In deze zaak vordert de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht betaling van een bedrag van € 2.127,35 van gedaagde, die eigenaar is van de hond [X]. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst van opdracht voor de behandeling van de hond, waarbij de Faculteit stelt dat gedaagde nog een bedrag van € 1.831,41 verschuldigd is na een eerdere betaling van € 3.000,00. Gedaagde heeft verweer gevoerd en stelt dat de Faculteit haar onvoldoende heeft geïnformeerd over de kosten en dat er onjuiste diagnoses zijn gesteld, wat heeft geleid tot extra kosten. De Faculteit heeft echter betoogd dat zij gedaagde voldoende op de hoogte heeft gehouden van de behandelingen en de bijbehorende kosten. De kantonrechter oordeelt dat de Faculteit aan haar informatieplicht heeft voldaan en dat de vordering van de Faculteit toewijsbaar is. De tegenvordering van gedaagde voor € 500,00 wegens geleden ellende wordt afgewezen, omdat de kantonrechter oordeelt dat er geen sprake is van een tekortkoming of onrechtmatige daad van de Faculteit. De kantonrechter wijst de vordering van de Faculteit toe en veroordeelt gedaagde in de proceskosten.