9.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feiten 1 en 2telkens het misdrijf:
medeplegen van het opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en 2 bewezen verklaarde;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
200 (tweehonderd) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
100 (honderd) dagen;
- bepaalt dat van deze taakstraf een gedeelte van
100 (honderd) uren, te vervangen door hechtenis voor de tijd van
50 (vijftig) dagenvoor het geval die taakstraf niet naar behoren wordt verricht,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later de tenuitvoerlegging gelast omdat de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarenzich schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- beveelt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat twee uren per dag aftrek plaatsvindt.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M. van Vuure, voorzitter, mr. S.H. Peper en
mr. J.T. Pouw, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.H. Doldersum, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 5 augustus 2021.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland, District IJsselland, onderzoek Marbella / nummer ON1R019129. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] namens [bedrijf] B.V. van 8 november 2019, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 434-435):
(...) Feit : Brandstichting
Plaats delict : [adres 3]
Pleegdatum/tijd : Op vrijdag 8 november 2019 om 02:32 uur (...)
Ik werd rond 02:30 uur wakker gemaakt door mijn vrouw. Ik hoorde gelijk dat er mensen op straat aan het praten waren. Ik herkende de stemmen niet. Ik hoorde dat mijn vrouw zei: "Je auto staat in brand". Ik ben uit bed gestapt en ik keek uit het raam naar mijn auto. Ik zag dat het mijn auto betrof die flink in de brand stond. (...)
De aangever verstrekte over het beschadigde de volgende aanvullende informatie: (...)
Voertuig: Personenauto
Merk/type: Bmw 530e Iperforman
Kleur: Grijs
Kenteken: [kenteken 1] (...)
2. Het proces-verbaal forensisch onderzoek vervoermiddel (BMW [kenteken 1] ) van 3 december 2019, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 437-441):
(...) Het betrof een brandstichting.
Gezien het brandbeeld is sprake van meerdere afzonderlijke brandpatronen. (…)
Gezien het feit dat een verhoogde meting werd waargenomen onder de bestrating, op de plaats van beide voorwielen, doen het bijbrengen van een ontbrandbare vloeistof om de brand te beïnvloeden, vermoeden. Waarschijnlijk werd daarna, vermoedelijk opzettelijk vuur bij/ingebracht, in welke vorm dan ook. Om die reden is brandstichting meer waarschijnlijk dan welke andere vorm van brand(oorzaak) dan ook.
Uit de beschreven situatie en het aangetroffen brandbeeld kon worden opgemaakt dat de brand, zonder de inzet van hulpdiensten, in het bijzonder de brandweer, zich verder had kunnen ontwikkelen, waarbij grotere schade te verwachten was geweest aan het voertuig en het wegdek. Derhalve kan worden gesteld dat bij deze brand gemeen gevaar
voor goederen was te duchten als bedoeld in artikel 157 onder lid 1 van het Wetboek van Strafrecht. (…)
3. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte] van 11 december 2019, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 446-452):
(...) O: Brandstichting BMW Stadshagen:
Je hebt gisteren 10 december 2019 ook verklaard dat je samen met [verdachte] een BMW in de Zwolse wijk Stadshagen in de brand hebt gestoken. Jullie gingen er van uit dat deze auto van [naam 2] was.
V: Hoe is dat gegaan?
A: Die BMW stond geparkeerd op een plek waar [naam 2] altijd haar auto zet. (...) Ik heb deze auto samen met [verdachte] in de brand gestoken. Dit was ongeveer een week na de brandstichting van de Ford. (...) [verdachte] en ik besloten om naar het huis van [naam 2] te gaan om haar auto in de brand te steken. Dit omdat ze mij niet rust wilde laten. (...) Met z’n drieën, [verdachte] , [naam 1] en ik reden we weg naar de woning van [naam 2] in Stadshagen. We reden naar haar auto toe. [verdachte] had al een Cola fles met benzine in de auto liggen. (…) Aangekomen bij de woning van [naam 2] zagen we de BMW staan op de plek waar zij altijd haar auto parkeert. [naam 1] reed en stopte de auto naast de BMW, nadat wij hadden gezegd dat zij moest stoppen. [verdachte] en stapten uit. (…)
4. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [naam 1] van 18 december 2019, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 465-473):
(…) Op de parkeerplaats zei [verdachte] dat hij zijn auto bij [naam 3] neer zou zetten. Hij zei dat dit handig was voor het geval hij aangehouden zou worden (...) Op de avond van de 2e brand zette [verdachte] zijn auto bij [naam 3] neer, hij liep naar de bushalte waar wij hem op moesten halen. Toen hadden ze ook weer een flesje benzine. Ik moest er langs rijden en hun afzetten. [verdachte] gooide er benzine overheen en [medeverdachte] stak het aan of andersom. [verdachte] moesten we daarna weer afzetten bij de bushalte. (…) Ik moest naast een donkere auto stoppen, ik dacht dat het een BMW was. Ik bestuurde de auto (…) [verdachte] en [medeverdachte] zaten achter in de auto. (...)
5. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] van 18 december 2019, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 542-545):
(...) A: (…) Ik ben bij beide autobranden betrokken en wens hierover uitgebreid te verklaren.
(…) Op de dag van de brand waren [medeverdachte] , [naam 1] en ik bij elkaar. [naam 1] had [medeverdachte] al opgehaald uit Dalerpeel, ik kwam iets later. [medeverdachte] kwam op het idee om de huurauto van [naam 2] in de brand te steken. Hij wilde dit doen omdat hij ruzie met haar had. (...) We reden die avond of nacht met z'n drieën in de auto van [naam 1] , de VW Golf. [medeverdachte] had al benzine in de auto van [naam 1] . (...) In de auto werd besproken dat er een auto in de brand zou worden gestoken. Er werd gesproken over de auto van [naam 2] . [naam 1] reed. We reden in de richting van de woning van [naam 2] . [naam 1] parkeerde in de directe omgeving met draaiende motor. [medeverdachte] en ik zijn toen uitgestapt. (...) Dit alles is dus gebeurd volgens een vooropgezet plan. (...)
1. Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] van 6 november 2019, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 567-570):
(...) A: Ik doe aangifte van het in brand steken van onze auto.
V: Wat is er gebeurd?
A: (…) Ik zat afgelopen nacht rond 01.30 uur al in de woonkamer. Rond die tijd hoorde ik geroezemoes bij de deur, Het was wat lawaaiig (...)
V: Hoe lang was dat geroezemoes bij de deur?.
A: Heel kort. Want nog geen minuut later hoorde ik een knal waardoor ik wel ben opgestaan en gaan kijken. Toen zag ik dat de auto in brand stond. Ik heb vervolgens meteen 112 gebeld. (...) De aangever verstrekte over het beschadigde de volgende aanvullende informatie:
Voertuig: Personenauto
Merk/type: Ford Focus; 1.6i 74
Kleur: Grijs (...)
2. Het proces-verbaal forensisch onderzoek vervoermiddel (Ford [kenteken 2] ) van 25 februari 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 571-574):
(...) Het gehele brandbeeld en het brandverloop paste bij het overgieten van de motorkap met een ontbrandbare vloeistof, die daarna tot ontbranding wordt gebracht. (...)
3. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte] van 11 december 2019, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 446-452):
(...) De auto stond geparkeerd in Stadshagen (…) De auto betrof een drugsauto, ik bedoel daarmee dat deze die auto gebruiken om drugs mee te dealen. Met ze bedoel ik [naam 2] en [naam 4] waar ik de achternaam niet van weet. (…) Ze waren er achter gekomen dat ik tegen [namen] een verklaring had afgelegd en ik werd bedreigd door ze en ook anderen met wie ik was. Ik zal daar later uitvoeriger over verklaren, maar het was wel mijn motief om de auto in brand te steken. [verdachte] wist dat ik door hen bedreigd werd. We besloten allebei om de auto van hen in de brand te steken. [verdachte] wilde ook echt dat we het deden. Hij wilde [naam 2] afpersen. Zo hadden ze geen auto meer om te dealen en [verdachte] wilde [naam 2] met nog meer dingen afpersen. (...) Ik zag dat [verdachte] benzine tankte in een Glassex fles. (...) [verdachte] reed met mij naar Stadshagen. Hij regelde dat hij de auto van [naam 1] kon gebruiken om naar de auto van [naam 2] te rijden. Hij wilde zijn eigen auto niet gebruiken in verband met mogelijke camera beelden. (...) Ik reed in de auto van [naam 1] naar de plek waar de Ford stond. De Ford stond vlak voor de woning van [naam 4] zijn broer in Stadshagen. (...) [verdachte] goot de benzine over de auto heen, volgens mij over de voorruit en motorkap en toen hield hij er vlammetje bij. Ik liep al naar de auto terug en zag een steekvlam. Ik zag dat de auto vlam vatte en we zijn direct weer weg gereden. (…)
4. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [naam 1] van 17 december 2019, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 455-464):
(...) A: [medeverdachte] wilde mijn auto lenen voor 10 minuten of zo. Het duurde niet lang zei hij. (…) Ik moest in [verdachte] zijn auto zitten en [medeverdachte] nam mijn auto mee. (...)
V: Je zei dat [medeverdachte] een flesje benzine had en dat de auto naar benzine rook?
A: Op het moment dat ik in de auto ging zitten van [verdachte] zag ik een flesje. Ik weet niet meer wat voor een soort flesje het was. Het was wel een klein flesje, (verdachte wijst ongeveer 20 cm aan) Het was een plastic flesje. Ik zag het flesje voor het eerst toen [medeverdachte] naar mijn auto toe liep, voor het wisselen van de auto op de parkeerplaats naast het station. Ik zag dat [medeverdachte] in zijn hand het kleine flesje vast hield. (…) Toen [medeverdachte] na het lenen van mijn auto terug kwam stonk mijn auto helemaal naar benzine. (…)
5. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [naam 1] van 18 december 2019 (pagina's 465-473):
(...) Eigenlijk klopt mijn verklaring die ik gisteren heb afgelegd met betrekking tot de 1e brand. Het enige verschil is dat [verdachte] mee was met [medeverdachte] . (...)
6. Een schriftelijk bescheid, inhoudelijke WhatsAppberichten tussen [naam 1] en [verdachte] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 655-657):
(…) 05-11-19 21:21 - [verdachte] : Leen je auto is
05-11-19 21:22 - [naam 1] : Waarvoor
05-11-19 21:23 - [verdachte] : Even wat ophalen maar deze auto kennen ze (...)
05-11-19 22:06 - [verdachte] : Mogen we m ou lenen ifniet (…)
7. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] van 18 december 2019, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 542-545):
(...) V: Wat kun je verklaren over de eerste autobrand, de brandstichting van de grijze auto in Stadshagen?
A: Ik weet niet meer precies wanneer dit was, ik was eerder die avond met [medeverdachte] in mijn auto, de zwarte Volkswagen Polo. (…) [naam 1] kwam later met haar auto, de grijze Volkswagen Golf. Op de parkeerplaats zijn we van auto gewisseld met die van [naam 1] . We hebben haar volgens mij niet gezegd waarom we haar auto mee wilden hebben. (...) In de auto hoorde ik van [medeverdachte] dat hij een auto in de brand wilde steken. (…) [medeverdachte] en ik zijn toen volgens mij naar het tankstation van de Shell aan de Blaloweg gereden. Ik heb toen benzine getankt in een of ander leeg flesje dat in de auto lag. (…)
V: Wat gebeurde er toen?
A: We zijn toen in de auto van [naam 1] naar de wijk Stadshagen gereden. We reden naar een straat, ik weet niet hoe die heet. [medeverdachte] en ik waren daar volgens mij al eerder die wezen kijken waar die auto stond en hoe je het snelst weg kon rijden. [medeverdachte] wist waar die auto stond. Met deze auto werd drugs rondgereden. [medeverdachte] reed. Hij parkeerde de auto op de weg dusdanig dat we snel weg konden rijden. We zijn toen beiden uitgestapt. We zijn toen samen naar de grijze auto gelopen. (…) De auto vatte direct vlam. (...)
8. De verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 22 juli 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…) De jongste rechter vraagt mij of ik nog weet hoe de auto geparkeerd stond; wat er in de buurt was. Het was een rijtjeshuis. De auto stond met de neus richting de deur. De jongste rechter vraagt mij wat ik denk dat de afstand was tussen de auto en de woning. Een meter of zes. Het huis zou geraakt kunnen worden. (…)