ECLI:NL:RBOVE:2021:4210

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
11 november 2021
Publicatiedatum
11 november 2021
Zaaknummer
08.138974.20
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake hervatting van het onderzoek ter terechtzitting in een strafzaak met betrekking tot een crystal meth lab

Op 11 november 2021 heeft de Rechtbank Overijssel een tussenvonnis uitgesproken in de strafzaak met parketnummer 08.138974.20. Dit vonnis volgt op het onderzoek ter terechtzitting dat op 4 november 2021 heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. G. Pol, en de inbreng van de verdachte en zijn raadsman, mr. M.H.H. Meulemeesters. De raadsman heeft in een e-mail, verzonden op 5 november 2021, verwezen naar een artikel van NRC over een strafrechtelijk onderzoek genaamd “26Inn”, waarin melding wordt gemaakt van een crystal meth lab in Willemsoord. De raadsman heeft aangegeven dat de verdenking tegen zijn cliënt verband houdt met dit lab en heeft onderzoekswensen geformuleerd die samenhangen met het onderzoek 26Inn. Hij stelt dat er sprake is van een onvolledig onderzoek, wat de rechtbank aanleiding geeft om het onderzoek te hervatten.

De rechtbank concludeert dat het onderzoek niet volledig is geweest en acht het noodzakelijk om de nieuwe informatie en de verzoeken van de raadsman in openbaarheid met de partijen te bespreken. Daarom heeft de rechtbank besloten het onderzoek ter terechtzitting te hervatten en te schorsen tot een nader te bepalen tijdstip, dat in overleg met de officier van justitie en de verdediging zal worden vastgesteld. De rechtbank heeft tevens bevolen dat de verdachte voor de regiezitting zal worden opgeroepen, met kennisgeving van de zittingsdatum aan de raadsman. Dit tussenvonnis is uitgesproken door de rechters in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar gemaakt op 11 november 2021.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.138974.20
Datum tussenvonnis: 11 november 2021
Tussenvonnis in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1955 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
4 november 2021.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. G. Pol en van wat door verdachte en de raadsman mr. M.H.H. Meulemeesters, advocaat te Zeist, naar voren is gebracht.

2.Nader onderzoek

De rechtbank heeft na sluiting van het onderzoek ter terechtzitting een e-mail ontvangen van de raadsman op 5 november 2021. De raadsman refereert in zijn e-mail aan een online krantenartikel van NRC van 27 oktober 2021 over een strafrechtelijk onderzoek met de naam “26Inn”. In het artikel wordt onder meer melding gemaakt van een crystal meth lab in een villa in Willemsoord. De verdenking tegen zijn cliënt ziet op hetzelfde lab als in het onderzoek 26Inn voorkomt. De raadsman meent dat er sprake is van een onvolledig onderzoek, heeft een aantal onderzoekswensen die verband houden met onderzoek 26Inn geformuleerd en stelt dat zich een situatie voordoet als bedoeld in artikel 346 Wetboek van Strafvordering.
De rechtbank komt op basis van de door de raadsman overgelegde informatie tot de slotsom dat het onderzoek niet volledig is geweest en acht het noodzakelijk dat deze nieuwe informatie en de verzoeken van de raadsman in de openbaarheid met de partijen worden besproken op een nader te bepalen regiezitting.
De rechtbank zal het onderzoek ter terechtzitting in verband hiermee hervatten en schorsen tot een in overleg met de officier van justitie en de verdediging nader te bepalen tijdstip.

3.De beslissing

De rechtbank:
- beveelt dat het
onderzoek ter terechtzittingwordt
hervat;
-
schorsthet onderzoek voor
onbepaalde tijdtot een in overleg met de officier van justitie en de verdediging nader te bepalen tijdstip voor een regiezitting;
- beveelt de oproeping van verdachte voor die zitting met kennisgeving van die zittingsdatum aan de raadsman.
Dit tussenvonnis is gewezen door mr. J. Faber, voorzitter, mr. J. de Ruiter en mr. V.P.K. van Rosmalen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Y.W. van den Bosch, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 11 november 2021.
Mr. J. Faber is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.