ECLI:NL:RBOVE:2021:3784

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
28 september 2021
Publicatiedatum
11 oktober 2021
Zaaknummer
9019806 \ CV EXPL 21-706
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige publicaties en non-conformiteit bij adoptie van honden

In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, heeft de kantonrechter op 28 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting Setters voor Adoptie en een particulier, [gedaagde]. De Stichting, die zich richtte op het herplaatsen van Engelse Setters, vorderde een verklaring voor recht dat [gedaagde] onrechtmatig had gehandeld door negatieve uitlatingen over de Stichting en haar bestuurder, [eiser], op sociale media te plaatsen. De Stichting stelde dat deze uitlatingen schadelijk waren voor haar reputatie en dat zij hierdoor potentiële adoptanten had verloren. De kantonrechter oordeelde echter dat de Stichting niet ontvankelijk was in haar vorderingen, omdat zij op het moment van de uitspraak was ontbonden.

In het kader van de vorderingen van [eiser] werd vastgesteld dat [gedaagde] slechts haar eigen ervaringen had gedeeld en dat er geen sprake was van onrechtmatige publicaties. De kantonrechter weegt hierbij het belang van [eiser] om niet onterecht beschuldigd te worden tegen het recht van [gedaagde] om haar ervaringen te delen. De vorderingen van [eiser] werden afgewezen.

In reconventie vorderde [gedaagde] een schadevergoeding van € 6.000,- van [eiser] voor medische kosten en gedragstherapie voor de honden Piero en Pred, die zij van [eiser] had geadopteerd. [gedaagde] stelde dat de honden niet voldeden aan de verwachtingen die waren gewekt in de advertenties, waarin werd gesteld dat zij geen gezondheids- of gedragsproblemen hadden. De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde] tijdig had geklaagd over de gebreken en dat de honden inderdaad niet aan de koopovereenkomsten voldeden. De vordering van [gedaagde] werd toegewezen, en [eiser] werd veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 9019806 \ CV EXPL 21-706
Vonnis van 28 september 2021
in de zaak van

1.de stichting de stichting STICHTING SETTERS VOOR ADOPTIE,gevestigd en kantoorhoudende te Barendrecht, hierna te noemen de Stichting,

2.
[eiser],
wonende te [woonplaats] , hierna te noemen
[eiser],
eisende partij, hierna gezamenlijk te noemen
[eiser],
zonder gemachtigde procederend,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen
[gedaagde],
gemachtigde: mr. L. van der Wijngaart.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de inleidende dagvaarding van 4 februari 2021;
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie;
- het tussenvonnis van 25 mei 2021;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling gehouden op 31 augustus 2021.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

In conventie en reconventie

2.1.
De Stichting is opgericht op 19 juni 2019 en is ontbonden op 8 januari 2021. De Stichting had als doel het in Nederland en België herplaatsen van (Engelse) Setters uit geheel Europa die zich in uitzichtloze situaties bevinden. [eiser] was enig bestuurder van de Stichting.
2.2.
In maart en april 2019 heeft [gedaagde] achtereenvolgens de Engelse Setters Piero en Pred van [eiser] gekocht voor € 335,- per dier. [eiser] bood deze Setters aan op de facebookpagina Setters voor Adoptie. In de advertenties staat het volgende.
Bij Piero:
“(…) Piero is bij [A] aangesterkt en geobserveerd. Hij is onderzocht door een dierenarts en gezond verklaard. Piero is gechipt, ontwormd, rabiës gevaccineerd, heeft geen Middellandsezeekziekten en is in het bezit van een Europees paspoort. Omdat er geen medische- of gedragstechnische problemen zijn, is hij niet gecastreerd. (…)
De bijdrage in de adoptiekosten is € 335=-. Kijkt u voordat u het adoptieproces start naar de ‘werkwijze’ op de Info-pagina. Bent u in Piero geïnteresseerd? Stuurt u ons dan een privé-bericht.”
Bij Pred:
“(…) Pred is gezond, gechipt, rabiës gevaccineerd en heeft geen Middellandse zeeziekten zoals Leishmania. Hij is in het bezit van een Europees paspoort. Omdat er geen medische- of gedragstechnische problemen zijn, is hij niet gecastreerd. (…)
De bijdrage in de adoptiekosten is € 335,=. Kijkt u voordat u het adoptieproces start naar de ‘werkwijze’ op de Info-pagina. Bent u in Pred geïnteresseerd? Stuurt u dan een privé-bericht.”
2.3.
Op 4 april 2019 heeft [eiser] door middel van een privé-bericht op Facebook aan [gedaagde] laten weten dat Piero een Ehrlichia-infectie heeft gehad.
2.4.
Op 5 april 2019 zijn Piero en Pred vanuit Italië naar Nederland vervoerd. Op 6 april 2019 zijn de Setters bij [gedaagde] afgeleverd.
2.5.
[gedaagde] en [eiser] hebben gedurende een aantal maanden via WhatsApp contact gehad over het wel en wee van Piero en Pred. [gedaagde] heeft hierbij onder andere het volgende aan [eiser] bericht:
Op 20 april 2019
“(…) Pred heeft wat tandsteen en wat geïrriteerd tandvlees. Verdere gebitsonderhoud volgt volgende maand. Bij Piero is de punctie voor Ehrlichia gedaan. Uitslag volgt. (…)”
Op 8 mei 2019
“(…)De punctie (PCR test) van Piero voor Ehrlichia is negatief. Dat betekent dat de parasiet niet meer aantoonbaar is (er is nog een kleine kans dat de parasiet zich nog ergens in het lichaam verstopt heeft, maar daar gaan we nu maar even niet van uit) (…)”.
Op 16 mei 2019
“Hallo [eiser] , ik stuur je even een berichtje om te overleggen. Ik heb vandaag thuis en in de tuin een aantal keer de jachtfluit uitgeprobeerd. Piero vindt het wel interessant en is allert. Pred schiet helemaal in de stress. Staart tussen de benen en staat te trillen op de achterpoten. Kop naar beneden. Hij wou in het begin niet meer uit mijn hand eten. Het heeft me de hele dag gekost om hem weer in zijn normale doen te krijgen. (…)”
Op 19 juni 2019:
“(…) Pred is samen met mij op cursus. Piero zou ook gaan, maar hij is ziek geweest, longontsteking waardoor antibiotica. (…)
Op 1 augustus 2019:
Piero is lang met antibiotica behandeld, 3 weken. Er zijn foto’s van zijn longen gemaakt. De dierenarts heeft de longontsteking eerst als ‘normale’ longontsteking behandeld, een extra lange antibioticakuur was echter nodig. (…) ”
Op 16 augustus 2019:
“Dag [eiser] , hierbij even een update van Piero. Ik ben nu 2x voor een privéles bij [B] geweest. [B] houdt het op een angstagressie bij Piero en vindt hem een gevoelig hondje. [B] denkt dat Piero met 5 lessen al een heel eind is en denkt dat dit een fase is die weer voorbij gaat. (…)
Sinds vorige week woensdag is Piero eindelijk na 5 weken van de antibiotica af. We hopen dat de longontsteking nu niet meer terug komt. (…)”
2.6.
Op 6 juli 2019 heeft Piero de echtgenoot van [gedaagde] gebeten.
2.7.
Laboratoriumuitslagen van 24 september 2020 laten voor Pred een positieve uitslag zien voor de Middellandse Zeeziekte Leishmania.

3.Het geschil

In conventie

3.1.
[eiser] vordert - samengevat - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. Een verklaring voor recht dat [gedaagde] jegens [eiser] op onwettige dan wel op
onbehoorlijke wijze onheus heeft gehandeld;
2. [gedaagde] te veroordelen tot het verwijderen en verwijderd houden van
kwetsende teksten en reacties op Facebook, alsmede verwijderd te houden op welke social media dan ook, binnen 24 uur na het in dezen te wijzen vonnis, beiden onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag of ieder dagdeel dat [gedaagde] hiermee in gebreke is, met een maximum van
€ 23.000,-;
3. [gedaagde] te veroordelen om binnen veertien dagen na het bekend worden van
dit vonnis publiekelijk een verklaring op de door haar beheerde social media te publiceren en gepubliceerd te houden inhoudende dat [gedaagde] zonder enig bewijs beschuldigingen jegens [eiser] heeft geuit en dat dit haar spijt;
4. [gedaagde] te veroordelen om binnen veertien dagen na het bekend worden van
dit vonnis een immateriële schadevergoeding te betalen van € 1.250,-.
3.2.
[eiser] heeft aan zijn vorderingen ten grondslag gelegd dat [gedaagde] onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld door felle en beschuldigende teksten over [eiser] op
social mediate plaatsen. Hiermee tast zij volgens [eiser] zijn goede naam aan. [eiser] stelt door de berichtgeving schade te lijden. Volgens hem zijn door de negatieve berichtgeving al twaalf potentiële adoptanten afgehaakt.
3.3.
[gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vorderingen. Ten aanzien van de Stichting heeft zij als verweer naar voren gebracht dat de Stichting niet ontvankelijk is in haar vorderingen, omdat de Stichting niet meer bestaat. Ten aanzien van de vorderingen van [eiser] heeft [gedaagde] betwist dat zij onrechtmatig heeft gehandeld. Zij heeft aangevoerd dat zij slechts haar eigen ervaringen heeft gedeeld en geen openbare berichten heeft geplaatst die tot [eiser] herleidbaar zijn. De berichten waarop [eiser] doelt zijn niet door haar gepubliceerd. Dat anderen die berichten wel openbaar hebben gemaakt is haar niet aan te rekenen, aldus [gedaagde] . Ten slotte betwist zij de door [eiser] gestelde schade.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
In reconventie
3.5.
[gedaagde] vordert veroordeling van [eiser] tot betaling van € 6.000,- voor gemaakte kosten voor medische zorg en gedragstherapie voor haar twee van [eiser] gekochte Setters.
3.6.
[gedaagde] heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat Piero en Pred niet de eigenschappen hebben die zij mocht verwachten. In de advertenties op Facebook stond dat de honden geen Middellandse Zeeziekten en gedragsproblemen hebben. Dit blijken de honden wel te hebben. [gedaagde] stelt hierdoor schade te lijden, doordat zij veel meer medische kosten voor de honden heeft moeten maken dan waar zij op hoefde te rekenen.
3.7.
[eiser] concludeert tot afwijzing van de vordering. Zijn primaire verweer is dat [gedaagde] niet tijdig heeft geklaagd. Daarnaast betwist hij dat Pred en Piero niet voldoen aan hetgeen [gedaagde] van deze tweede kans Setters mocht verwachten, mede gelet op de geringe aanschafprijs.

4.De beoordeling

In conventie

4.1.
Ten aanzien van de Stichting oordeelt de kantonrechter dat zij niet ontvankelijk is in haar vorderingen. Vast staat immers dat de Stichting op 8 januari 2021 is ontbonden. Na ontbinding blijft een rechtspersoon alleen voortbestaan voor zover dit voor de vereffening van zijn vermogen nodig is (artikel 2:19 van het Burgerlijk Wetboek). Gesteld noch gebleken is dat dit hier het geval is. De Stichting zal daarom niet ontvankelijk worden verklaard in haar vorderingen.
4.2.
Ten aanzien van [eiser] komt de kantonrechter wel toe aan een inhoudelijke beoordeling van de vorderingen. Hierbij komt de kantonrechter tot de conclusie dat de vorderingen afgewezen moeten worden vanwege het volgende.
4.3.
Bij de beoordeling van de onrechtmatigheid van de uitlatingen door [gedaagde] moet een afweging gemaakt tussen enerzijds het belang van [eiser] dat hij
niet wordt blootgesteld aan ongefundeerde verdachtmakingen waardoor zijn eer en goede naam wordt aangetast en anderzijds het belang van [gedaagde] gestelde belang om haar mindere ervaringen bij de honden-adopties die via [eiser] plaatsvonden, te delen met anderen. Welke van de genoemde belangen het zwaarst weegt hangt af van de in onderling verband te beschouwen omstandigheden van dit geval.
4.4.
[eiser] heeft als producties 2-6 berichten overgelegd waaruit het onrechtmatige handelen van [gedaagde] zou blijken. De kantonrechter constateert dat alleen productie 4 een bericht van de hand van [gedaagde] betreft waarin zij zich negatief uitlaat over [eiser] . Het gaat hier om een schriftelijke verklaring die [gedaagde] heeft afgelegd in een civiele procedure tussen de Stichting en [C] . Hierin heeft zij haar eigen ervaringen met [eiser] /de Stichting uiteenzet, ten behoeve van de voorlichting van de rechtbank in een gerechtelijke procedure. Niet betwist is dat deze verklaring niet door [gedaagde] in de publiciteit is gebracht. Ook heeft [gedaagde] slechts haar eigen ervaringen gedeeld, zonder zich onnodig grievend in de richting van [eiser] uit te laten. De verklaringen vinden bovendien steun in het door [gedaagde] aangedragen feitenmateriaal, waarvan zij een groot deel heeft gevoegd bij de 99 producties die zij in deze procedure heeft overgelegd. Gelet op deze omstandigheden is de kantonrechter van oordeel dat van onrechtmatige publicaties geen sprake is. De vorderingen van [eiser] komen daarom niet voor toewijzing in aanmerking.
4.5.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure in conventie. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden tot op heden begroot op € 248,- (2.0 punt × tarief € 124,-).
In reconventie
4.6.
In reconventie is in geschil of [eiser] aan [gedaagde] een schadevergoeding verschuldigd is, omdat hij met Piero en Pred twee Setters zou hebben geleverd die niet aan de koopovereenkomsten beantwoorden. Voordat de kantonrechter aan de inhoudelijke beoordeling hiervan toekomt, moet de vraag beantwoord worden of [gedaagde] tijdig bij [eiser] heeft geklaagd. [eiser] heeft zich immers onderbouwd op het standpunt gesteld dat dit niet het geval is.
4.7.
Op grond van artikel 7:23 BW kan een koper er geen beroep meer doen op dat hetgeen is afgeleverd niet aan de koopovereenkomst beantwoordt, wanneer hij de verkoper daarvan niet binnen bekwame tijd nadat hij dit heeft ontdekt of redelijkerwijs had behoren te ontdekken, in kennis heeft gesteld. Deze bepaling beschermt de verkoper tegen te late en daardoor moeilijk te betwisten klachten, door voor de koper een korte termijn voor te schrijven om over het niet beantwoorden van de zaak aan de overeenkomst te klagen. Deze regel heeft dezelfde strekking als de in artikel 6:89 BW voor alle verbintenissen neergelegde regel, dat de schuldeiser op een gebrek in de prestatie geen beroep meer kan doen wanneer hij niet binnen bekwame tijd nadat hij het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijs had moeten ontdekken, hierover bij de schuldenaar geklaagd.
4.8.
De kantonrechter maakt uit de WhatsApp-berichten van [gedaagde] aan [eiser] op dat zij ten aanzien van Pred heeft geklaagd over zijn gebit en over zijn angst voor een jachtfluit. Ten aanzien van Piero heeft zij geklaagd over terugkerende longontsteking en (ernstige) gedragsproblemen. Daarnaast heeft [gedaagde] voldoende gemotiveerd gesteld dat zij, nadat Piero op 6 juli 2019 haar echtgenoot had gebeten, telefonisch aan [eiser] haar beklag over de honden heeft gedaan. Uit de door [gedaagde] overgelegde specificatie (productie 29) begrijpt de kantonrechter dat [gedaagde] diezelfde dag naar het telefoonnummer van [eiser] heeft gebeld en dat het gesprek ruim twintig minuten heeft geduurd. [eiser] heeft hier tegenover slechts in algemene bewoordingen betwist dat [gedaagde] hem heeft gebeld door aan te voeren dat hij niet belt terwijl hij aan het rijden is. In het licht van de gemotiveerde stellingen van [gedaagde] acht de kantonrechter dit onvoldoende.
4.9.
Gelet op het voorgaande oordeelt de kantonrechter dat [gedaagde] de op haar rustende klachtplicht niet heeft geschonden. Hiermee komt de kantonrechter toe aan beantwoording van de vraag of de door [eiser] geleverde honden voldoen aan hetgeen [gedaagde] op basis van de koopovereenkomsten mocht verwachten.
4.10.
Vast staat dat partijen geen schriftelijke koopovereenkomsten hebben gesloten. De overeenkomsten zijn tot stand gekomen door het aanbod van [eiser] van Pred en Piero op de Facebookpagina Setters voor Adoptie en de acceptatie hiervan door [gedaagde] . Bij acceptatie van het aanbod mocht [gedaagde] ervan uitgaan dat Pred en Piero de eigenschappen zouden bezitten die zijn weergegeven in de advertentie. Voor zowel Pred als Piero betekent dit dat [gedaagde] mocht verwachten dat het een Setter betrof zonder Middellandse Zeeziekten en zonder gedragsproblemen. Bij beide honden is gebleken dat zij wel aan Middellande Zeeziekten lijden, te weten Ehrlichia (Piero) en Leishmania (Pred). Ook zijn, met name bij Piero, serieuze gedragsproblemen aan het licht gekomen. [gedaagde] heeft gemotiveerd aangegeven dat en waarom zowel de Middellandse Zeeziekten, als de gedragsproblemen, niet op een later moment zijn ontstaan, maar al ten tijde van het sluiten van de overeenkomst aanwezig waren. [eiser] heeft dit niet voldoende onderbouwd weersproken. Daarmee beantwoorden de Setters niet aan de koopovereenkomsten. [eiser] heeft in dit verband nog naar voren gebracht dat de aankoopprijs gering was en dat dit de verwachtingen over de kwaliteit van de honden had moeten temperen. De kantonrechter gaat hieraan voorbij, nu in de omschrijving van de beide Setters zonder voorbehoud beschreven is dat zij geen Middellandse Zeeziekten en geen gedragsproblemen hebben. Tegen diezelfde achtergrond passeert de kantonrechter ook het beroep van [eiser] op een document waarin de werkwijze zou zijn omschreven van de adoptie van de honden. Dit document heeft [eiser] overigens ook niet in het geding gebracht.
4.11.
[gedaagde] heeft aan de hand van een groot aantal producties gedetailleerd uiteen gezet welke (extra) medische kosten zij heeft moeten maken, doordat Piero en Pred niet voldoen aan hetgeen zij mocht verwachten. Een overzicht van de kosten tot en met april 2021 heeft zij neergelegd in productie 27. Opgeteld bedragen die kosten € 6.265,28. [eiser] heeft hiertegen geen specifiek verweer gevoerd. De kantonrechter gaat dan ook uit van de juistheid van dit bedrag. Het door [gedaagde] gevorderde bedrag van € 6.000,- is daarmee toewijsbaar. Anders dan de gevorderde betalingstermijn van twee dagen, zal de kantonrechter een termijn van veertien dagen hanteren waarbinnen [eiser] dit bedrag aan [gedaagde] dient te voldoen.
4.12.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij ook worden veroordeeld in de kosten van de procedure in reconventie. Deze kosten worden aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 622,- (2,0 punt × tarief € 311,-).

5.De beslissing

De kantonrechter
In conventie
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de kosten van de procedure, tot op heden aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 248,-,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
In reconventie
5.4.
veroordeelt [eiser] om binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis een bedrag van € 6.000,- (zesduizend euro) aan [gedaagde] te betalen,
5.5.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 622,-,
5.6.
verklaart dit vonnis in reconventie uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.M. Essed, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 28 september 2021.