Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
CCV GROUP B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Arnhem,
[naam onderneming 1] ,tevens handelend onder de naam
[naam onderneming 2],
zaakdoende te [vestigingsplaats] , wonende te [woonplaats] ,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel, heeft eiser CCV GROUP B.V. een vordering ingesteld tegen gedaagde, die bestaat uit een verzoek tot betaling van onbetaalde facturen. De procedure begon met een tussenvonnis op 6 april 2021, waarin werd bepaald dat er een mondelinge behandeling zou plaatsvinden. Echter, op 29 juni 2021 heeft CCV besloten de vordering in te trekken en verzocht om doorhaling van de zaak. Gedaagde heeft hier niet mee ingestemd, wat leidde tot een mondelinge behandeling op 16 juli 2021, waarbij CCV niet aanwezig was, maar gedaagde wel. Gedaagde heeft zijn bezwaar tegen de doorhaling toegelicht, waarna de kantonrechter besloot dat er op de zitting vonnis zou worden gewezen.
De kantonrechter heeft de vordering van CCV beoordeeld, die een bedrag van € 640,09, plus rente en kosten, vorderde op basis van twee onbetaalde facturen. Aangezien CCV heeft aangegeven de vordering niet te willen handhaven, heeft de kantonrechter de vordering afgewezen. CCV is in het ongelijk gesteld en is veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van gedaagde, die op nihil zijn begroot, omdat gedaagde niet procedeerde met een professioneel gemachtigde. Het vonnis is uitgesproken op 10 augustus 2021 door mr. A.M. Koene.