In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 3 november 2021 een vonnis in incident gewezen. De eiser, wonende te [woonplaats], heeft in 2019 een woning gekocht van gedaagde 1 voor € 570.000,00. Na de levering van de woning in 2020 zijn er twee windmolens nabij de woning gebouwd, wat aanleiding geeft tot de vordering van de eiser. De eiser vordert primair een verklaring voor recht dat de woning non-conform is, gedeeltelijke ontbinding van de koopovereenkomst en terugbetaling van € 75.000,00. Subsidiair vordert hij een verklaring voor recht dat de overeenkomst onder invloed van dwaling tot stand is gekomen, evenals wijziging van de overeenkomst en terugbetaling van € 75.000,00. Meer subsidiair vordert hij schadevergoeding van € 75.000,00 op basis van ongeschreven recht.
In het incident heeft gedaagde 1 verzocht om de heer [A], handelend onder de naam [X] Makelaardij, in vrijwaring op te roepen. Gedaagde 1 stelt dat [A] niet de zorg van een goed opdrachtnemer in acht heeft genomen en dat hij niet de benodigde informatie heeft verstrekt aan de eiser. De rechtbank oordeelt dat gedaagde 1 voldoende heeft onderbouwd dat er een rechtsverhouding bestaat tussen hem en [A], waardoor een verhaalsrecht mogelijk is. De vordering tot oproeping in vrijwaring wordt toegewezen.
De rechtbank heeft gedaagde 1 veroordeeld in de proceskosten van het incident, die aan de zijde van de eiser op nihil zijn begroot, aangezien de eiser zich heeft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De zaak zal op 1 december 2021 weer op de rol komen voor het nemen van de conclusie van antwoord door gedaagde 1. Iedere verdere beslissing is aangehouden.