In deze beschikking van de Rechtbank Overijssel, Team kanton en handelsrecht, is op 22 januari 2020 uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker die woonachtig is in [woonplaats] en vertegenwoordigd door advocaat mr. S.H. Bloembergen-Nooter. De belanghebbende in deze zaak is de besloten vennootschap FUSEKI B.V., gevestigd te Enschede, en vertegenwoordigd door advocaat mr. D.J.B. Bosscher. Het verzoek van de verzoeker betreft de rectificatie of intrekking van de waarmerking als Europese Executoriale Titel, zoals vastgelegd in artikel 10, lid 3 van de relevante verordening. De voorzieningenrechter heeft de procedure beoordeeld aan de hand van het verzoekschrift en de bijbehorende producties, alsook de brief van mr. Bosscher waarin het verzoek wordt afgewezen.
De voorzieningenrechter overweegt dat het verzoek tot intrekking van het certificaat is ingediend met behulp van het formulier zoals opgenomen in bijlage VI bij Verordening (EG) 805/2004. Deze verordening biedt een regeling voor het verstrekken van een EU-brede executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen. Echter, het certificaat dat aan de belanghebbende is afgegeven, is niet gebaseerd op deze verordening, maar op artikel 53 van Verordening (EU) 1215/2012. De voorzieningenrechter stelt vast dat de juistheid van de beslissing waarvoor het certificaat is aangevraagd niet kan worden onderzocht, zoals bepaald in artikel 52 van de verordening. Dit betekent dat er geen grondslag is voor intrekking van een eenmaal afgegeven certificaat, wat leidt tot de afwijzing van het verzoek.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek tot rectificatie of intrekking af, en deze beschikking is openbaar uitgesproken door mr. A.M. Koene op dezelfde datum.