ECLI:NL:RBOVE:2021:2170

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
25 mei 2021
Publicatiedatum
1 juni 2021
Zaaknummer
C/08/264793 / KG ZA 21-101
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • S.J.S. Groeneveld - Koekkoek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontruiming van een woning in het kader van een nalatenschap

In deze zaak vordert eiser, de zoon van de overledene, medewerking van gedaagde sub 2, zijn broer, tot ontruiming van de woning die tot de nalatenschap van hun overleden vader behoort. De vader is in 2014 overleden zonder testament, waardoor de drie kinderen de enige erfgenamen zijn. Gedaagde sub 2 woont sinds 2015 in de woning en eiser wil dat hij deze verlaat om de woning te kunnen verkopen. Tijdens de mondelinge behandeling op 18 mei 2021 is er overeenstemming bereikt tussen eiser en gedaagde sub 2. Gedaagde sub 2 heeft erkend dat hij geen recht heeft om in de woning te blijven en heeft gevraagd om tijd om een nieuwe woning te vinden. Er is afgesproken dat gedaagde sub 2 de woning uiterlijk op 18 augustus 2021 moet ontruimen en de sleutels moet overhandigen aan eiser of de makelaar. Eiser is gemachtigd om de woning te verkopen namens alle erfgenamen en kan een makelaar inschakelen voor de verkoop. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de proceskosten worden gecompenseerd, aangezien de partijen familie van elkaar zijn. Het vonnis is uitgesproken op 25 mei 2021.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer / rolnummer: C/08/264793 / KG ZA 21-101
Vonnis in kort geding van 25 mei 2021
in de zaak van
[eiser],
woonplaats kiezende in [woonplaats],
eisende partij,
advocaat: mr. P.F. Schepel,
tegen
1.
[gedaagde sub 1], h.o.d.n.
[Bewindvoering], in zijn hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van
[gedaagde sub 2],
kantoorhoudende te [vestigingsplaats],
niet verschenen,
2.
[gedaagde sub 2],
wonende te [woonplaats],
verschenen in persoon,
3.
[gedaagde sub 3],
wonende te [woonplaats],
gedaagde partij,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna [eiser], de bewindvoerder, [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
[eiser] is dit kort geding begonnen met zijn dagvaarding van 30 april 2021.
1.2.
Het kort geding is mondeling behandeld op 18 mei 2021. [eiser] was aanwezig (via een videoverbinding), bijgestaan door mr. Schepel. Ook [gedaagde sub 2] is verschenen. De bewindvoerder en [gedaagde sub 3] waren niet aanwezig.
1.3.
Na afloop van de mondelinge behandeling heeft de voorzieningenrechter bepaald dat zij voldoende is geïnformeerd om een beslissing te nemen in deze zaak. Die beslissing wordt vandaag meegedeeld en toegelicht in dit vonnis.

2.De beoordeling

Waarover gaat deze zaak?

2.1.
[A], de vader van [eiser], [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3], is op [datum] 2014 overleden. Hun moeder was al eerder overleden. Vader had geen testament, zodat genoemde drie kinderen zijn enige erfgenamen zijn. Zij hebben de nalatenschap zuiver aanvaard.
2.2.
[eiser] wil de nalatenschap van vader verdelen. [gedaagde sub 2] woont echter sinds 2015 in de woning van vader, die tot de nalatenschap behoort. Dat is het huis aan [het adres] in [woonplaats]. [eiser] wil daarom dat [gedaagde sub 2] de woning verlaat en ontruimt. Verder wil [eiser] dat hij gemachtigd wordt om te doen wat nodig is om de woning te verkopen.
De erkenning van de vorderingen door [gedaagde sub 2].
2.3.
[gedaagde sub 2] erkent dat hij niet het recht heeft om van de woning gebruik te blijven maken. Hij heeft gevraagd om wat meer tijd om een nieuwe woning te vinden en om de spullen in de woning te verhuizen of weg te gooien. Tijdens de mondelinge behandeling hebben [eiser] en [gedaagde sub 2] overeenstemming bereikt: [gedaagde sub 2] moet op 18 augustus 2021 de woning hebben ontruimd. Dat mag dus ook eerder, maar uiterlijk op 18 augustus 2021 moet [gedaagde sub 2] de sleutels aan de makelaar of aan [eiser] geven en mogen er geen spullen meer in de woning staan. De voorzieningenrechter zal [gedaagde sub 2] daartoe veroordelen.
2.4.
Verder is [gedaagde sub 2] het ermee eens dat [eiser] het huis namens alle erfgenamen zal verkopen. Daarvoor zal [eiser] een NVM-makelaar inschakelen en eventuele, op advies van de makelaar aangewezen werkzaamheden verrichten in de woning.
De verstekverlening.
2.5.
[gedaagde sub 3] en de bewindvoerder zijn niet verschenen in deze procedure. Volgens [eiser] zijn zij het eens met de vorderingen. Van hen is geen verweer bekend. Daarom zal de voorzieningenrechter verstek tegen hen verlenen. Omdat [gedaagde sub 2] wel is verschenen, geldt dit vonnis als een vonnis op tegenspraak. Dat betekent dat voor [gedaagde sub 3] en de bewindvoerder niet het rechtsmiddel van verzet, maar alleen van hoger beroep open staat.
De proceskosten.
2.6.
[eiser], [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 2] zijn familie van elkaar. Het uitgangspunt van de rechter in familiezaken is dat geen partij in de proceskosten van de ander wordt veroordeeld. De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om van dat uitgangspunt af te wijken. Dat geldt ook voor de bewindvoerder, die verplicht is betrokken in deze zaak als formele procespartij voor [gedaagde sub 2]. Al met al zal de voorzieningenrechter de proceskosten compenseren, op die manier dat elke partij de eigen kosten draagt.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde sub 2] om het huis aan [het adres] te [woonplaats] te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken, en de sleutels af te geven aan [eiser] of de door hem ingeschakelde makelaar, dit een en ander uiterlijk op 18 augustus 2021;
3.2.
machtigt [eiser] genoemd huis namens (de bewindvoerder van) [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] te verkopen door bemiddeling van een bij de Nederlandse Vereniging van Makelaars aangesloten makelaar op de voorwaarden van de door de NVM ontworpen model-koopovereenkomst tegen een door die makelaar geadviseerde verkoopprijs;
3.3.
machtigt [eiser] om op kosten van de nalatenschap alle redelijkerwijs door deze makelaar geadviseerde maatregelen te nemen en werkzaamheden in en aan dat huis te (laten) verrichten met het oog op die verkoop, indien dat naar het oordeel van die makelaar per saldo waarschijnlijk leidt tot een hogere opbrengst;
3.4.
machtigt [eiser] om het huis namens [gedaagde sub 3] en (de bewindvoerder van) [gedaagde sub 2] aan de koper(s) daarvan in eigendom over te dragen tegen betaling van de volledige koopsom op de bij de daarmee belaste notaris gebruikelijke voorwaarden;
3.5.
bepaalt dat, als [gedaagde sub 3] of de bewindvoerder niet op eerste verzoek van de met de levering belaste notaris alle redelijkerwijs door deze verlangde medewerking verlenen aan die levering, dit vonnis in de plaats treedt van de voor de eigendomsoverdracht van het huis noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening van [gedaagde sub 3] en/of de bewindvoerder;
3.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.7.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J.S. Groeneveld - Koekkoek en in het openbaar uitgesproken op 25 mei 2021. (CT) [1]

Voetnoten

1.type: