Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam 2]te [woonplaats] , eisers,
Stichting IJssellandschap, te Olst,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 25 januari 2021 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een omgevingsvergunning voor de realisatie van een zonneweide op een perceel te Olst. De vergunning was verleend aan Stichting IJssellandschap door het college van burgemeester en wethouders van Olst-Wijhe. Eisers, [naam 1] en [naam 2], hebben beroep ingesteld tegen dit besluit, maar de rechtbank heeft hen niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelde dat eisers niet als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat er geen gevolgen van enige betekenis voor hen zijn vastgesteld. De rechtbank heeft daarbij gekeken naar de afstand van de woningen van eisers tot de zonneweide, het zicht op de locatie en de aard van de gevolgen die de zonneweide met zich zou brengen. De rechtbank concludeerde dat de gevolgen voor de woon- en leefomgeving van eisers dermate gering zijn dat zij niet kunnen worden aangemerkt als belanghebbenden. De rechtbank heeft ook overwogen dat de vrees van eisers voor mogelijke negatieve effecten onvoldoende is om hen als belanghebbenden te kwalificeren. De uitspraak benadrukt het belang van het hebben van een objectief, actueel, eigen en persoonlijk belang om als belanghebbende te worden aangemerkt. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, aangezien het beroep niet-ontvankelijk is verklaard.