ECLI:NL:RBOVE:2021:2512

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
15 juni 2021
Publicatiedatum
21 juni 2021
Zaaknummer
C/08/261496 / ES RK 21-763
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding en erkenning van huwelijk tussen partijen met onbekende nationaliteit

In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 15 juni 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot echtscheiding tussen een vrouw en een man, die in 1999 een religieus huwelijk hebben gesloten in de Sovjet-Unie. De vrouw verzocht de rechtbank om te verklaren dat er geen sprake was van een huwelijk, zodat de gemeente de registratie van het huwelijk in de Basisregistratie Personen kon ongedaan maken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw en de man in Nederland als gehuwden zijn geregistreerd, ondanks dat er geen rechtsgeldig huwelijk volgens Russisch recht was gesloten. De rechtbank oordeelde dat het aan de gemeenteambtenaar is om te toetsen of er sprake is van een naar Nederlands recht te erkennen huwelijk. De rechtbank heeft geoordeeld dat het huwelijk, ondanks de onduidelijkheid over de rechtsgeldigheid, door de Nederlandse overheid jarenlang erkend is geweest. De vrouw trok haar verzoek om te verklaren dat er geen huwelijk was in, omdat dit vergaande gevolgen zou hebben voor de juridische status van hun kinderen. Uiteindelijk heeft de rechtbank de echtscheiding uitgesproken, omdat het huwelijk duurzaam ontwricht was. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

locatie Almelo
team familie- en jeugdrecht
zaaknummer: C/08/261496 / ES RK 21-763
beschikking van 15 juni 2021
inzake
[verzoekster],
verder te noemen: de vrouw,
wonende te [woonplaats] ,
verzoekster,
advocaat: mr. M. Rijs,
en
[belanghebbende],
verder te noemen: de man,
wonende te [woonplaats] ,
belanghebbende,
advocaat: niet verschenen.
Tevens wordt als belanghebbende aangemerkt:
de ambtenaar van de burgerlijke stand van [gemeente],
verder te noemen: de ABS.

1.Het procesverloop

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- het verzoekschrift, met bijlagen, binnengekomen op 5 februari 2021;
- het exploot van de betekening van 18 februari 2021;
- de op 3 maart 2021 ontvangen brief van [minderjarige] , waarin hij zijn mening over het verzoek kenbaar heeft gemaakt.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft op 31 mei 2021 plaatsgevonden. Verschenen is de vrouw, bijgestaan door haar advocaat. Hoewel behoorlijk opgeroepen is de man niet verschenen. De heer [A] is als ABS verschenen. Namens de Raad voor de Kinderbescherming, verder te noemen: de raad, is verschenen mevrouw [B] .
1.3.
Na de mondelinge behandeling is op 9 juni 2021 met toestemming van de rechtbank binnengekomen een brief van mr. Rijs met als bijlage een door de man en de vrouw ondertekend ouderschapsplan.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn [1999] te [plaats] (Sovjet-Unie) met elkaar een religieus huwelijk aangegaan.
2.2.
Partijen hebben een onbekende nationaliteit.
2.3.
Partijen zijn ouders van een (jong)meerderjarig kind en van het navolgende minderjarige kind:
[minderjarige], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] .

3.Het verzoek

3.1.
De vrouw verzoekt de rechtbank bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, primair om voor recht te verklaren dat er geen sprake is van een huwelijk tussen partijen, zodat de gemeente de registratie van het huwelijk in de Basisregistratie Personen ongedaan kan maken, en de griffier op te dragen een afschrift van de beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van [gemeente] . Subsidiair verzoekt zij om de echtscheiding tussen partijen uit te spreken, kosten rechtens.
3.2.
De vrouw heeft op grond van artikel 36 Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op 13 februari 2002 ten overstaan van de ambtenaar van [gemeente] een verklaring onder ede afgelegd dat zij op 5 mei 1999 in Rusland is gehuwd met de man. Artikel 10:31 lid 1 BW bepaalt dat een buiten Nederland gesloten huwelijk dat ingevolge het recht van de staat waar de huwelijksvoltrekking plaatsvond rechtsgeldig is (geworden) als zodanig wordt erkend. Het vierde lid van voormeld artikel bepaalt dat een huwelijk wordt vermoed rechtsgeldig te zijn, indien een huwelijksverklaring is afgegeven door een bevoegde autoriteit. In Rusland kent men een burgerlijk en een religieus huwelijk. In aanwezigheid van de pastoor en buiten aanwezigheid van derden hebben partijen een belofte gedaan ten aanzien van het kerkelijk huwelijk. Tussen partijen is geen huwelijk door de bevoegde autoriteit voltrokken. Bij [gemeente] is in 2001, toen partijen naar Nederland zijn gekomen, niet een uit Rusland afkomstige huwelijksverklaring overgelegd. De vrouw heeft [gemeente] verzocht de gegevens over haar burgerlijke staat te wijzigen van gehuwd in ongehuwd omdat zij feitelijk niet gehuwd is. [gemeente] heeft aan dit verzoek geen gehoor gegeven nu de gegevens over de burgerlijke staat van de vrouw zijn ontleend aan haar onder ede afgelegde verklaring.

4.Het standpunt van de belanghebbenden

4.1.
De man heeft geen verweer gevoerd.
4.2.
De ABS stelt de stukken bij de IND te hebben opgevraagd maar deze nog niet te hebben ontvangen. Uit het inlichtingenformulier van de gemeente van 14 december 2001 blijkt dat de vrouw gehuwd is en niet eerder gehuwd is geweest. Op dat moment was er een kind geboren en in de geboorteakte van dit kind staan ook de namen van de man en de vrouw als ouders genoemd. Op 13 februari 2002 is er telefonisch en met behulp van een tolk een verklaring onder ede afgelegd. Dit heeft geleid tot een definitieve inschrijving op 19 februari 2002 en de verklaringen van de man en de vrouw zijn gelijktijdig en gelijkluidend opgemaakt. Rond augustus 2020 is de vrouw bij de gemeente geweest met de vraag om de verklaring onder ede omtrent het huwelijk op te vragen. Voor zover bekend is daarop door de medewerker niet verder doorgevraagd. Voor zover de ABS bekend is er ten tijde van het afleggen van de verklaring onder ede geen navraag gedaan naar de rechtsgeldigheid van het huwelijk. De ABS gaat er vanuit dat in 2001/2002 de stukken van de IND wel voorhanden zijn geweest. Indien de vrouw een procedure tot wijziging van haar gegevens in de BRP zou starten, zou naar verwachting van de ABS dit verzoek niet gehonoreerd worden, omdat de vrouw steeds heeft aangegeven gehuwd te zijn, ook bij de geboorte van de kinderen. In de geboorteakten is een juridische vader opgenomen.

5.De beoordeling

Vooraf
5.1.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de vrouw uiteindelijk haar primaire verzoek om voor recht te verklaren dat er geen sprake is van een huwelijk tussen partijen ingetrokken, gelet op de verstrekkende gevolgen van toewijzing van dit verzoek voor de persoonlijke staat van de kinderen van partijen. Dit acht de vrouw niet in het belang van zowel de meerderjarige als de minderjarige zoon van partijen. Op basis hiervan dient de rechtbank te beslissen op het subsidiaire verzoek van de vrouw tot het uitspreken van de echtscheiding.
Rechtsmacht en toepasselijk recht ten aanzien van de verzoeken
5.2.
Nu ten tijde van de indiening van het verzoekschrift de gewone verblijfplaats van de vrouw zich in Nederland bevond en zij ten minste een jaar onmiddellijk voorafgaand aan die indiening verblijfplaats in Nederland had, komt de Nederlandse rechter rechtsmacht toe om te oordelen over het verzoek tot echtscheiding.
5.3.
Op grond van artikel 10:56 van het Burgerlijk Wetboek is Nederlands recht op het verzoek van toepassing.
Voorvraag: is sprake van een rechtsgeldig huwelijk?
5.4.
Allereerst dient de vraag te worden beantwoord of sprake is van een rechtsgeldig huwelijk dat hier in Nederland kan worden erkend. Op grond van het bepaalde in artikel 10:31 lid 1 BW wordt een buiten Nederland gesloten huwelijk erkend dat ingevolge het recht van de staat waar de huwelijksvoltrekking plaatsvond rechtsgeldig is of nadien rechtsgeldig is geworden.
5.5.
De vrouw stelt [1999] te [plaats] (Sovjet-Unie) met de man gehuwd te zijn. Volgens haar verklaring is dit enkel een religieus huwelijk geweest en heeft hiervan ter plaatse nimmer een registratie plaatsgevonden.
Russisch recht
5.6.
Naar Russisch recht wordt een huwelijk gesloten ten overstaan van de bevoegde ambtenaar van een ZAGS-kantoor. De aanstaande echtgenoten dienen bij een ZAGS-kantoor een gezamenlijk schriftelijk verzoek in om in het huwelijk te treden.
5.7.
Een huwelijk wordt gesloten na afloop van een maand na het verzoek tot huwelijkssluiting in aanwezigheid van de aanstaande echtgenoten (art. 27 leden 2 en 4 Federale wet inzake akten van de burgerlijke stand jo. art. 11 lid 1 Familiewet). De registratie van een huwelijk geschiedt in een willekeurig ZAGS-kantoor op het grondgebied van de Russische federatie (art. 11 lid 2 Familiewet jo. art. 25 Federale wet inzake akten van de burgerlijke stand).
5.8.
De registratie van een huwelijk geschiedt door een ZAGS-kantoor op het grondgebied van de Russische federatie, gekozen door de in het huwelijk te treden personen (art. 10 Familiewet jo. art. 25 Federale wet inzake akten van de burgerlijke stand).
Slechts huwelijken die zijn gesloten in een ZAGS-kantoor worden erkend (art. 1 lid 2 Familiewet). Een kerkelijk huwelijk is, behoudens oorlogssituaties, niet rechtsgeldig.
5.9.
De vrouw heeft onweersproken gesteld dat zij met de man een religieus huwelijk is aangegaan. Dit huwelijk is mondeling aangegaan en niet geregistreerd. Gelet op het hiervoor overwogene betekent dit dat naar het recht van de Russische Federatie geen sprake is van een rechtsgeldig huwelijk, zodat het door de vrouw gestelde huwelijk normaliter in Nederland niet zou worden erkend.
5.10.
Echter, vanaf het moment dat de man en de vrouw met hun oudste zoon in 2001 in Nederland zijn gekomen, hebben zij zich aangemeld als gehuwden. Nadat zij in februari 2002 verklaringen onder ede hebben afgelegd, zijn zij als gehuwd opgenomen in de (destijds) gemeentelijke basisadministratie van [gemeente] .
5.11.
De rechtbank overweegt dat zowel op de (Russische) geboorteakte van de inmiddels jongmeerderjarige zoon als op de (Nederlandse) geboorteakte van de minderjarige zoon de man en vrouw als ouders zijn vermeld. De kinderen hebben de geslachtsnaam van de man gekregen, welke naam onderdeel van hun identiteit is. Vanwege het huwelijk zijn ouders op basis van de Nederlandse wetgeving gewezen op allerlei (financiële) rechten en plichten, dan wel hebben ouders van allerlei (financiële) rechten en plichten gebruik gemaakt. Indien thans uitgesproken zou worden dat er geen sprake is van een rechtsgeldig huwelijk, zou dit vergaande en ingrijpende gevolgen hebben voor partijen en voor de uit hun relatie geboren kinderen. De vrouw heeft haar oorspronkelijke primaire verzoek ingetrokken, nadat het haar duidelijk was geworden wat dit zou betekenen voor de naam en juridische status van de kinderen. De raad heeft zorgen geuit over de gevolgen voor de identiteitsontwikkeling en de sociaal emotionele ontwikkeling van de minderjarige, wanneer uitgesproken zou worden dat zijn ouders nimmer getrouwd zijn geweest, zijn vader officieel zijn vader niet meer is en zijn achternaam zou wijzigen in die van zijn moeder. Er zou in elk geval goede begeleiding voor de minderjarige moeten zijn om hiermee om te gaan.
5.12.
Naar het oordeel van de rechtbank is het aan de gemeenteambtenaar, die een verklaring onder ede afneemt, om te toetsen of er sprake is van een naar Nederlands recht te erkennen huwelijk. Het kan immers niet zo zijn dat partijen middels het afleggen van een verklaring onder ede een registratie van een huwelijk kunnen bewerkstelligen, dat nimmer tot registratie had kunnen leiden wanneer zij wel over de onderliggende documenten hadden beschikt. Het ontbreken van een dergelijk onderzoek kan echter naar het oordeel van de rechtbank na zoveel jaren niet leiden tot een situatie waarin het huwelijk door de Nederlandse overheid jarenlang erkend is geweest en erkend zou zijn gebleven, totdat een van partijen echtscheiding wenst, waarna door dezelfde overheid wordt gesteld dat er nimmer van een huwelijk sprake is geweest. De rechtbank acht een dergelijke situatie strijdig met artikel 8 van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens. Een en ander betekent dat de rechtbank het ervoor houdt dat er een rechtsgeldig huwelijk is tussen partijen.
De ontvankelijkheid
5.12.
Bij de betekening van het verzoekschrift zijn de wettelijke termijnen en formaliteiten in acht genomen, zodat de vrouw kan worden ontvangen in haar verzoek. Binnen de in het exploot gemelde termijn is geen verweerschrift ontvangen.
De echtscheiding
5.13.
De vrouw heeft gesteld dat het huwelijk tussen partijen duurzaam is ontwricht. Het verzoek tot echtscheiding kan als niet weersproken en op de wet gegrond worden toegewezen.
De proceskosten
5.14.
Omdat partijen echtelieden zijn, zal de rechtbank bepalen dat elk van de partijen de eigen kosten draagt.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
spreekt uit de echtscheiding tussen partijen, [1999] te [plaats] (Sovjet-Unie) gehuwd;
6.2.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.H. van der Lecq en in het openbaar uitgesproken op 15 juni 2021 in tegenwoordigheid van J.H.A.L. Koelen-Goosink, griffier.