ECLI:NL:RBOVE:2021:3011

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
27 juli 2021
Publicatiedatum
27 juli 2021
Zaaknummer
07-015896-96
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een 70-jarige man met autismespectrumstoornis en schizofrenie

Op 27 juli 2021 heeft de Rechtbank Overijssel de terbeschikkingstelling (tbs) van een 70-jarige man verlengd met twee jaar. De rechtbank volgde het advies van de kliniek, die aangaf dat de man lijdt aan een autismespectrumstoornis en schizofrenie, wat kan leiden tot gevaarlijk gedrag bij overprikkeling. De man is sinds 1998 ter beschikking gesteld na een veroordeling voor doodslag, en zijn tbs is voor de laatste keer verlengd op 9 juli 2019. De rechtbank heeft vastgesteld dat de stoornis nog steeds aanwezig is en dat er aanzienlijke risico's zijn als de man zou worden vrijgelaten.

De procedure begon met een vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de tbs, die op 14 mei 2021 werd ingediend. Tijdens de zitting op 13 juli 2021 werd de man gehoord via een skypeverbinding, bijgestaan door zijn raadsman. De officier van justitie pleitte voor verlenging van de tbs, terwijl de man en zijn raadsman geen bezwaar hadden tegen de verlenging, maar wel hun zorgen uitten over de procedure en de juridische formuleringen.

De rechtbank heeft de rapporten van de kliniek en deskundigen zorgvuldig bestudeerd. De kliniek benadrukte het belang van continuïteit in de behandeling en de noodzaak voor de man om in een gecontroleerde omgeving te blijven. De rechtbank concludeerde dat de man, zonder de juiste medicatie en begeleiding, een gevaar voor anderen kan vormen. Daarom heeft de rechtbank besloten de tbs met twee jaar te verlengen, in het belang van de veiligheid van de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 07-015896-96
Datum uitspraak: 27 juli 2021
Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[naam] ,
geboren op [geboortedatum] 1950 in het [geboorteplaats] ,
verblijvende in LFPZ van FPC de Pompestichting in Zeeland.

1.De aanleiding

[naam] is bij arrest van het gerechtshof Arnhem van 30 januari 1998 ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege (hierna: de tbs), na bewezenverklaring van het misdrijf: doodslag.
De tbs is ingegaan op 22 juni 1999. De tbs is voor de laatste keer verlengd door deze rechtbank op 9 juli 2019. In hoger beroep heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op
28 mei 2019 beslist dat de verlengingsbeslissing van de rechtbank in stand blijft. De tbs eindigt als er niet opnieuw verlengd zal worden, op 22 juni 2021.

2.De stukken

De rechtbank heeft de volgende stukken gelezen:
  • het adviesrapport van FPC Pompestichting van 6 april 2021, opgemaakt en ondertekend door E.P.M.T. Brouns, directeur patiëntenzorg en drs. L. Aa-Van Schijndel, behandelcoördinator/GZ-psycholoog;
  • de pro Justitia rapportage van drs. H.A. Gerritsen, psychiater, van 8 april 2021;
  • de pro Justitia rapportage van G.M. Jansen, psycholoog, van 22 maart 2021;
  • een afschrift van de wettelijke aantekeningen over de periode van 24 februari 2020 tot en met 24 februari 2021;
  • een brief van betrokkene waarin hij zijn bezwaren tegen de beslissing van de rechtbank van 9 juli 2019 en die van het Hof van 28 mei 2019 heeft opgeschreven.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 14 mei 2021 een vordering ingediend tot verlenging van bovenvermelde termijn met twee jaar.
De openbare terechtzitting was op 13 juli 2021.
De rechtbank heeft gehoord:
- betrokkene, via een skypeverbinding en bijgestaan door zijn raadsman
mr. D.W.H.M. Wolters, die in de zittingszaal aanwezig was;
  • de officier van justitie mr. S. Markink-Grolman;
  • deskundige drs. L. Aa-Van Schijndel, behandelcoördinator/GZ-psycholoog verbonden aan de LFPZ van FPC de Pompestichting in Zeeland, die ook via een skypeverbinding aanwezig was.
De officier van justitie vindt dat de tbs met twee jaar verlengd moet worden door de rechtbank.
[naam] en mr. Wolters hebben gesteld dat zij geen bezwaar hebben tegen verlenging van de tbs, maar dat [naam] daar wel zijn eigen ideeën bij heeft. Hij vindt dat de procedure bij het hof niet goed is verlopen en dat hij niet goed heeft kunnen zeggen wat hij er van vond. Hij heeft zich daarom goed verdiept in de wet. De raadsman heeft ook gezegd dat de juridische formuleringen in documenten veel te ingewikkeld en volstrekt onbegrijpelijk zijn voor [naam] . De rechtbank heeft [naam] goed gehoord, toen hij vroeg waarom de officier van justitie zegt dat de veiligheid van personen en goederen de verlenging van de tbs eisen.

4.De beoordeling

De vordering tot verlenging van de tbs is op 14 mei 2021 ingediend. Dit is op tijd. De zaak had wel eerder op een zitting moeten worden behandeld. Door de drukte bij de rechtbank is dat niet gelukt. Dat heeft verder geen gevolgen.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek
van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de tbs moet worden verlengd. In die artikelen staat dat de rechtbank moest vaststellen of de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van goederen en personen de verlenging eist. Om te bepalen of daarvan sprake is kijkt de rechtbank naar twee dingen: of er nog steeds sprake is van een stoornis en of er een risico is dat [naam] opnieuw anderen in gevaar brengt.
De rechtbank heeft de rapporten van de kliniek en de toelichting van mevrouw Aa goed gelezen en gehoord. De psychiater en de psycholoog zijn gevraagd om een rapport op te stellen om te bekijken of de kliniek op de goede weg zit. Zij konden dat rapport niet opstellen omdat de heer [naam] niet met ze wilde spreken.
Het rapport van de kliniek houdt onder meer het volgende in.
[naam] is een zeventigjarige man, bij hem is sprake van een autismespectrumstoornis en schizofrenie. Daardoor kan er in sommige situaties gevaarlijk gedrag bestaan.
Vooral overprikkeling is voor [naam] lastig, hij kan daar niet goed mee om gaan. Hij kan dan achterdochtig worden en krijgt dan soms heel sterke ideeën. Hij krijgt nu verplicht medicatie zodat alles binnen de perken blijft. [naam] heeft vanaf december 2018 begeleid verlof en er is een stappenplan. Dat gaat goed, en [naam] heeft er plezier in.
Het gevaar voor overprikkeling is serieus, als dat gebeurt voelt [naam] zich als ‘een kat in het nauw’ en dan kan hij drastisch gaan handelen, ook met geweld, om het probleem wat hij voelt op te lossen. Dit is in het verleden vaker gebeurd.
Het is daarom belangrijk dat [naam] op een plek woont waar de gang van zaken en de regels duidelijk zijn, en waar het personeel goed op hem let en steeds goed aanvoelt hoe [naam] zich voelt. Ook de medicijnen helpen hem om rustig te blijven.
Zonder dat, kan het misgaan met [naam] en zouden er weer grote risico’s kunnen ontstaan.
[naam] is het niet met alles eens.
De kliniek vindt het belangrijk dat [naam] op de LFPZ in Zeeland blijft. De kliniek is bang dat [naam] zijn medicatie niet meer neemt als de tbs zou eindigen en dat hij dan tot gewelddadig gedrag zal over gaan. De tbs moet voor twee jaar verlengd worden vindt de kliniek.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank vindt dat de kliniek een duidelijk advies heeft gegeven. De rechtbank stelt vast dat de stoornis nog steeds bestaat, en dat er grote risico’s zijn als de heer [naam] naar buiten zou gaan.
De rechtbank stelt ook vast dat volgens de wet de tbs net zo lang mag duren als nodig is.
De rechtbank vindt het net als de kliniek belangrijk dat de heer [naam] voorlopig in de LFPZ in Zeeland blijft.
De rechtbank zal de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengen.

5.De beslissing

De rechtbank verlengt de terbeschikkingstelling van
[naam]met twee jaar;
Aldus gegeven door mr. A. van Holten, voorzitter, mr. C.A. Peterzon en mr. D.E. Schaap, rechters, in tegenwoordigheid van M. Bakker als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 juli 2021.
Mr. C.A. Peterzon is buiten staat de beslissing mede te ondertekenen.