Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[A], [geboorteplaats] op [1978] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 16 juli 2021 met daarbij 10 producties
- de nadere producties 11 en 12 van Limor.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
656,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 10 augustus 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Landelijke Instelling voor Maatschappelijke Ondersteuning en Rehabilitatie (hierna: Limor) en de besloten vennootschap BB & F Salland B.V., in haar hoedanigheid van bewindvoerster over het vermogen van de heer [A]. Limor vorderde de ontruiming van een omklapwoning die aan [A] was verhuurd, vanwege niet toegestane onderhuur en aanhoudende overlast. De rechtbank oordeelde dat Limor voldoende spoedeisend belang had aangetoond en dat de huurovereenkomst waarschijnlijk niet stand zou houden in een bodemprocedure.
Limor had een begeleidingsovereenkomst met [A] gesloten, waarin was opgenomen dat de overeenkomst eenzijdig kon worden beëindigd bij stelselmatige weigering van de cliënt om aan de afspraken te voldoen. De rechtbank stelde vast dat [A] zich niet aan de gemaakte afspraken hield, wat leidde tot de beëindiging van de begeleidingsovereenkomst en daarmee ook de huurovereenkomst. De rechtbank oordeelde dat de gevorderde ontruiming kon worden toegewezen, met inachtneming van een termijn van veertien dagen voor de ontruiming.
De bewindvoerster, die geen verweer had gevoerd, werd veroordeeld in de proceskosten. De rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de ontruiming direct kon worden uitgevoerd, ongeacht een eventuele hoger beroep.