ECLI:NL:RBOVE:2021:3385

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
17 augustus 2021
Publicatiedatum
1 september 2021
Zaaknummer
9139194 \ CV EXPL 21-1627
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis over prijs-/urenafspraken in overeenkomst van opdracht tussen Auto Techniek Kampen B.V. en Autobedrijf [X] B.V.

In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, heeft Auto Techniek Kampen B.V. (ATK) een vordering ingesteld tegen Autobedrijf [X] B.V. (gedaagde) met betrekking tot een openstaande factuur voor werkzaamheden die ATK heeft verricht. De procedure is gestart met een dagvaarding en heeft geleid tot een tussenvonnis op 17 augustus 2021. ATK heeft werkzaamheden uitgevoerd in opdracht van gedaagde, waaronder het inbouwen van een motor in een BMW. De kosten van deze werkzaamheden zijn in rekening gebracht via factuur 19001938, maar gedaagde heeft een deel van het bedrag al betaald. ATK vordert nu het resterende bedrag, vermeerderd met rente en incassokosten.

Gedaagde heeft verweer gevoerd en stelt dat er geen prijsafspraak is gemaakt over het aantal uren dat aan de werkzaamheden besteed zou worden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde de bewijslast draagt om aan te tonen dat er een richtprijs of een aantal uren is afgesproken. De rechter heeft gedaagde de gelegenheid gegeven om bewijs te leveren, bijvoorbeeld door getuigen of bewijsstukken over te leggen. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij gedaagde moet aangeven hoe hij zijn bewijs wil leveren. De beslissing van de kantonrechter is openbaar uitgesproken en de zaak zal op 31 augustus 2021 opnieuw op de rol komen voor uitlating door gedaagde.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 9139194 \ CV EXPL 21-1627
Vonnis van 17 augustus 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap
AUTO TECHNIEK KAMPEN B.V.,
gevestigd te Kampen,
eisende partij, hierna te noemen ATK,
gemachtigde: mr. J.J.F. de Geus (Flanderijn)
tegen
de besloten vennootschap
AUTOBEDRIJF [X] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,
verschenen in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 4 mei 2021;
- de akte met aanvullende producties van de zijde van ATK;
- het aanvullende verweerschrift van [gedaagde] ;
- de mondelinge behandeling, die op 5 juli 2021 via Skype heeft plaatsgevonden en waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
1.2.
Ten slotte heeft de kantonrechter bepaald dat vandaag vonnis zal worden gewezen.

2.De feiten

2.1.
ATK heeft in opdracht en voor rekening van [gedaagde] werkzaamheden verricht. Voor die werkzaamheden heeft ATK verschillende facturen gestuurd.
2.2.
Op enig moment heeft [gedaagde] opdracht gegeven voor het inbouwen van een motor in een BMW. De kosten van deze werkzaamheden zijn door ATK in rekening gebracht in de factuur van 31 oktober 2019 met factuurnummer 19001938. Het bedrag van de factuur is € 1.484,17 (incl. btw).
2.3.
Op 26 mei 2020, dus voor de dagvaarding, heeft [gedaagde] een bedrag van € 443,87 aan (de gemachtigde van) ATK betaald. Na de dagvaarding, op 11 april 2021, heeft [gedaagde] een bedrag van € 432,63 aan ATK betaald.
3. Het geschil
3.1.
ATK wil dat [gedaagde] het restant van factuur 19001938 betaalt, plus rente en incassokosten. Ten tijde van de dagvaarding bedroeg het totaal aan openstaande facturen volgens ATK € 1.013,43 (€ 1.457,30 - € 443,87). Vermeerderd met rente (€ 112,68) en incassokosten (€ 218,60) en verminderd met de betaling van € 432,63 die [gedaagde] na de dagvaarding heeft gedaan, staat er nog een bedrag van € 912,08 open, aldus ATK.
ATK vordert daarom – na vermindering van eis – dat [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot het betalen van een bedrag van € 912,08 aan ATK, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van volledige betaling, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
[gedaagde] voert verweer tegen de factuur van 31 oktober 2019 en concludeert dat de vordering, voor zover deze ziet op het restantbedrag van factuur 19001938, moet worden afgewezen.
3.3.
Op de stellingen van partijen zal hierna nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het geschil tussen partijen gaat over factuur 19001938. Het betoog van ATK dat [gedaagde] te laat heeft geklaagd over deze factuur, wordt verworpen. [gedaagde] heeft op 18 februari 2020 per e-mail over de factuur geklaagd. Volgens [gedaagde] had hij de factuur pas in die week ontvangen. ATK heeft ter zitting niet voldoende betwist dat [gedaagde] de factuur rond de tijd van zijn klacht heeft ontvangen. Daarmee is komen vast te staan dat [gedaagde] op tijd over factuur 19001938 heeft geklaagd.
4.2.
Partijen zijn het erover eens dat [gedaagde] aan ATK opdracht heeft gegeven voor de inbouw van een motor in de BMW en dat die werkzaamheden in rekening zijn gebracht in factuur 19001938. In deze factuur zijn onder andere 16,13 arbeidsuren opgenomen. In geschil tussen partijen is of er met betrekking tot deze werkzaamheden een prijs-/ urenafspraak is gemaakt.
4.3.
[gedaagde] stelt dat hij met de heer [A] van ATK (hierna: [A] ) een afspraak heeft gemaakt over het aantal uren dat aan de BMW gewerkt zou worden. Volgens [gedaagde] heeft hij met [A] afgesproken dat er acht uur aan de auto gewerkt zou worden. Om dat te onderbouwen heeft [gedaagde] een getekende verklaring van een klant, de heer [B] , overgelegd, die erbij was toen de afspraak werd gemaakt. Acht uur is volgens [gedaagde] een gangbaar aantal uren voor het inbouwen van een motor. [gedaagde] heeft een offerte overgelegd van een andere garage, die er negen uur voor rekent. Op internet wordt volgens [gedaagde] voor deze werkzaamheden van acht uur uitgegaan. Volgens [gedaagde] wist [A] bij het maken van de afspraak om welke auto en welke motor het ging. ATK had [gedaagde] moeten waarschuwen op het moment dat duidelijk werd dat de afgesproken uren overschreden zouden worden.
4.4.
ATK heeft een werkkaart overgelegd, waaruit blijkt dat er 998,1 minuten, dus 16,13 uur, aan de BMW is gewerkt. ATK betwist dat een prijsafspraak is gemaakt of dat afspraken zijn gemaakt over een bepaald aantal uren. De motor die in de BMW gebouwd moest worden, bleek een andere motor te zijn dan de oude motor. De BMW is een automaat, terwijl de in te bouwen motor uit een handgeschakelde auto kwam. Daarnaast komt de motor uit een ander bouwjaar. Daardoor waren aanpassingen nodig en duurden de werkzaamheden langer dan bij het inbouwen van dezelfde motor. Daardoor is er 16,13 uur aan de auto gewerkt. Ter zitting heeft ATK nog aangevoerd dat, als er al iets is afgesproken over het aantal uur, die afspraak dan zag op het inbouwen van een motor van dezelfde soort als de oude en niet op het inbouwen van een motor uit een ander bouwjaar en met een andere wijze van transmissie.
4.5.
De kantonrechter overweegt dat voor werkzaamheden die in opdracht zijn uitgevoerd, in beginsel een redelijke prijs is verschuldigd wanneer slechts een richtprijs is afgesproken of in het geheel geen prijsafspraken zijn gemaakt (artikel 7:752 lid 1 BW). Van belang is verder dat, indien een richtprijs is bepaald, deze richtprijs met niet meer dan 10% mag worden overschreden, tenzij de aannemer de opdrachtgever zo tijdig mogelijk voor de waarschijnlijkheid van een verdere overschrijding heeft gewaarschuwd, om hem in de gelegenheid te stellen het werk alsnog te beperken of te vereenvoudigen (artikel 7:752 lid 2 BW). Deze regels gelden ook indien de prijs afhangt van een overeengekomen aantal uur voor de werkzaamheden (zie lid 3). Stelt de opdrachtgever dat zo’n afspraak is gemaakt, dan zal de opdrachtgever dat bij betwisting moeten bewijzen.
[gedaagde] stelt dat hij met ATK heeft afgesproken dat er acht uur aan de BMW gewerkt zou worden. ATK betwist dit. Daarom is [gedaagde] nu degene die van zijn stelling de bewijslast draagt. [gedaagde] wordt dan ook in de gelegenheid gesteld om te bewijzen dat met ATK een richtprijs dan wel een aantal uren voor de werkzaamheden is afgesproken.
4.6.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
draagt [gedaagde] op te bewijzen dat met ATK een richtprijs dan wel een aantal uren voor de werkzaamheden is afgesproken voor het inbouwen van de motor in de BMW,;
5.2.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
dinsdag 31 augustus 2021voor uitlating door [gedaagde] of hij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel;
5.3.
bepaalt dat [gedaagde] , indien hij geen bewijs door getuigen wil leveren, maar wel bewijsstukken wil overleggen, die stukken direct op de rolzitting van
dinsdag 31 augustus 2021in het geding moet brengen;
5.4.
bepaalt dat [gedaagde] , indien hij getuigen wil laten horen, op de rolzitting van
dinsdag 31 augustus 2021de namen van de te horen getuigen moet opgeven;
5.5.
bepaalt dat partijen op de rolzitting van
dinsdag 31 augustus 2021schriftelijk 20 verhinderdata (of 40 verhinderingsdagdelen) kunnen opgeven voor de drie maanden volgend op deze rolzitting, waarna datum en tijdstip van het mogelijke getuigenverhoor zullen worden bepaald;
5.6.
bepaalt dat bij gebreke van de gevraagde opgave(n) de rechtbank het tijdstip van het getuigenverhoor zelfstandig zal bepalen, alsmede dat het getuigenverhoor zou kunnen worden bepaald op een verhinderdag, indien partijen bij hun opgave meer dan 20 verhinderdata (of 40 verhinderingsdagdelen) hebben opgegeven;
5.7.
bepaalt dat het getuigenverhoor in beginsel niet zal worden uitgesteld nadat daarvoor dag en tijdstip zijn bepaald;
5.8.
bepaalt dat dit getuigenverhoor zal plaatsvinden ten overstaan van mr. F. Koster in het gerechtsgebouw te Zwolle aan de Schuurmanstraat 2;
5.9.
bepaalt dat partijen (in het bijzonder [gedaagde] ) er zelf voor moeten zorgen dat de getuigen op die dag in de rechtbank zijn om te kunnen worden gehoord;
5.10.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. Koster, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 17 augustus 2021. (SB)