ECLI:NL:RBOVE:2021:2790

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
13 juli 2021
Publicatiedatum
13 juli 2021
Zaaknummer
08/963614-20 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mensensmokkel met gevaar voor levens van migranten

Op 13 juli 2021 heeft de Rechtbank Overijssel een 38-jarige vrouw veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 jaar, met een proeftijd van 3 jaar, voor mensensmokkel. De vrouw was samen met anderen betrokken bij het smokkelen van meerdere vreemdelingen, waaronder kinderen, van Frankrijk naar Groot-Brittannië. De rechtbank oordeelde dat de vrouw werd gebruikt door haar echtgenoot en dat er geen bewijs was dat zij gedreven werd door winstbejag. De zaak kwam aan het licht na een opsporingsonderzoek dat op 4 april 2020 was gestart, waarbij informatie uit België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk werd verzameld. Tijdens het onderzoek werd vastgesteld dat de verdachte en haar medeverdachten betrokken waren bij de aankoop van boten, buitenboordmotoren en zwemvesten, en dat zij deze goederen gebruikten voor mensensmokkel. De rechtbank concludeerde dat de verdachte wist of ernstige redenen had om te vermoeden dat de doorreis van de migranten wederrechtelijk was en dat er levensgevaar voor hen te duchten was. De rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf op, omdat de verdachte niet eerder met justitie in aanraking was gekomen en het beeld bestond dat zij onder druk van haar echtgenoot handelde. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit en de risico's die de migranten liepen tijdens de overtocht.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/963614-20 (P)
Datum vonnis: 13 juli 2021
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1982 in [geboorteplaats] (Iran),
wonende te [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 29 juni 2021.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. P.F. Hoekstra en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. A. Fakiri, advocaat te Den Haag, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan:
medeplegen van mensensmokkel, meermalen gepleegd.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
zij op (een of meer) tijdstippen in of omstreeks de periode van 25 juli 2020 tot en met 3 augustus 2020 te Luttelgeest en/of Nijmegen en/of Zutphen, althans (ook elders) in
Nederland, en/of in België, en/of te of nabij Audignen en/of Le Touquet en/of Cucq, althans (ook elders) in Frankrijk, en/of in het Verenigd Koninkrijk,
meermalen, althans eenmaal,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens)
een ander of anderen, te weten
-9 migranten (map 7a, p. 1774) en/of een of meerdere (andere) contacten van
[naam 1] ’ (map 7a, p. 1701) en/of althans een of meerdere (onbekend gebleven)
personen/migranten, waaronder (kleine) kinderen/minderjarigen,
al dan niet uit winstbejag,
behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis
door Nederland en/of België en/of Frankrijk en/of het Verenigd Koninkrijk
en/of een andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen
en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot
stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, en/of
voornoemde personen (telkens) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen
heeft verschaft,
door die voornoemde personen
-tijdens de reis te begeleiden, en/of
-te (laten) vervoeren naar en/of begeleiden naar en/of verzamelen op een plek
op of nabij een strand, en/of
-te voorzien van (een of meerdere) reddings-/zwemvest(en), en/of
-te voorzien (een of meerdere) rubber bo(o)t(en) en/of (een of meerdere)
buitenboordmotor(en) en/of (een of meerdere) brandstoftank(s)/jerrycan(s) (met
brandstof voor een buitenboordmotor)
althans enige andere handeling gericht op het organiseren van de reis en/of
het vervoer en/of het verblijf van die voornoemde personen,
terwijl zij, verdachte en/of haar medeverdachte(n) wist(en) of ernstige
redenen had(den) te vermoeden dat die doorrei(s)z(en) en/of dat verblijf/die
verblijven wederrechtelijk was/waren, en/of
terwijl door dit feit (telkens) levensgevaar voor die voornoemde personen te
duchten was, omdat
-de smokkel plaatsvindt met rubberbo(o)t(en) via de Noordzee-/Kanaalroute
waarvan algemeen bekend is dat dit een gevaarlijk smokkelroute met (vele)
(dodelijke) ongevallen en/of verdrinkingen, althans een hoog risico daarop, al
dan niet door een sterke stroming en/of druk scheepvaartverkeer en/of
onvoldoende vaar- en/of zwemvaardigheden bij de opvarenden, en/of
-de gebruikte rubberbo(o)t(en) niet geschikt zijn om de Noordzee/het Kanaal
over te steken, en/of
-de gebruikte rubberbo(o)t(en) gevuld/beladen worden met meer mensen dan
waarvoor deze rubberbo(o)t(en) geschikt zijn.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen ter zake het ten laste gelegde.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Op 4 april 2020 is opsporingsonderzoek Patyah gestart op basis van informatie uit België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Gedurende het opsporingsonderzoek bleek dat medeverdachte [medeverdachte 1] zowel in België, Frankrijk als in Nederland naar voren kwam als verdachte van mensensmokkel. Verder bleek dat op verschillende momenten en plekken activiteiten plaatsvonden die in verband konden worden gebracht met (de voorbereiding van) mensensmokkel.
Uit het onderzoek kwam naar voren dat verschillende personen zich bezig hielden met de aankoop in Nederland van (rubber)boten, buitenbootmotoren en zwemvesten; het vervoer van dat materiaal naar de kust van België of Frankrijk en vervolgens de overtocht van vreemdelingen in boten over het Kanaal naar het Verenigd Koninkrijk. Vanwege de gezamenlijke verbanden is een Joint Investigation Team (JIT) opgestart. Daarin zijn ook afspraken gemaakt over in welk land strafvervolging diende plaats te vinden. Van verdachte is bepaald dat dat in Nederland zal zijn.
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
In de periode van 25 juli 2020 tot en met 26 juli 2020 hielden medeverdachten [medeverdachte 1] , de echtgenoot van verdachte, en medeverdachte [medeverdachte 2] zich bezig met de aanschaf van een caravan. [1] Op 26 juli 2020 zou medeverdachte [medeverdachte 2] de caravan op zijn naam zetten en daarna de caravan ophalen. [2] Uit bevraging bij het RDW komt naar voren dat niet medeverdachte [medeverdachte 2] , maar medeverdachte [medeverdachte 1] een caravan op zijn naam heeft gezet op 26 juli 2020. [3]
Uit een observatie op 27 en 28 juli 2020 komt naar voren dat [medeverdachte 1] samen met verdachte de caravan aan het schoonmaken is en dat de bekabeling en de verlichting werd geïnspecteerd door [medeverdachte 1] . [4] Tijdens een observatie op 28 juli 2020 is gezien dat medeverdachten [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] meerdere rubberen opblaasboten en buitenboordmotoren in de caravan legden. [medeverdachte 3] heeft ook een oranje jerrycan in de caravan gelegd. [5]
Nadat alles in de caravan geladen was, zijn verdachte, [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] in een BMW voorzien van kenteken [kenteken 1] gestapt en weggereden. Medeverdachte [medeverdachte 2] is in een Nissan voorzien van kenteken [kenteken 2] met daaraan gekoppeld de caravan weggereden en medeverdachte [medeverdachte 4] is in een Volkswagen Touran vertrokken. [medeverdachte 1] en medeverdachte [medeverdachte 2] hebben nog een korte ontmoeting bij een tankstation nabij de grensovergang bij Bladel gehad en zijn op 29 juli 2020 omstreeks 00:30 uur de grens van Nederland met België overgegaan. [6]
Uit opgenomen OVC gesprekken van 28 juli 2020 komt naar voren dat [medeverdachte 1] en medeverdachte [medeverdachte 2] de motoren in de auto zetten en dat medeverdachte [medeverdachte 4] de kuip en de motor gaat halen. [medeverdachte 1] voert verder gesprekken met zijn moeder en medeverdachte [medeverdachte 2] over waar en wanneer er gelost moet gaan worden en welke lading zij hebben. [medeverdachte 1] bespreekt met medeverdachte [medeverdachte 2] dat hij bij een golfveld/baan op een grote parkeerplaats uit kan laden. [7]
Uit opgenomen tapgesprekken op 29 juli 2020 komt naar voren dat medeverdachte [medeverdachte 4] contact heeft met [naam 1] en daarin zegt dat hij nu in Frankrijk is en dat hij gelost heeft. Medeverdachte [medeverdachte 4] zegt voorts te hopen tegen de ochtend bij haar te zijn en haar dan met de kinderen op te halen. Medeverdachte [medeverdachte 4] zou naar Ushan gaan en daarna zou onder andere [medeverdachte 1] komen om de rest mee te nemen. De kinderen zouden daarna vertrekken. [8]
Op 30 juli 2020 heeft medeverdachte [medeverdachte 4] opnieuw contact met [naam 1] over de locatie waar medeverdachte [medeverdachte 4] [naam 1] en de kinderen op kan komen halen en geeft [naam 1] aan het geld bij zich te hebben en aan hem te overhandigen als ze medeverdachte [medeverdachte 4] ziet. [9]
Op 29 juli 2020 is tijdens een observatie door de Franse autoriteiten gezien dat de Nissan voorzien van het kenteken [kenteken 2] in combinatie met een caravan, een BMW voorzien van het kenteken [kenteken 1] en later op de dag een Volkswagen Touran voorzien van kenteken [kenteken 3] samen zijn gekomen op een parkeerterrein van [naam 2] te Audinghen. Bij deze voertuigen zijn in elk geval [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] , medeverdachte [medeverdachte 2] , medeverdachte [medeverdachte 4] en verdachte gezien.
Tevens is waargenomen dat voornoemde drie voertuigen in de avond op de parkeerplaats van een golfbaan in de nabijheid van de plaats Le Touquet samen zijn gekomen. Vervolgens heeft het observatieteam waargenomen dat de caravan werd afgekoppeld om blijkbaar de nacht daar door te brengen. De Volkswagen Touran en de BMW rijden vervolgens tussen 23:00 uur en 01:00 uur in de omgeving van de pleisterplaats Aire de L'epitre en Golf du Touquet rond. [10]
Diezelfde nacht wordt nabij Le Touquet een voertuig van het merk Sharan met kenteken [kenteken 4] aangehouden samen met een negental migranten, reddingsvesten en jerrycans met benzine. [11]
Uit opgenomen OVC gesprekken van 3 augustus 2020 is te horen dat [medeverdachte 1] zegt dat hij de kinderen die een baby bij zich hadden heeft gesmokkeld en dat zij goed zijn aangekomen. [12]
Uit een tapgesprek van 21 september 2020 komt naar voren dat medeverdachte [medeverdachte 2] boos is omdat hij voor de reis niets betaald heeft gekregen waarop [medeverdachte 1] uitlegt dat iedere andere mensensmokkelaar pas betaalt als alles op de plaats van bestemming is gebracht en dat medeverdachte [medeverdachte 2] alleen maar tot de grens van België heeft gereden met de caravan en dat hij verder zelf alles heeft gedaan. [13]
Bij een doorzoeking op het verblijfadres van medeverdachte [medeverdachte 4] ( [adres 2] ) zijn onder meer 3 rubberboten, 4 buitenboordmotoren en 96 zwemvesten in beslaggenomen. Verder is het registratiebewijs aangetroffen van een snelle motorboot met het registratieteken [registratienummer] . [14]
Medeverdachte [medeverdachte 4] heeft bij de politie verklaard dat hij rubberboten, buitenboordmotoren en zwemvesten in Nederland koopt om deze vervolgens naar Frankrijk te brengen, dat hij weet dat deze goederen bedoeld zijn voor mensensmokkel vanuit Frankrijk naar Groot-Brittannië, en dat hij en [medeverdachte 1] dezelfde rol hebben in de mensensmokkelorganisatie en de verdiensten 50/50 verdelen. [15]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat zij door haar man niet betrokken werd bij de smokkelplannen en dat zij er niets van wist. In het OVC-gesprek van 30 juli 2020 is echter te horen dat [medeverdachte 1] zegt: “Je neemt een caravan, je neemt een gezin. Je plaatst drie kuipen en drie motors in een caravan. Dat betekent dat er ongeveer 50 mensen erheen zijn gegaan.” en verdachte even later zegt “ze moeten stil blijven”, op het moment dat het nog steeds gaat om het smokkelen van migranten. Ook zegt zij dat sommigen weten wat er aan de hand is, waarop [medeverdachte 1] reageert met de opmerking: “Schat, Engeland wil immigranten”. [16] Voorts heeft [medeverdachte 1] het in het gesprek van 30 juli 2020 over mensen die in een boot aankwamen en geholpen zijn door de politie waarna verdachte zegt “met godshulp komen zij veilig aan” [17] . Gelet hierop acht de rechtbank de verklaring van verdachte dat zij nergens van op de hoogte was niet geloofwaardig. Bovendien volgt uit dit gesprek dat de caravan werd gebruikt om de kuipen (de rechtbank begrijpt: boten), motoren en dergelijke heimelijk naar Frankrijk te vervoeren en verdachte welbewust onderdeel heeft uitgemaakt van deze dekmantel.
Verdachte heeft verder ter terechtzitting verklaard dat zij met haar medeverdachten naar Frankrijk is gegaan en dat in de caravan die zij meenamen boten en motoren lagen en dat deze er nog in lagen toen zij in Frankrijk aankwamen. [18] Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat zij niet wist waar de boten en motoren voor gebruikt werden, maar naar het oordeel van de rechtbank is deze verklaring van verdachte niet geloofwaardig gelet op het hiervoor overwogene en gelet op de omstandigheid dat verdachte zelf ook als vluchteling naar Nederland is gekomen.
Gelet op het voorgaande en gelet op de omstandigheid dat het een feit van algemene bekendheid is dat door op deze wijze migranten te vervoeren levensgevaar voor die personen te duchten is, is de rechtbank van oordeel dat het wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich met haar medeverdachten schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel van de in de tenlastelegging genoemde migranten, waarbij levensgevaar te duchten was voor de gesmokkelden.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
zij in de periode van 25 juli 2020 tot en met 3 augustus 2020 in Nederland en in België en in Frankrijk en in het Verenigd Koninkrijk, tezamen en in vereniging met anderen,
anderen, te weten
-9 migranten, waaronder (kleine) kinderen/minderjarigen,
behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis
door Nederland en/of België en/of Frankrijk en/of het Verenigd Koninkrijk
en/of een andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen
en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot
stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, en/of
voornoemde personen (telkens) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen
heeft verschaft,
door die voornoemde personen
-tijdens de reis te begeleiden, en/of
-te (laten) vervoeren naar en/of begeleiden naar en/of verzamelen op een plek
op of nabij een strand, en/of
-te voorzien van (een of meerdere) reddings-/zwemvest(en), en/of
-te voorzien (een of meerdere) rubber bo(o)t(en) en/of (een of meerdere)
buitenboordmotor(en) en/of (een of meerdere) brandstoftank(s)/jerrycan(s) (met
brandstof voor een buitenboordmotor)
terwijl zij, verdachte en haar medeverdachten wisten of ernstige redenen hadden te vermoeden dat die doorrei(s)z(en) en/of dat verblijf/die verblijven wederrechtelijk was/waren, en/of
terwijl door dit feit (telkens) levensgevaar voor die voornoemde personen te
duchten was, omdat
-de smokkel plaatsvindt met rubberbo(o)t(en) via de Noordzee-/Kanaalroute
waarvan algemeen bekend is dat dit een gevaarlijk smokkelroute met (vele)
(dodelijke) ongevallen en/of verdrinkingen, althans een hoog risico daarop, al
dan niet door een sterke stroming en/of druk scheepvaartverkeer en/of
onvoldoende vaar- en/of zwemvaardigheden bij de opvarenden, en/of
-de gebruikte rubberbo(o)t(en) niet geschikt zijn om de Noordzee/het Kanaal
over te steken, en/of
-de gebruikte rubberbo(o)t(en) gevuld/beladen worden met meer mensen dan
waarvoor deze rubberbo(o)t(en) geschikt zijn.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij haar daarvan zal vrijspreken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in artikel 197a van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
het misdrijf: mensensmokkel, terwijl het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen, terwijl daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is, meermalen gepleegd.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezen verklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen ter zake het ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en een werkstraf voor de duur van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft primair vrijspraak bepleit. Subsidiair heeft de verdediging verzocht te volstaan met een geheel voorwaardelijke straf.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich samen met haar mededaders schuldig gemaakt aan de smokkel van meerdere vreemdelingen, waaronder kinderen, door hen in een bootje te vervoeren vanuit Frankrijk naar Groot-Brittannië. Dergelijke bootjes waren absoluut niet geschikt voor de overtocht die bovendien ging over de drukste vaarroute ter wereld. Onder die gevaarlijke omstandigheden hadden de vreemdelingen dan ook levensgevaar te duchten.
De rechtbank rekent dit verdachte aan.
Daar komt bij dat mensensmokkel het overheidsbeleid aangaande bestrijding van wederrechtelijke doorreis door Nederland en andere Europese landen doorkruist en daarmee bijdraagt aan het in stand houden van een illegaal circuit dat allerhande maatschappelijke ongewenste effecten met zich brengt.
De rechtbank slaat acht op de omstandigheid dat uit het uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 18 juni 2021 blijkt dat verdachte niet eerder met politie of justitie in aanraking is gekomen.
Gezien de gevaarzetting en de ernst van het feit kan normaliter niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Het beeld dat de rechtbank van verdachte heeft is dat zij werd gebruikt door haar echtgenoot. Uit de bewijsmiddelen blijkt ook niet dat zij gedreven werd door winstbejag. De in deze zaak getoonde weinig zelfkritische houding van verdachte en het gemak waarmee zij zich verschuilt achter haar echtgenoot, zijn aanleiding om een forse voorwaardelijke gevangenisstraf met een langere proeftijd dan geëist op te leggen. De rechtbank is van oordeel dat daarmee de kans op recidive kan worden verminderd. Hoewel in het kader van vergelding de geëiste taakstraf begrijpelijk is, zal de rechtbank deze achterwege laten. Het is van groot belang dat verdachte beseft dat als zij wederom de fout ingaat, de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf van één jaar wacht. De rechtbank zal daarom volstaan met het opleggen van een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 jaar met een proeftijd van 3 jaren.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op het hiervoor genoemde wetsartikel. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt haar daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
mensensmokkel, terwijl het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen, terwijl daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is, meermalen gepleegd;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
1 jaar;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. V.P.K. van Rosmalen en mr. S.H. Peper, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.C. van Druten, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2021.
Buiten staat
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Map 07a, Zaaksdossier mensensmokkel met caravan, pagina 1612-1626
2.Map 07a, Zaaksdossier mensensmokkel met caravan, pagina 1698
3.Map 07a, Zaaksdossier mensensmokkel met caravan, pagina 1699-1700
4.Map 07a, Zaaksdossier mensensmokkel met caravan, pagina 1712
5.Map 07a, Zaaksdossier mensensmokkel met caravan, pagina 1739
6.Map 07a, Zaaksdossier mensensmokkel met caravan, pagina 1739-1740
7.Map 07a, Zaaksdossier mensensmokkel met caravan, pagina 1761-1764
8.Map 07a, Zaaksdossier mensensmokkel met caravan, pagina 1780-1781
9.Map 07a, Zaaksdossier mensensmokkel met caravan, pagina 1782-1784
10.Map 07a, Zaaksdossier mensensmokkel met caravan, pagina 1771-1774
11.Map 07a, Zaaksdossier mensensmokkel met caravan, pagina 1773
12.Map 07a, Zaaksdossier mensensmokkel met caravan, pagina 1790
13.Map 07a, Zaaksdossier mensensmokkel met caravan, pagina 1794-1795
14.Map 07a, Zaaksdossier mensensmokkel met caravan, pagina 1816-1819
15.Map 07a, Zaaksdossier mensensmokkel met caravan, pagina 1879-1883
16.Map 07a, Zaaksdossier mensensmokkel met caravan, pagina 1634
17.Map 07a, Zaaksdossier mensensmokkel met caravan, pagina 1785
18.Proces-verbaal ter terechtzitting van 29 juni 2021