In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel, is er een geschil ontstaan tussen LOON- EN MECHANISATIEBEDRIJF [X] (verweerder) en de vennootschap onder firma LOON- EN GRONDWERK [eiseres]. De verweerder heeft bij dagvaarding van 26 mei 2020 een hoofdelijke veroordeling van de eiseres gevorderd tot betaling van € 25.000,00, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Dit bedrag is opgebouwd uit verschillende facturen die verweerder aan eiseres heeft gestuurd voor verrichte werkzaamheden. Eiseres heeft in verzet gekomen tegen een eerder verstekvonnis van 14 juli 2020, waarin haar vordering was toegewezen. Eiseres heeft in reconventie een bedrag van € 28.976,53 gevorderd, alsmede de doorhaling van door verweerder gelegde beslagen.
Tijdens de mondelinge behandeling is vastgesteld dat verweerder in totaal € 32.947,80 aan facturen heeft gefactureerd aan eiseres over de jaren 2017-2019. Eiseres heeft echter betwist dat zij nog een bedrag aan verweerder verschuldigd is, en heeft een beroep gedaan op verrekening met haar eigen vorderingen op verweerder. De kantonrechter heeft geoordeeld dat eiseres voldoende bewijs heeft geleverd van haar betalingen aan verweerder, en dat de vorderingen van eiseres op verweerder toewijsbaar zijn. Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van verweerder in conventie afgewezen, en de vordering van eiseres in reconventie toegewezen, waarbij de kantonrechter verweerder heeft bevolen de gelegde beslagen door te halen.
De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.M. Essed, kantonrechter, en openbaar uitgesproken door mr. S.J.S. Groeneveld-Koekkoek op 13 april 2021.