Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
ONDERNEMEND DALFSEN,
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
[gedaagde 4],
1.De procedure
- de dagvaarding van 17 augustus 2021 met 5 producties,
- de e-mail van het bestuur c.s. van 24 augustus 2021 met 7 producties,
- de pleitaantekeningen van [eiseres] ,
- de pleitnota van het bestuur c.s.
- de mondelinge behandeling op 25 augustus 2021, waarvan de griffier zittingsaantekeningen heeft gemaakt,
- na een korte aanhouding, ten behoeve van minnelijk overleg, hebben partijen vonnis verzocht.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“in een stukje geschiedenis, hoe om te gaan met deze situatie en vooral hoe verder.”,terwijl het bestuur c.s. de oproepbrief afsluit in de hoop dat de leden zich op de vergadering van 30 juni 2021 zullen laten horen:
“Wij willen jullie mening horen”.[eiseres] heeft gelijk, waar zij stelt dat ingevolge artikel 7 lid 2 van de statuten niet het bestuur maar de algemene ledenvergadering het bevoegde orgaan is, als het gaat om het benoemen van bestuursleden , maar dat neemt niet weg dat zittende bestuursleden aan de algemene ledenvergadering een opinie kunnen meegeven over de samenstelling van dat bestuur. Anders dan [eiseres] meent, is er geen sprake geweest van een bestuursbesluit om haar niet toe te laten tot het bestuur, maar wel heeft het bestuur c.s. daarover een opvatting geformuleerd. Uiteraard dienen die bestuursleden daarbij binnen de grenzen van het betamelijke te blijven, maar zoals hiervoor onder 4.10 reeds is overwogen, is de kantonrechter voorlopig van oordeel dat het bestuur c.s. hierbij niet over de schreef is gegaan. Daarbij komt dat het bestuur c.s. aan [eiseres] tijdens de bijeenkomst op 30 juni 2021 gelegenheid heeft gegeven om aan de aanwezige leden een notitie uit te delen, waarin zij haar visie op de gang van zaken heeft uiteengezet, welke notitie ook aan de notulen zou worden gehecht. Ook heeft het bestuur c.s. haar de gelegenheid willen bieden om haar visie tijdens de vergadering toe te lichten, ware het niet dat de ledenvergadering heeft besloten dat partijen eerst moesten proberen om via mediation tot een oplossing van hun probleem te komen.