3.2.De curator heeft aan zijn vorderingen ten grondslag gelegd dat [gedaagde] zijn taak als (on)middellijk bestuurder van HarmonieZorg en Koturlu onbehoorlijk heeft vervuld door niet te voldoen aan de publicatieplicht (Koturlu) en de administratieplicht (HarmonieZorg en Koturlu). Verder heeft [gedaagde] onrechtmatig gehandeld jegens de schuldeisers van beide vennootschappen door er als gevolg van onttrekkingen aan het vermogen en tekortkomingen jegens de opdrachtgevers van HarmonieZorg, waardoor de raamovereenkomst op basis waarvan zorg is verleend is ontbonden, voor te zorgen dat de failliete vennootschappen hun betalingsverplichtingen niet meer konden nakomen.
Koturlu had de jaarrekening over het jaar 2017/2018 uiterlijk op 31 december 2019 moeten publiceren, maar heeft dat pas op 14 februari 2020 gedaan. Aldus is niet voldaan aan de op haar rustende publicatieplicht. Dat dit een onbelangrijk verzuim zou zijn, is door [gedaagde] niet onderbouwd.
Op 8 april 2020 heeft de curator auditfiles verkregen van de administraties van Koturlu en HarmonieZorg. De curator heeft [X] opdracht gegeven een quick scan-onderzoek ter zake van die administraties te verrichten. [X] heeft vastgesteld dat de (digitale) administraties niet op een zodanige wijze zijn gevoerd dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de vennootschappen kunnen worden gekend. De jaarrekeningen van de failliete vennootschappen sluiten voorts niet aan op de inbrengbeschrijvingen en beginba-lansen. Nu [gedaagde] ervoor heeft gekozen de administraties van HarmonieZorg en Koturlu digitaal te voeren, had hij ervoor moeten zorgen dat deze digitaal op orde was. Dat was niet het geval. Na faillissementsdatum verstrekte informatie doet daar niet aan af. [gedaagde] heeft de stelling dat de administraties wel op orde waren, niet afdoende met stukken onderbouwd. Hij heeft de bevindingen van de curator niet kunnen weerleggen. De fysieke administraties deugen evenmin. Zo blijken leenovereenkomsten met betrekking tot privéleningen ten laste van HarmonieZorg en Koturlu niet te bestaan en ontbreken facturen voor het werk dat door onderaannemers is verricht, schriftelijke aandeelhoudersbesluiten, rekening-courant overeenkomsten en managementovereenkomsten. [gedaagde] heeft tot op heden geweigerd om de boekstukken aangaande zijn rekening-courant verhoudingen aan te leveren. Het aanbod van [gedaagde] om de bijgewerkte digitale boekhouding te overleggen is niet relevant zolang de aan de diverse boekingen ten grondslag liggende boekstukken niet ook worden overgelegd.
[gedaagde] heeft van de curator toegang gekregen tot de fysieke administratie, maar daarna is het stil gebleven. De curator heeft er nog op gewezen dat [gedaagde] op 27 oktober 2020 bij zijn verhoor door de rechter-commissaris heeft verklaard dat hij een fiscalist had gevonden om hem te helpen de boekhouding op orde te maken. Deze [Y] heeft de curator nooit gevraagd om inzage in de fysieke administratie en bij diens rapporten ontbreken de onderliggende boekstukken. Tevens heeft de curator erop gewezen dat de boekhouder van de failliete vennootschappen, [A] Accountants, de samenwerking heeft opgezegd en heeft verklaard dat de jaarrekening 2017/2018 van HarmonieZorg met de afgegeven beoor-delingsverklaring over de continuïteit van de onderneming niet mag worden afgegeven en moet worden vernietigd, zodat op basis van die jaarrekening geen getrouw beeld van de vermogenspositie van HarmonieZorg kan worden verkregen.
raamovereenkomst HarmonieZorg
HarmonieZorg heeft met de Twentse Gemeenten een raamovereenkomst “Integrale inkoop Wmo 2015 en Jeugdwet ten behoeve van het Twents model” gesloten. Die overeenkomst is bij brief van 19 februari 2020 ontbonden, waardoor HarmonieZorg haar bron van inkomsten verloor. Uit het onderzoeksrapport van de gemeente Enschede blijkt dat HarmonieZorg niet door een deugdelijke administratie en verantwoording heeft kunnen aantonen dat zorg is geleverd. Ook is vastgesteld dat er bedragen zijn verstrekt als (privé-) leningen en dat uit de bankgegevens niet is op te maken dat er regelmatig wordt ingelost op de leningen en of deze verstrekkingen zorg gerelateerd zijn.
Het is dus niet te beoordelen of de betaalde zorggelden zijn besteed aan de geïndiceerde zorg. De conclusie is dat de bestuurder van HarmonieZorg (dat is, via Koturlu, [gedaagde] ) tekortgeschoten is in de nakoming van de contractuele verplichtingen. In het kader van het onderzoek is aan [gedaagde] , anders dan hij beweert, wel de gelegenheid geboden om stukken te overleggen en om toelichtingen te geven. De gemeente Enschede heeft een vordering van
€ 477.191,73 bij de curator ingediend in verband met misbruik van zorggelden. De curator heeft ook gewezen op het formulier “Eigen aangifte faillietverklaring”, waarin [gedaagde] beschrijft dat zijn mensen in alle opzichten nalatig zijn geweest en dat de oorzaak van de faillissementen is gelegen in de ontbinding van de raamovereenkomst. Op grond hiervan is [gedaagde] als (on)middellijk bestuurder van de thans failliete vennootschappen aan te spreken voor de faillissementstekorten. Dat [gedaagde] als gevolg van de uitbraak van het corona-virus niet in staat zou zijn geweest om aan hem in eigendom toebehorend onroerend goed te verkopen om zo crediteuren van HarmonieZorg en Koturlu te betalen, is niet deugdelijk gemotiveerd: de huizenmarkt is prima gebleven. De verkopen zouden overigens, gelet op de overwaarde in de panden van € 155.000,-, niet voldoende hebben opgeleverd om liquidatie van de vennootschappen te financieren, zodat een eventuele poging ter zake bij voorbaat kansloos was.
rekening-courant vorderingen
De jaarrekening van Koturlu over 2017/2018 laat een rekening-courant vordering op [gedaagde] zien van € 152.764,-, over welke vordering 4% rente per jaar wordt berekend. Weliswaar stelt [gedaagde] dat de rekening-courant vordering maar € 62.222,78 bedraagt, maar die stelling is niet onderbouwd. Op basis van de hem ter beschikking staande gegevens concludeert de curator dat de rekening-courant vordering van HarmonieZorg op [gedaagde] per eind 2017 een bedrag van € 306.999,88 beloopt. Ter zake is geen deugdelijk verweer gevoerd. Weliswaar zijn de rekening-courant vorderingen van [gedaagde] op HarmonieZorg en van HarmonieZorg op [gedaagde] per datum faillissement op nihil gesteld, maar de curator heeft geen stukken aangetroffen waaruit blijkt dat dit juist is. Nu in strijd met het bepaalde in artikel 2:247 BW de rechtshandelingen tussen HarmonieZorg en Koturlu enerzijds en [gedaagde] anderzijds niet schriftelijk zijn vastgelegd, heeft de curator die rechtshandelingen op 7 mei 2020 vernietigd door een buitengerechtelijke verklaring. Daarmee is van (in rekening-courant verrekende of te verrekenen) vorderingen van [gedaagde] geen sprake (meer).
In de “Eigen aangifte faillietverklaring” heeft [gedaagde] vermeld dat HarmonieZorg nog een vordering op de heer [B] heeft van € 10.000,-. Uit de stukken valt echter op te maken dat [gedaagde] vanaf de zakelijke bankrekening van de eenmanszaak HarmonieZorg een bedrag van € 10.000,- aan de heer [B] heeft betaald. De curator neemt op grond hiervan het standpunt in dat HarmonieZorg een aanvullende rekening-courant vordering heeft op [gedaagde] tot een bedrag van € 10.000,- en dat de administratie van HarmonieZorg op dit punt een onjuiste vermogenstoestand weergeeft.
Op grond van al het voorgaande meent de curator dat [gedaagde] zijn taken als (on)middellijk
bestuurder van Koturlu en HarmonieZorg onbehoorlijk heeft vervuld en aansprakelijk is voor het tekort in de boedel van die thans failliete vennootschappen.
civiel bestuursverbod
De curator vraagt [gedaagde] een civiel bestuursverbod op te leggen voor het geval de rechtbank tot het oordeel komt dat [gedaagde] aansprakelijk is voor zijn handelen ex artikel 2:248 BW.
Tot slot heeft de curator gesteld dat [gedaagde] door i) gelden aan HarmonieZorg en Koturlu te onttrekken en te gebruiken voor de privé-aankoop van onroerende zaken, waardoor betaling van zijn rekening-courant schulden niet geschiedt, ii) toe te staan, althans niet te voorkomen dat toerekenbaar tekortgeschoten is in de raamovereenkomst, waardoor die overeenkomst is ontbonden en het bestaansrecht aan HarmonieZorg en Koturlu is komen te ontvallen en iii) de administraties van HarmonieZorg en Koturlu in strijd met de boekhoudplicht te voeren, onrechtmatig heeft gehandeld jegens HarmonieZorg en Koturlu en hun schuldeisers. Indien de rechtbank van oordeel zou zijn dat [gedaagde] niet in strijd met artikel 2:248, 2:10, 2:394, 6:62 en/of 2:9 BW heeft gehandeld, maakt de curator in ieder geval aanspraak op betaling door [gedaagde] van zijn rekening-courant schuld aan Harmoniezorg van € 306.999,88, althans € 10.000,- en van zijn rekening-courant schuld aan Koturlu van € 152.764,23 althans
€ 80.551,37 (opgave [gedaagde] bij aangifte faillietverklaring) althans € 62.222,78, telkens te vermeerderen met de contractuele of wettelijke rente.