Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
F&R,
[gedaagde] ,
1.De procedure
- het inleidende exploot van dagvaarding van 25 juni 2021, met producties;
- de akte vermeerdering van eis, ter griffie ontvangen op 6 juli 2021;
- de spreekaantekeningen van mr. Kolkman, met producties;
- de spreektaantekeningen van mr. Maarsen-Neumann;
- de aanvullende spreekaantekeningen van mr. Kolkman.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
zo spoedig als mogelijk) daarna volgt, met verwijzing naar het bepaalde in par. 167 Zivilprozessordnung (ZPO).
Verbindt aan het verlof de voorwaarde dat de eis in de hoofdzaak wordt ingesteld binnen zestig dagen na het leggen van het beslag”.
instelt, aan welke voorwaarde zij heeft voldaan met indiening van de Klage op 27 januari 2021. Aanvullende eisen, zoals het binnen de termijn van zestig dagen betalen van het verschuldigde griffierecht, kunnen hieruit niet worden afgeleid. Wat partijen hier verder over hebben aangevoerd kan daarom buiten beschouwing blijven.