ECLI:NL:RBOVE:2021:354

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
22 januari 2021
Publicatiedatum
28 januari 2021
Zaaknummer
C/08/260827 / KG RK 21-27
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot rectificatie of intrekking van de waarmerking als Europese Executoriale Titel

In deze beschikking van de Rechtbank Overijssel, Team kanton en handelsrecht, is op 22 januari 2020 uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker die woonachtig is in [woonplaats] en vertegenwoordigd door advocaat mr. S.H. Bloembergen-Nooter. De belanghebbende in deze zaak is de besloten vennootschap FUSEKI B.V., gevestigd te Enschede, en vertegenwoordigd door advocaat mr. D.J.B. Bosscher. Het verzoek van de verzoeker betreft de rectificatie of intrekking van de waarmerking als Europese Executoriale Titel, zoals vastgelegd in artikel 10, lid 3 van de relevante verordening. De voorzieningenrechter heeft de procedure beoordeeld aan de hand van het verzoekschrift en de bijbehorende producties, alsook de brief van mr. Bosscher waarin het verzoek wordt afgewezen.

De voorzieningenrechter overweegt dat het verzoek tot intrekking van het certificaat is ingediend met behulp van het formulier zoals opgenomen in bijlage VI bij Verordening (EG) 805/2004. Deze verordening biedt een regeling voor het verstrekken van een EU-brede executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen. Echter, het certificaat dat aan de belanghebbende is afgegeven, is niet gebaseerd op deze verordening, maar op artikel 53 van Verordening (EU) 1215/2012. De voorzieningenrechter stelt vast dat de juistheid van de beslissing waarvoor het certificaat is aangevraagd niet kan worden onderzocht, zoals bepaald in artikel 52 van de verordening. Dit betekent dat er geen grondslag is voor intrekking van een eenmaal afgegeven certificaat, wat leidt tot de afwijzing van het verzoek.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek tot rectificatie of intrekking af, en deze beschikking is openbaar uitgesproken door mr. A.M. Koene op dezelfde datum.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rekestnummer: C/08/260827 / KG RK 21-27
Beschikking van de voorzieningenrechter van 22 januari 2020
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ( [land] ),
verzoeker,
advocaat mr. S.H. Bloembergen-Nooter te Apeldoorn,
en
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FUSEKI B.V.,
gevestigd te Enschede,
belanghebbende,
advocaat mr. D.J.B. Bosscher te Halfweg Nh.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties van 20 januari 2021 strekkende tot rectificatie of intrekking van de waarmerking als Europese Executoriale Titel (artikel 10, lid 3),
  • de brief van mr. Bosscher, waarin wordt verzocht voornoemd verzoek af te wijzen.

2.De beoordeling

2.1.
Ten aanzien van het verzoek tot intrekking van het certificaat, overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Het verzoek is ingediend met behulp van het formulier zoals dat is opgenomen in bijlage VI bij Verordening (EG) 805/2004 en is daarmee, ook blijkens de onderbouwing van het verzoek, gegrond op het bepaalde in artikel 10 Verordening (EG) 805/2004 in samenhang bezien met artikel 5 Uitvoeringswet verordening Europese executoriale titel.
2.2.
Verordening (EG) 805/2004 voorziet in een regeling voor het verstrekken van een EU-brede executoriale titel voor zogenoemde niet-betwiste schuldvorderingen. Deze verordening laat echter onverlet dat een partij bij een (verstek)procedure (in plaats daarvan) gebruik maakt van de mogelijkheid om een (verstek)vonnis te certificeren overeenkomstig artikel 53 Verordening (EU) 1215/2012 (zie artikel 27 Verordening (EG) 805/2004, waarin wordt verwezen naar (de voorloper van) Verordening (EU) 1215/2012).
2.3.
Anders dan waar verzoeker kennelijk vanuit gaat, is het certificaat dat ten behoeve van belanghebbende is afgegeven ten aanzien van het verstekvonnis niet gebaseerd op Verordening (EG) 805/2004. Het certificaat is verstrekt op grond van artikel 53 Verordening (EU) 1215/2012. In het kader van de afgifte van het certificaat, mag de juistheid van de gegeven beslissing waarvoor het certificaat wordt gevraagd niet worden onderzocht (artikel 52 Verordening (EU) 1215/2012). Bovendien bevat deze verordening een ander en eigen regime voor de tenuitvoerlegging van vonnissen waarvoor een dergelijk certificaat is afgegeven, waarbij in de aangezochte lidstaat (en dus niet de lidstaat van herkomst) overeenkomstig artikel 45 Verordening (EU) 1215/2012 om weigering van de tenuitvoerlegging kan worden verzocht. Verordening (EU) 1215/2012 bevat, kortom, geen grondslag voor intrekking van een eenmaal afgegeven certificaat. Reeds om die reden dient het verzoek tot intrekking te worden afgewezen.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. T.J. Thurlings-Rassa en in het openbaar uitgesproken door mr. A.M. Koene op 22 januari 2020.