Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
2.De feiten
om binnen zes maanden na betekening van dit vonnis de riolering en de in het bouwkundig rapport van [B] geconstateerde gebreken aan het deurkozijn, de daken, het gebrekkige dakleer rondom de daken en de afwatering c.q. regenafvoer van het casco aan het door [gedaagde] gehuurde aan [het adres] te [woonplaats] deugdelijk te verhelpen, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per week of gedeelte daarvan dat zij in gebreke blijft voornoemde herstelwerkzaamheden te verrichten, tot een maximum van
3.Het geschil
4.De beoordeling
deugdelijkherstellen van de daken. Die veroordeling moet naar het (voorlopig) oordeel van de kantonrechter zo worden uitgelegd, dat onder deugdelijk herstel van de gebreken aan de daken minstens moet worden verstaan het wind- en waterdicht maken van de daken.