Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
Vereniging Leefmilieu, gevestigd te Nijmegen,
het college van gedeputeerde staten van Overijssel, verweerder,
[belanghebbende], gevestigd te [plaats] ,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 28 oktober 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke kwestie tussen het college van gedeputeerde staten van Overijssel als verweerder en de Coöperatie Mobilisation for the Environment U.A. en Vereniging Leefmilieu als eisers. De zaak betreft een verzoek om toepassing van artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waarbij eisers vroegen om rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter. De rechtbank oordeelde dat de zaak ongeschikt is voor directe behandeling en dat verweerder ten onrechte had ingestemd met het verzoek van eisers.
De rechtbank stelde vast dat de eisers in beroep waren gegaan tegen een brief van 1 juli 2021, waarin verweerder had aangegeven dat derde-partij geen vergunning nodig had voor het in werking hebben van een rundveehouderij. Eisers waren het niet eens met deze conclusie en stelden dat de brief wel degelijk een besluit was waartegen bezwaar kon worden gemaakt. De rechtbank oordeelde echter dat de inhoudelijke beoordeling van de zaak te complex was om zonder bezwaarfase te worden behandeld. De rechtbank benadrukte het belang van een zorgvuldige procedure en dat partijen de gelegenheid moeten krijgen om hun standpunten in een eerdere fase naar voren te brengen.
Uiteindelijk droeg de rechtbank verweerder op om het beroepschrift van eisers in behandeling te nemen als bezwaarschrift. De rechtbank besloot ook dat het door eisers betaalde griffierecht van € 360,- aan hen terugbetaald zou worden. Deze uitspraak is gedaan zonder zitting, en de beslissing wordt openbaar gemaakt op de eerstvolgende donderdag na de uitspraak.