ECLI:NL:RBOVE:2021:2075

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
18 mei 2021
Publicatiedatum
25 mei 2021
Zaaknummer
8985279 \ CV EXPL 21-363
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S.J.S. Groeneveld - Koekkoek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de overeenkomst tot warmtelevering en betaling van achterstallige facturen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 18 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Eteck Warmte Breecamp B.V. en een gedaagde partij over niet-betaalde facturen voor warmtelevering. Eteck, de eisende partij, heeft de leveringsovereenkomst met de vorige leverancier Breecamp overgenomen en vordert betaling van een achterstand van € 1.298,18, plus rente en incassokosten. De gedaagde heeft sinds maart 2020 geen betalingen verricht en betwist de rechtsgeldigheid van de overname van de overeenkomst. De kantonrechter oordeelt dat de overeenkomst rechtsgeldig is overgenomen en dat de gedaagde in gebreke is gebleven. De rechter wijst de vordering tot betaling van de achterstand toe, evenals de ontbinding van de overeenkomst en de afsluiting van de warmtelevering. De gedaagde wordt ook veroordeeld tot gedeeltelijke ontruiming van het verbruiksadres om de afsluitingswerkzaamheden mogelijk te maken. De proceskosten worden aan de gedaagde opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 8985279 \ CV EXPL 21-363
Vonnis van 18 mei 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap
ETECK WARMTE BREECAMP B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende in Waddinxveen,
eisende partij, hierna te noemen Eteck,
gemachtigde: AGIN Pranger Gerechtsdeurwaarders
tegen
[gedaagde],
wonende in [woonplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Op 9 februari 2021 heeft de kantonrechter in deze zaak een tussenvonnis gewezen en bepaald dat een mondelinge behandeling zou worden gehouden. Op 29 maart 2021 heeft Eteck een akte met aanvullende producties overgelegd. Op 15 april 2021 heeft Eteck een pleitnota ingediend.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 16 april 2021 via een online verbinding. Namens Eteck zijn mr. G.A. Grobbee van AGIN Pranger Gerechtsdeurwaarders en K. Krul van Salvors Incasso Makelaardij verschenen. [gedaagde] is niet verschenen. Van de mondelinge behandeling is proces-verbaal opgemaakt. Ten slotte heeft de kantonrechter bepaald dat vandaag vonnis zal worden gewezen.

2.Waar gaat deze zaak over?

De vaststaande feiten

2.1.
Op 10 december 2014 heeft [gedaagde] een overeenkomst tot warmtelevering gesloten met Breecamp Energie B.V. (hierna: Breecamp), ten behoeve van de woning van [gedaagde] aan de [adres] in [plaats] (hierna: het verbruiksadres).
2.2.
Eteck heeft Breecamp overgenomen. Op 1 maart 2020 is Eteck feitelijk gestart met de warmtelevering aan [gedaagde] .
2.3.
Eteck factureert per maand een voorschotbedrag van € 144,24, bestaande uit het vastrecht van € 50,34 en een voorschot op de te verbruiken energie van € 93,90. [gedaagde] heeft sinds maart 2020 achterstanden in de betaling van de voorschotbedragen laten ontstaan.
Wat Eteck wil
2.4.
Eteck wil dat [gedaagde] de betalingsachterstand van € 1.298,18 betaalt, plus de rente en de incassokosten, omdat [gedaagde] niet (op tijd) heeft betaald en Eteck de vordering uit handen heeft moeten geven. Om betaling te bewerkstelligen en om de achterstand niet verder te laten oplopen, wil Eteck ook de overeenkomst ontbinden en de warmtelevering afsluiten.
Eteck vordert daarom bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
[gedaagde] te veroordelen om aan Eteck te betalen een bedrag van € 1.371,70 (bestaande uit de hoofdsom van € 1.298,18, de wettelijke rente tot en met 29 oktober 2020 en de buitengerechtelijke incassokosten van € 64,90), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van volledige betaling;
[gedaagde] te veroordelen om aan Eteck te betalen een bedrag van € 144,24 aan toekomstige maandvoorschotten tot aan de dag van afsluiting van de levering;
[gedaagde] te veroordelen om aan Eteck te betalen een bedrag van € 253,13 aan afsluitingsbijdrage;
e verbintenis voor levering van warmte, energie en warm tapwater tussen Eteck en [gedaagde] te ontbinden;
te bepalen dat Eteck gerechtigd is de leverantie af te sluiten en de meter in het verbruiksadres te verzegelen;
[gedaagde] te veroordelen te gehengen en te gedogen dat Eteck de leverantie afsluit en de meter in het verbruiksadres verzegelt;
[gedaagde] te veroordelen tot gedeeltelijke of tijdelijke ontruiming van het verbruiksadres tijdens de onder e. genoemde werkzaamheden, dit op grond van artikel 558 sub b Rv;
[gedaagde] te veroordelen in de proceskosten.
Wat [gedaagde] vindt
2.5.
[gedaagde] voert aan dat hij niets wist van de overname van het contract en de levering door Eteck. Via zijn e-mailadres is hij niet meer te bereiken. Daarnaast maakt [gedaagde] bezwaar, omdat de maandbedragen bij Eteck omhoog zijn gegaan. Dat vindt hij geen eerlijke manier van zakendoen. [gedaagde] zegt dat hij wel aan Eteck wil betalen vanaf 1 januari 2021.

3.Wat vindt de kantonrechter van de zaak?

De overname van de overeenkomst

3.1.
[gedaagde] heeft in 2014 een overeenkomst met Breecamp gesloten. Eteck heeft Breecamp overgenomen. Daarmee heeft Eteck (ook) beoogd de contracten van Breecamp en dus de energielevering aan [gedaagde] over te nemen. Voor de overname van een contract is de medewerking van de andere partij ( [gedaagde] ) nodig. [gedaagde] heeft aangevoerd dat hij niets weet van een overname.
3.2.
Eteck stelt dat er tussen 4 oktober 2019 en 21 februari 2020 vier brieven met informatie over de overname naar [gedaagde] zijn gestuurd. Deze zijn zowel per e-mail als per post naar [gedaagde] verzonden. Met betrekking tot de e-mails voert [gedaagde] aan dat hij die niet heeft ontvangen, omdat het emailadres dat bij Eteck bekend is niet meer in gebruik is. Naar het oordeel van de kantonrechter komt die omstandigheid voor risico van [gedaagde] . Van de brieven die per post zijn verzonden heeft [gedaagde] de ontvangst niet betwist, zodat vast komt te staan dat hij deze wel heeft ontvangen. Niet gesteld of gebleken is dat [gedaagde] op de brieven heeft gereageerd. Na de overname is de meter bij [gedaagde] verwisseld. Ook heeft [gedaagde] facturen van Eteck ontvangen en zonder protest gehouden. Het verweer van [gedaagde] dat hij niets wist van de overname, kan daarom niet slagen. De kantonrechter is van oordeel dat de overeenkomst met [gedaagde] rechtsgeldig is overgenomen door Eteck.
De betalingsachterstand
3.3.
[gedaagde] heeft niet betwist dat hij sinds 1 maart 2020 niet meer heeft betaald. Dat [gedaagde] het niet eerlijk vindt dat de leveringstarieven zijn gestegen, kan aan zijn betalingsverplichting niets afdoen. De vordering tot betaling van de achterstand van € 1.298,18 zal dan ook worden toegewezen. Omdat [gedaagde] de facturen niet (op tijd) heeft betaald, moet hij over dat bedrag ook de wettelijke rente betalen. De wettelijke rente van € 8,62 tot en met 29 oktober 2020 en de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding (18 januari 2021) tot de dag van volledige betaling zullen worden toegewezen.
3.4.
Eteck heeft ook kosten gemaakt om de achterstallige bedragen bij [gedaagde] te (proberen te) innen. Eteck heeft [gedaagde] aangemaand zodat hij het openstaande factuurbedrag gedurende veertien dagen zonder incassokosten kon betalen. Na die termijn zijn de incassokosten verschuldigd geworden. Deze kosten worden, zoals Eteck ook heeft gevraagd, toegewezen voor een bedrag van € 64,90.
Ontbinding
3.5.
Op grond van artikel 6:265 lid 1 BW geeft iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van haar verbintenis aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Deze rechtsregel brengt tot uitdrukking dat slechts een tekortkoming van voldoende gewicht recht geeft op (gehele of gedeeltelijke) ontbinding van de overeenkomst. Bij de beantwoording van de vraag of ontbinding van deze huurovereenkomst gerechtvaardigd is, kunnen alle omstandigheden van het geval van belang zijn.
3.6.
[gedaagde] heeft sinds 1 maart 2020 niet meer voor de geleverde warmte betaald. In zijn conclusie van antwoord heeft [gedaagde] gezegd aan Eteck te willen betalen vanaf januari 2021. Ter zitting is gebleken dat dat [gedaagde] ook in 2021 geen enkele maand heeft betaald.
Naar de oordeel van de kantonrechter is de betalingsachterstand van zodanige omvang dat ontbinding van de overeenkomst gerechtvaardigd is. Daarbij weegt de kantonrechter mee dat van Eteck niet verwacht hoeft te worden dat zij warmte blijft leveren zonder dat [gedaagde] daarvoor betaalt. Bovendien kan [gedaagde] onder voorwaarden (bijvoorbeeld betaling van de achterstallige voorschotbedragen) een nieuwe overeenkomst tot warmtelevering met Eteck sluiten. De vordering tot ontbinding van de overeenkomst zal dan ook worden toegewezen. Daarbij bepaalt de kantonrechter dat Eteck gerechtigd is de levering af te sluiten en de meter te verzegelen.
Afsluiting en verzegeling
3.7.
Om de warmtelevering af te kunnen sluiten en de meter te kunnen verzegelen, heeft Eteck toegang nodig tot het verbruiksadres. Eteck heeft gesteld dat (gedeeltelijke) ontruiming van het verbruiksadres nodig is om de werkzaamheden te kunnen verrichten. De kantonrechter bepaalt daarom dat de vordering van Eteck om [gedaagde] te veroordelen tot het gedogen van die werkzaamheden, wordt toegewezen. Op grond van artikel 558 sub b Rv zal [gedaagde] ook worden veroordeeld tot gedeeltelijke en tijdelijke ontruiming van het verbruiksadres gedurende de afsluiting en verzegeling van de meter.
3.8.
De gevorderde afsluitingsbijdrage van € 253,13 zal als onweersproken worden toegewezen.
Toekomstige maandvoorschotten/gebruiksvergoeding
3.9.
Eteck vordert naast de betalingsachterstand ook de toekomstige maandvoorschotten die [gedaagde] anders tot de dag van afsluiting van de levering verschuldigd zou zijn geworden. Deze vordering wordt, met dien verstande dat nu het maandelijkse voorschot voor 2021 naar beneden is bijgesteld, toegewezen voor een bedrag van € 144,24 voor de resterende maanden van 2020 en € 107,63 per maand in 2021 tot aan de dag van afsluiting van de warmtelevering.
Proceskosten
3.10.
[gedaagde] wordt in het ongelijk gesteld. Hij moet daarom de kosten van de procedure aan de zijde van Eteck betalen. Deze kosten worden tot op heden begroot op € 968,61 (bestaande uit € 87,61 aan dagvaardingskosten, € 507,00 aan griffierecht en € 374,00 aan salaris voor de gemachtigde van Eteck (2 punten x tarief € 187,00)).

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
ontbindt de tussen Eteck en [gedaagde] bestaande overeenkomst tot levering van warmte, energie en warm tapwater aan de [adres] in [plaats] ;
4.2.
bepaalt dat Eteck gerechtigd is op het verbruiksadres de leverantie af te sluiten en de meter te verzegelen;
4.3.
veroordeelt [gedaagde] de werkzaamheden genoemd onder 4.2. te gehengen en te gedogen;
4.4.
veroordeelt [gedaagde] tot een gedeeltelijke en tijdelijke ontruiming van het verbruiksadres gedurende de onder 4.2. genoemde werkzaamheden;
4.5.
veroordeelt [gedaagde] om aan Eteck te betalen een bedrag van € 1.371,70, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 18 januari 2021 tot de dag van volledige betaling;
4.6.
veroordeelt [gedaagde] om aan Eteck te betalen een bedrag van € 144,24 per maand in 2020, respectievelijk € 107,63 per maand in 2021 tot aan de dag van afsluiting van de levering;
4.7.
veroordeelt [gedaagde] om aan Eteck te betalen een bedrag van € 253,13 aan afsluitingsbijdrage;
4.8.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure aan de zijde van Eteck, tot op heden begroot op € 968,61;
4.9.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.10.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J.S. Groeneveld - Koekkoek, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 18 mei 2021. (SB)