Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
N.V. UNIVÉ ZORG,
gevestigd en kantoorhoudende te Arnhem,
wonende te [woonplaats] ,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert N.V. Univé Zorg betaling van premies en zorgkosten die zijn ontstaan in 2010 en 2011. De gedaagde, die in de tussenliggende periode onder de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) heeft gestaan, heeft de vordering betwist op basis van verjaring. De WSNP van de gedaagde is beëindigd zonder schone lei, maar Univé heeft haar vordering niet tijdig ter verificatie aangemeld tijdens de WSNP. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Univé haar vordering niet heeft gestuit voor de aanvang van de WSNP en dat de verjaringstermijn van de vordering op 9 juni 2020 is verstreken. Zelfs als de verjaringstermijn zou zijn verlengd tot zes maanden na de beëindiging van de WSNP, zou de vordering nog steeds zijn verjaard vóór de eerste aanmaning van Univé op 13 oktober 2020. De kantonrechter heeft daarom geoordeeld dat het beroep op verjaring slaagt en heeft de vordering van Univé afgewezen. Univé is als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op nihil, aangezien de gedaagde niet met een professioneel gemachtigde procedeert.