Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
STICHTING WONINGSTICHTING SWZ,
gevestigd en kantoorhoudende te Zwolle,
wonende te [woonplaats] ,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 3 juni 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Woningstichting SWZ en een gedaagde huurder. SWZ vorderde ontruiming van de huurwoning van de gedaagde, omdat deze volgens SWZ zich schuldig had gemaakt aan ernstig agressief gedrag en geluidsoverlast. De gedaagde huurt sinds 13 december 2005 de woning en heeft eerder een gedragsaanwijzing ondertekend om geluidsoverlast te voorkomen. SWZ stelde dat de gedaagde op 15 maart 2021 een buurman ernstig had mishandeld, wat leidde tot de vordering tot ontruiming.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft SWZ verklaard dat de geluidsoverlast op zich geen reden voor ontruiming is, maar dat het agressieve gedrag van de gedaagde de doorslag gaf. De gedaagde ontkende de beschuldigingen en voerde aan dat hij de buurman niet had aangeraakt. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor het gestelde agressieve gedrag en dat nader onderzoek nodig was, bijvoorbeeld door getuigenverhoor. De rechtbank concludeerde dat het niet aannemelijk was dat de gedaagde zodanig slecht huurderschap vertoonde dat ontruiming gerechtvaardigd was.
De vordering van SWZ werd afgewezen en SWZ werd veroordeeld in de proceskosten. De rechtbank benadrukte dat er in de 16 jaar dat de gedaagde de woning huurt, slechts één melding van mishandeling was gedaan, en dat dit onvoldoende was voor een ontruimingsvordering. De beslissing van de rechtbank werd openbaar uitgesproken op 3 juni 2021.