Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[B],
[D],
[F],
[Y],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 16 december 2020
- de conclusie van antwoord in reconventie
- de e-mail van eisers van 23 februari 2021 met één nadere productie
- de brief van gedaagde van 23 februari 2021 met vier nadere producties
- de e-mail van eisers van 1 maart 2021 met twee nadere producties.
2.De feiten
In conventie en in reconventie:
Artikel 7 Concurrentiebeding
Artikel 14 Boetebeding
ik ben akkoord’.
3.Het geschil
In conventie:
4.De beoordeling
In conventie:
activiteiten, op welke wijze en in welke omvang dan ook’. De rechtbank deelt dat standpunt van [A] c.s. niet. Bij de uitleg van een concurrentiebeding moet niet alleen rekening worden gehouden met de bewoordingen van het beding, maar kan ook de betekenis die partijen aan het beding toekennen en wat zij ten aanzien daarvan van elkaar mogen verwachten, van belang zijn. Gesteld noch gebleken is dat partijen uitvoerig hebben onderhandeld over het concurrentiebeding en de bewoordingen waarin dit beding is gesteld. Naar het oordeel van de rechtbank kan onder die omstandigheden onder ‘
activiteiten, op welke wijze en in welke omvang dan ook’ niet worden begrepen dat ieder contact een schending van het concurrentiebeding tot gevolg heeft. Voor een schending is nodig dat sprake is van een activiteit, een actie, waarbij daadwerkelijk concurrerend wordt gehandeld. Daarvan is in de onderhavige situatie geen sprake geweest. Weliswaar is er contact geweest tussen NDS en [Y] , overigens volgens [Y] op initiatief van NDS, maar dat contact heeft er niet toe geleid dat [Y] concurrerende activiteiten heeft ontplooid. Integendeel, het concurrentiebeding heeft [Y] er juist toe bewogen om geen zaken te doen met NDS en daartoe eerst af te wachten of Agerion ermee kon instemmen dat [Y] voor NDS een project oppakte, indien mogelijk op basis van een inhuurconstructie via Agerion. Het concurrentiebeding heeft aldus zijn werking bewezen en van overtreding is geen sprake. Dat betekent dat de vorderingen van [A] c.s. dienen te worden afgewezen.
- griffierecht € 2.042,00
- salaris advocaat