ECLI:NL:RBOVE:2021:3709
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de Ziektewetuitkering en de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 4 oktober 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) over de beëindiging van haar Ziektewetuitkering per 16 februari 2020. Eiseres, die sinds 19 november 2018 een Ziektewetuitkering ontving na uitval door lichamelijke en psychische klachten, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het UWV om haar uitkering te beëindigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV in de bezwaarfase geen spreekuurcontact heeft gehad met eiseres, wat in strijd is met de vereiste zorgvuldigheid. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft pas in de beroepsfase een schriftelijke motivering gegeven voor het ontbreken van dit contact, wat volgens de rechtbank onvoldoende is. De rechtbank oordeelt dat de medische heroverweging niet op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen en verklaart het beroep van eiseres gegrond. Het bestreden besluit wordt vernietigd en het UWV moet binnen zes weken een nieuw besluit nemen op het bezwaar van eiseres. Tevens wordt het UWV veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres.