Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[A] ,
[B],
1.[X] ,
[Y]
1.De procedure
- de dagvaarding van 9 augustus 2021 met producties,
- de conclusie van eis in reconventie ontvangen ter griffie op 13 augustus 2021 met producties,
- de mondelinge behandeling van 17 augustus 2021 waarbij [A] is verschenen namens [A] c.s., bijgestaan door mr. E. Nijhoff, en waarbij [X] is verschenen namens [X] c.s., bijgestaan door mr. M. Oudriss. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken,
- de pleitnota van [A] c.s.,
- de pleitnota van [X] c.s.,
- de aanhouding van de procedure in verband met schikkingsonderhandelingen,
- de e-mail van mr. M. Oudriss van 23 augustus 2021 en de e-mail van mr. E. Nijhoff van 25 augustus 2021 waarin zij mededelen dat partijen geen overeenstemming hebben kunnen bereiken en waarin zij de voorzieningenrechter namens partijen verzoeken om vonnis te wijzen.
2.De feiten
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling in conventie en reconventie
Spoedeisend belang
ondoorzichtige afsluiting.
voor zover deze uitzicht op dit erf geven, tenzij de eigenaar van het naburige erf daartoe toestemming heeft gegeven. Op grond van lid 2 van dit artikel kan de nabuur zich niet verzetten tegen de aanwezigheid van dergelijke openingen indien het uitzicht niet verder reikt dan een tot een binnen twee meter van de opening bevindende muur.
De opvatting van [A] c.s. dat onder het begrip muur in het tweede lid van artikel 5:50 BW een doodlopende steeg moet worden verstaan, wordt door de voorzieningenrechter niet gevolgd. Er is geen reden om het begrip muur in het tweede lid van artikel 5:50 BW anders uit te leggen dan overeenkomstig de in artikel 5:43 BW gegeven definitie. De vordering in conventie kan dan ook niet worden toegewezen op grond van artikel 5:50 BW.
salaris advocaat: € 656,00