ECLI:NL:RBOVE:2021:2510

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
15 juni 2021
Publicatiedatum
21 juni 2021
Zaaknummer
9009731 \ CV EXPL 21-498
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering wegens strijd met waarheidsplicht in duurovereenkomst sportschool

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Enschede, op 15 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Basic Fit Nederland B.V. en een gedaagde die niet is verschenen. De eiseres, Basic Fit, had een vordering ingesteld op basis van een duurovereenkomst voor een sportschoolabonnement. De kantonrechter heeft ambtshalve de vordering getoetst aan artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), dat de waarheidsplicht van partijen benadrukt. De eiseres stelde dat zij haar verplichtingen niet had opgeschort, maar uit een aan de gedaagde verzonden brief bleek het tegendeel. De kantonrechter oordeelde dat de verschillende stellingen van Basic Fit niet met elkaar verenigbaar waren en dat dit in strijd was met de waarheidsplicht. Hierdoor werd de vordering afgewezen, en werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 123,92, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De kantonrechter benadrukte dat partijen verplicht zijn om de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren, en dat niet-naleving van deze verplichting gevolgen kan hebben voor de uitkomst van de procedure.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer : 9009731 \ CV EXPL 21-498
Vonnis van 15 juni 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BASIC FIT NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Hoofddorp,
eisende partij, hierna te noemen Basic Fit,
gemachtigde: LAVG Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde],
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 9 maart 2021
- de akte uitlating van Basic Fit.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De kantonrechter blijft bij hetgeen in voormeld vonnis is overwogen en beslist.
2.2.
Bij tussenvonnis van 9 maart 2021 heeft de kantonrechter Basic Fit in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de vraag of zij haar contractuele verplichtingen ten aanzien van [gedaagde] heeft opgeschort en zo ja, per wanneer.
2.3.
Basic Fit heeft bij akte gesteld dat zij [gedaagde] de toegang tot haar sportfaciliteiten niet heeft ontzegd. Dat in bepaalde brieven wordt vermeld dat bij een betalingsachterstand de toegang kan worden ontzegd, dient enkel als pressiemiddel om alsnog betaling te verkrijgen.
2.4.
Op grond van artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) dient Basic Fit de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Indien daaraan niet of niet volledig wordt voldaan, zal de kantonrechter daaraan op grond van de artikelen 22 en 139 Rv de gevolgen verbinden die geraden worden geacht.
2.5.
Basic Fit heeft bij dagvaarding de algemene voorwaarden overgelegd.
In artikel 5 h van de algemene voorwaarden is opgenomen:
“Een Basic-Fit pas wordt geblokkeerd indien en voor zolang niet aan de betalingsverplichting is voldaan. Indien het Lid in verzuim is door een betalingsachterstand, kan Basic-Fit de Overeenkomst met directe ingang beëindigen, onverminderd het recht om de vordering die op dat moment open staat, evenals de toekomstige termijnen die verschuldigd (zouden) zijn voor de duur van de Overeenkomst, ineens en direct bij het Lid te (laten) incasseren.”
2.6.
Verder stelt Basic Fit in de dagvaarding dat zij niet is overgegaan tot opschorting van haar verplichtingen en dat [gedaagde] tot en met de einddatum van de overeenkomst gebruik heeft kunnen maken van de faciliteiten.
2.7.
De voormelde stelling van Basic Fit is echter in strijd met artikel 5 h van de algemene voorwaarden en met de mededeling in een brief aan [gedaagde] van
15 april 2019, waarin onder het kopje
“Toegang tot je club en automatische incasso” is vermeld:
“Zolang niet alle lidgelden zijn voldaan kan je conform onze algemene voorwaarden geen gebruik maken van onze diensten en faciliteiten, ook incasseren wij niet meer automatisch je lidgelden.”
De stelling van Basic Fit, dat de voormelde zin in bepaalde brieven enkel als pressiemiddel gebruikt wordt om alsnog betaling te verkrijgen, maakt dat niet anders.
2.8.
De verschillende stellingen en standpunten van Basic Fit zijn niet met elkaar verenigbaar. Hiermee heeft Basic Fit in strijd gehandeld met artikel 21 Rv, waarin is bepaald dat partijen verplicht zijn de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Indien deze verplichting niet wordt nageleefd, kan de kantonrechter hieraan de gevolgen verbinden die zij geraden acht. Gelet op het voorgaande en op de stelling van Basic Fit dat geen sprake is geweest van daadwerkelijke opschorting, acht de kantonrechter in dit geval afwijzing van de openstaande abonnementstermijnen vanaf de brief van 15 april 2019, een passende sanctie.
2.9.
Het voorgaande brengt mee dat aan hoofdsom een bedrag van € 83,92 (€ 20,98 x 4 (abonnementstermijnen januari, februari, maart en april 2019)) voor toewijzing in aanmerking komt.
2.10.
De vordering tot vergoeding van de vervallen rente zal worden afgewezen, nu Basic Fit bij dagvaarding van een onjuist bedrag aan hoofdsom is uitgegaan. Basic Fit heeft hiermee over een te hoog bedrag aan hoofdsom vervallen rente berekend. De rente zal worden toegewezen als na te melden.
2.11.
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten komen voor toewijzing in aanmerking, nu [gedaagde] de hoofdsom niet (tijdig) heeft voldaan, terwijl Basic Fit hiervoor wel een correcte aanmaning heeft gestuurd.
2.12.
[gedaagde] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld met dien verstande, dat het salaris van de gemachtigde is afgestemd op de vordering zoals deze toewijsbaar is gebleken. De kosten aan de kant van Basic Fit zijn:
- dagvaarding € 89,44
- griffierecht € 126,00
- salaris gemachtigde €
37,00(1 punt x tarief € 37,00)
Totaal € 252,44.
2.13.
De nakosten, waarvan Basic Fit betaling vordert, zullen op de in het dictum weergegeven wijze worden begroot.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Basic Fit tegen bewijs van kwijting te betalen
€ 123,92, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 83,92 vanaf 14 januari 2021 tot de voldoening;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van basic Fit tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 252,44 wegens kosten van dagvaarding, griffierecht en salaris gemachtigde en € 18,50 wegens nakosten;
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J.S. Groeneveld-Koekkoek, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 15 juni 2021.