Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
WWPLUS B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Zwolle,
1.De procedure
2.De beslissing samengevat
3.De overwegingen
Waarover gaat deze zaak?
reguliere WW-uitkering is geëindigd, heeft de ex-werknemer aanspraak op een aansluitende (lagere) WOVO-uitkering.
- een aanvullende uitkering op de WW-uitkering;
- een aansluitende uitkering op de WW-uitkering;
- een overlijdensuitkering;
- samenloop met suppletie;
- re-integratiebevorderende regelingen, waaronder loonsuppletie;
- vergoeding verhuiskosten.
GHSHE:2020:1978).
2011:BR0111) heeft de CRvB in het midden gelaten of tussen WW-gerechtigden en WIA-gerechtigden sprake is van gelijke gevallen. Hij heeft geoordeeld dat – voor zover gedeeltelijk arbeidsongeschikten en (niet-arbeidsongeschikte) werklozen al zijn aan te merken als gelijke gevallen – voor de ongelijke behandeling van deze groepen een objectieve en redelijke rechtvaardigingsgrond is, die bestaat uit de ‘prikkelstructuur’. De WIA geeft recht op verschillende uitkeringen, maar het uitgangspunt is steeds dat werken loont en langdurige inactiviteit onaantrekkelijk is. Uit de systematiek van de WIA en de totstandkomingsgeschiedenis daarvan volgt dat het van belang is dat deze prikkelstructuur niet doorkruist wordt met bovenwettelijke aanvullingen.