ECLI:NL:RBOVE:2021:3189

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
27 juli 2021
Publicatiedatum
12 augustus 2021
Zaaknummer
9019507 \ CV EXPL 21-329
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde factuur na rechtsgeldige cessie

In deze zaak vordert Infomedics B.V. betaling van een onbetaalde factuur van € 238,59 van gedaagde, die een kunstgebit heeft laten maken door tandprotheticus [A]. De vordering is rechtsgeldig gecedeerd aan Infomedics, en gedaagde heeft niet adequaat gereageerd op de dagvaarding en de repliek. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde niet heeft aangetoond dat hij met [A] heeft afgesproken dat hij pas hoeft te betalen wanneer het kunstgebit goed is. De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van de hoofdsom en de buitengerechtelijke incassokosten toe, maar wijst de rente over rente af, omdat deze pas na een jaar verschuldigd is. Gedaagde wordt ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 27 juli 2021.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats [woonplaats]
Zaaknummer : 9019507 \ CV EXPL 21-329
Vonnis van 27 juli 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap
INFOMEDICS B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Almere,
eisende partij, hierna te noemen Infomedics,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,
verschenen in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 14 januari 2021 met producties,
- de conclusie van antwoord van 16 februari 2021,
- de akte overleggen bewijsstukken van [gedaagde] van 30 maart 2021 met producties,
- de conclusie van repliek van 1 juni 2021 met producties.
1.2.
[gedaagde] heeft hierna, hoewel daartoe behoorlijk in de gelegenheid gesteld, niet meer gereageerd.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft een kunstgebit laten maken door de heer [A] .
2.2.
[A] heeft zijn vorderingen op [gedaagde] met betrekking tot dit kunstgebit gecedeerd aan Infomedics.
2.3.
Op 31 juli 2020 heeft Infomedics een factuur van € 238,59 aan [gedaagde] gestuurd voor het kunstgebit.
2.4.
Op 11 september 2020 is [gedaagde] door Infomedics schriftelijk aangemaand om het bedrag van € 238,59 binnen vijftien dagen na bezorging van de brief te voldoen. [gedaagde] heeft het bedrag niet betaald.

3.Het geschil

Vordering

3.1.
Infomedics vordert dat de kantonrechter [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeelt om aan haar een bedrag van € 280,55 te betalen, bestaande uit € 238,59 aan hoofdsom, € 1,96 aan wettelijke rente ex artikel 6:119 BW berekend tot 11 januari 2021 en € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over € 280,55 vanaf 11 januari 2021 totdat de vordering helemaal betaald is, alsmede [gedaagde] te veroordelen in de kosten van de procedure.
3.2.
Infomedics vordert kosten in verband met het kunstgebit dat aan [gedaagde] is verstrekt. Zij legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] , ondanks verscheidene aanmaningen, heeft nagelaten het gefactureerde bedrag van € 238,59 te betalen. Daarnaast stelt Infomedics dat [gedaagde] wettelijke rente verschuldigd is vanaf de datum van verzuim en maakt Infomedics aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten, omdat zij meerdere keren heeft geprobeerd [gedaagde] de factuur te laten betalen zonder een procedure te hoeven voeren.
Verweer
3.3.
[gedaagde] voert verweer. Allereerst voert hij aan dat hij is verhuisd en dat de factuur naar zijn oude adres is gestuurd. Daarnaast voert hij aan dat het kunstgebit niet goed is en dat [A] heeft gezegd dat hij pas hoefde te betalen wanneer het kunstgebit goed is. Volgens [gedaagde] heeft [A] ook gezegd dat hij ervoor zou zorgen dat de vordering zou worden teruggehaald bij de deurwaarder. [gedaagde] heeft de deurwaarder hierover gebeld. Het kunstgebit is volgens hem nog steeds niet helemaal goed, waardoor zijn mond van binnen kapot gaat. [A] gaat het gebit aanpassen. Daarvoor heeft [gedaagde] een afspraak op 22 maart 2021. Als dat goed is, wil [gedaagde] de rekening wel betalen, maar hij is het niet eens met de deurwaarderskosten.

4.De beoordeling

Hoofdsom

4.1.
De kantonrechter constateert dat [A] de vordering rechtsgeldig heeft gecedeerd aan Infomedics en dat deze cessie ook is meegedeeld aan [gedaagde] . Gesteld noch gebleken is dat [gedaagde] tegen deze cessie bezwaar heeft gemaakt. Het vorderingsrecht in onderhavige procedure ligt dan ook bij Infomedics.
4.2.
[gedaagde] erkent dat hij een kunstgebit heeft gekregen en betwist de kosten daarvan niet. Hij stelt echter dat hij met [A] heeft afgesproken dat hij pas hoeft te betalen wanneer het kunstgebit goed is.
4.3.
Infomedics stelt dat de behandeling is uitgevoerd op 30 juni 2020 en dat [gedaagde] pas begin 2021 heeft geklaagd over het kunstgebit. Volgens Infomedics is de behandeling correct uitgevoerd en zijn er pas later mankementen ontstaan die niet aan [A] te wijten zijn. Bovendien stelt Infomedics dat [A] op 22 maart 2021 afdrukken heeft gemaakt voor een nieuw plaatje, maar dat [gedaagde] niet is verschenen op de afspraak om het plaatje te plaatsen. Het is volgens Infomedics dan ook niet aan [A] te wijten dat [gedaagde] eventuele klachten zou ervaren. Nu [gedaagde] niet heeft gereageerd op de repliek en zijn verweer dat hij met [A] zou hebben afgesproken dat hij nog niet hoeft te betalen niet nader heeft onderbouwd, is de kantonrechter van oordeel dat aan dit verweer als onvoldoende gemotiveerd voorbij moet worden gegaan. De vordering tot betaling van € 238,59 aan hoofdsom zal dan ook worden toegewezen.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.4.
Infomedics maakt aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is, nu het verzuim na 30 juni 2012 is ingetreden. De door Infomedics verzonden aanmaning van 11 september 2020 die ziet op de onbetaalde factuur, voldoet aan de in artikel 6:96, zesde lid, BW gestelde eisen. Voor zover [gedaagde] stelt dat hij de aanmaning niet heeft ontvangen omdat deze naar zijn oude adres is gestuurd, volgt de kantonrechter hem daar niet in. [gedaagde] heeft immers niet gesteld wat zijn nieuwe adres zou zijn en de aanmaning is naar hetzelfde adres gestuurd als het adres waarop de dagvaarding is betekend (waarvan [gedaagde] erkent dat hij deze heeft ontvangen). Daarnaast staat hetzelfde adres ook op de factuur van [B] Tandprotheticus van 12 februari 2021 die [gedaagde] als productie 2 bij zijn akte van 30 maart 2021 heeft overlegd. Het gevorderde bedrag van € 40,- aan buitengerechtelijke kosten komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal dan ook worden toegewezen.
Wettelijke rente
4.5.
De wettelijke rente ex artikel 6:119 BW zal als op de wet gegrond en niet weersproken worden toegewezen over de gevorderde hoofdsom. De gevorderde rente over rente zal worden afgewezen, omdat deze rente pas verschuldigd is na verloop van een jaar. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke incassokosten zal ook worden afgewezen, omdat niet is gesteld of gebleken dat deze kosten al zijn betaald.
Proceskosten
4.6.
[gedaagde] wordt in deze procedure in het ongelijk gesteld en zal daarom worden veroordeeld in de proceskosten. De proceskosten worden tot op heden aan de zijde van Infomedics begroot op:
- dagvaarding: € 89,44
- griffierecht: € 126,00
- salaris gemachtigde:
€ 150,00(2 punten x tarief € 75,00)
Totaal: € 365,44

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics een bedrag van € 280,55 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 238,59 vanaf 11 januari 2021 tot de dag van volledige voldoening,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, tot op heden aan de zijde van Infomedics begroot op € 365,44,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Smedes, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 27 juli 2021.