnlijk is dat ADAS deze hoeveelheid energie sinds januari 2019 heeft verbruikt. Gazprom levert echter pas sinds 9 januari 2019 energie aan de [adres 3]. Het kan dus zo zijn dat Gazprom met de inhaalslag op de factuur van 1 augustus 2019 ook gas in rekening brengt dat Gazprom zelf niet heeft geleverd. Daarnaast is, gezien de hoogte van het later in rekening gebrachte verbruik, niet duidelijk of enkel ADAS deze hoeveelheid gas heeft verbruikt, of dat dit mogelijk ook door een vorige gebruiker van de [adres 3] kan zijn verbruikt.
4.4.
Om meer informatie van partijen te verkrijgen, ziet de kantonrechter aanleiding om op grond van artikel 22 Rv partijen te bevelen om bij akte – in ieder geval – de hierna genoemde aanvullende stukken en informatie in het geding te brengen.
De kantonrechter beveelt ADAS om de meterstanden in het geding te brengen, vanaf het moment dat ADAS het gebruik van het pand aan de Klarenbeekseweg heeft gekregen, zo mogelijk onderbouwd met (al dan niet met behulp van de desbetreffende leveranciers te verkrijgen) gegevens uit het Toegankelijk Meetregister (TMR) van gas.
Gazprom wordt bevolen om toe te lichten op grond van welke rechtsregel Gazprom bevoegd zou zijn om ook gas in rekening te brengen dat door vorige leveranciers is geleverd, maar door onjuistheden in de geregistreerde meterstanden niet in rekening is gebracht.
4.5.
De zaak zal voor het nemen van de aktes worden verwezen naar de rolzitting van
dinsdag 15 juni 2021. Partijen worden daarna in de gelegenheid gesteld een antwoordakte te nemen.
4.6.
Elke verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verwijst de zaak naar de rolzitting van
dinsdag 15 juni 2021om partijen in de gelegenheid te stellen het in rechtsoverweging 4.4. bepaalde bij akte in het geding te brengen;
5.2.
bepaalt dat partijen een antwoordakte mogen nemen op een termijn van twee weken na het nemen van de in 5.1. bedoelde aktes;
5.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. Koster, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 18 mei 2021. (SB)