Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[gedaagde sub 1], h.o.d.n.
[Bewindvoering], in zijn hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 3],
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert eiser, de zoon van de overledene, medewerking van gedaagde sub 2, zijn broer, tot ontruiming van de woning die tot de nalatenschap van hun overleden vader behoort. De vader is in 2014 overleden zonder testament, waardoor de drie kinderen de enige erfgenamen zijn. Gedaagde sub 2 woont sinds 2015 in de woning en eiser wil dat hij deze verlaat om de woning te kunnen verkopen. Tijdens de mondelinge behandeling op 18 mei 2021 is er overeenstemming bereikt tussen eiser en gedaagde sub 2. Gedaagde sub 2 heeft erkend dat hij geen recht heeft om in de woning te blijven en heeft gevraagd om tijd om een nieuwe woning te vinden. Er is afgesproken dat gedaagde sub 2 de woning uiterlijk op 18 augustus 2021 moet ontruimen en de sleutels moet overhandigen aan eiser of de makelaar. Eiser is gemachtigd om de woning te verkopen namens alle erfgenamen en kan een makelaar inschakelen voor de verkoop. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de proceskosten worden gecompenseerd, aangezien de partijen familie van elkaar zijn. Het vonnis is uitgesproken op 25 mei 2021.