Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
PROXIMEDIA NEDERLAND B.V. h.o.d.n. BeUp en MKB ClickService,
gevestigd en kantoorhoudende te Utrecht,
Proximedia,
h.o.d.n. [X] ,wonende te [woonplaats] ,
[gedaagde],
1.De procedure
2.De feiten
- het ontwikkelen van zogeheten landingspagina's, oftewel van een mini-website met maximaal 5 pagina's;
- het leveren van call tracking, oftewel de mogelijkheid om via een op de website vermeld speciaal telefoonnummer oproepen te ontvangen; en
- Search Engine Advertising (SEA), oftewel het opzetten van een advertentiecampagne met behulp van Google AdWords.
in de nakoming van haar verbintenis, zijn alle vorderingen uit hoofde van de overeenkomst, zowel de op dat moment als in de toekomst opeisbare maandelijkse bijdragen, onmiddellijk en in zijn geheel opeisbaar.”
Wij stellen vast dat u ondanks diverse betalingsherinneringen nog steeds geen medewerking verleent en dat u uw factuur onbetaald laat. U laat ons geen andere mogelijkheid dan de ontbinding van onze overeenkomst in uw nadeel conform artikel 8.”
3.Het geschil
- € 919,60 aan facturen, die betrekking hebben op de periode vanaf de aanvang van de overeenkomst tot en met 5 januari 2020;
- € 3.500,- aan verbrekingsvergoeding (bestaande uit de termijnbedragen van de resterende 20 maanden van de overeenkomst);
- € 662,94 aan buitengerechtelijke incassokosten; en
- € 49,71 aan rente, berekend tot 26 augustus 2020.
4.De beoordeling
wettelijke handelsrente4.11. Proximedia vordert de wettelijke handelsrente (artikel 6:119a BW) over de gevorderde factuurbedragen. Nu alleen het bedrag van € 919,60 aan facturen toewijsbaar is, zal alleen hierover de wettelijke handelsrente worden toegewezen. De gevorderde rente tot 26 augustus 2020 wordt afgewezen, omdat die rente ook is berekend over de verbrekingsvergoeding die niet toewijsbaar is. De kantonrechter zal de ingangsdatum van de wettelijke handelsrente daarom bepalen op de dag van de dagvaarding.