ECLI:NL:RBOVE:2021:4263

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
3 november 2021
Publicatiedatum
15 november 2021
Zaaknummer
268317 / HA ZA 21-284
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S.J.S. Groeneveld - Koekkoek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in incident tot oproeping in vrijwaring met betrekking tot aansprakelijkheid van makelaar

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 3 november 2021 een vonnis in incident gewezen. De eiser, wonende te [woonplaats], heeft in 2019 een woning gekocht van gedaagde 1 voor € 570.000,00. Na de levering van de woning in 2020 zijn er twee windmolens nabij de woning gebouwd, wat aanleiding geeft tot de vordering van de eiser. De eiser vordert primair een verklaring voor recht dat de woning non-conform is, gedeeltelijke ontbinding van de koopovereenkomst en terugbetaling van € 75.000,00. Subsidiair vordert hij een verklaring voor recht dat de overeenkomst onder invloed van dwaling tot stand is gekomen, evenals wijziging van de overeenkomst en terugbetaling van € 75.000,00. Meer subsidiair vordert hij schadevergoeding van € 75.000,00 op basis van ongeschreven recht.

In het incident heeft gedaagde 1 verzocht om de heer [A], handelend onder de naam [X] Makelaardij, in vrijwaring op te roepen. Gedaagde 1 stelt dat [A] niet de zorg van een goed opdrachtnemer in acht heeft genomen en dat hij niet de benodigde informatie heeft verstrekt aan de eiser. De rechtbank oordeelt dat gedaagde 1 voldoende heeft onderbouwd dat er een rechtsverhouding bestaat tussen hem en [A], waardoor een verhaalsrecht mogelijk is. De vordering tot oproeping in vrijwaring wordt toegewezen.

De rechtbank heeft gedaagde 1 veroordeeld in de proceskosten van het incident, die aan de zijde van de eiser op nihil zijn begroot, aangezien de eiser zich heeft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De zaak zal op 1 december 2021 weer op de rol komen voor het nemen van de conclusie van antwoord door gedaagde 1. Iedere verdere beslissing is aangehouden.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 268317 / HA ZA 21-284
Vonnis in incident van 3 november 2021
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij in de hoofdzaak, verwerende partij in het incident,
hierna te noemen [eiser] ,
advocaat: mr. R.J. Postma
tegen

1.[gedaagde 1] ,

2.
[gedaagde 2],
beide wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partijen in de hoofdzaak, eisende partijen in het incident,
hierna gezamenlijk en in enkelvoud te noemen [gedaagde 1] ,
advocaat: mr. A. de Rooij.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 23 juni 2021;
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring;
- de conclusie van antwoord in het incident.
1.2.
Ten slotte is bepaald dat in het incident vonnis zal worden gewezen.

2.Het geschil

in de hoofdzaak
2.1.
[eiser] heeft in 2019 van [gedaagde 1] voor € 570.000,00 een woning in [plaats 1] gekocht. De woning is in 2020 aan [eiser] geleverd. Vlakbij de woning zijn daarna twee windmolens gebouwd. [eiser] vordert daarom primair een verklaring voor recht dat de woning non-conform is, gedeeltelijke ontbinding en (terug)betaling van € 75.000,00. Subsidiair vordert [eiser] een verklaring voor recht dat de overeenkomst onder invloed van dwaling tot stand is gekomen, wijziging van de overeenkomst en (terug)betaling van € 75.000,00. Meer subsidiair vordert [eiser] een verklaring voor recht dat [gedaagde 1] heeft gehandeld/nagelaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt en schadevergoeding van € 75.000,00. Zowel primair, subsidiair als meer subsidiair vordert [eiser] de rente, buitengerechtelijke incassokosten, proceskosten en nakosten.
in het incident
2.2.
[gedaagde 1] vordert dat hem wordt toegestaan om de heer [A] , handelend onder de naam [X] Makelaardij, wonende aan de [adres 1] te [plaats 2] en gevestigd aan de [adres 2] te [plaats 2] (hierna: [A] ) in vrijwaring op te roepen. Hiertoe voert [gedaagde 1] aan dat [A] in opdracht van [gedaagde 1] heeft bemiddeld bij de verkoop van de woning. Volgens [gedaagde 1] heeft [A] niet de zorg van een goed opdrachtnemer in acht genomen. [A] heeft [eiser] niet de informatie verstrekt die voor hem van belang was en daarnaast heeft hij [gedaagde 1] niet juist geadviseerd over zijn mededelingsplicht. Indien er in de hoofdzaak geoordeeld zal worden dat aan de zijde van [eiser] schade is ontstaan en [gedaagde 1] zou daarvoor aansprakelijk worden gehouden, dan is dat het gevolg van de schending van de zorgplicht door [A] , aldus [gedaagde 1] .
2.3.
[eiser] heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

3.De beoordeling

in het incident
3.1.
De rechtbank stelt voorop dat een vordering tot vrijwaring in beginsel toewijsbaar is, indien voldoende concreet en gemotiveerd wordt gesteld dat de verzoeker tot vrijwaring in geval van een voor hem ongunstige afloop van de hoofdzaak, krachtens hun onderlinge rechtsverhouding een verhaalsrecht kan hebben op diegene die hij in vrijwaring wenst op te roepen. De rechtbank is van oordeel dat [gedaagde 1] voldoende onderbouwd heeft gesteld dat er een rechtsverhouding tussen [gedaagde 1] en [A] bestaat die voor [gedaagde 1] mogelijk een verhaalsrecht op [A] met zich meebrengt. De vordering tot oproeping in vrijwaring zal dan ook worden toegewezen.
3.2.
[gedaagde 1] zal worden veroordeeld in de proceskosten van dit incident. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op nihil, nu hij zich heeft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
in de hoofdzaak
3.3.
De rechtbank zal bepalen dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 1 december 2021voor het nemen van de conclusie van antwoord door [gedaagde 1] .
3.4.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

4.De beslissing

De rechtbank
in het incident
4.1.
staat [gedaagde 1] toe om de heer [A] , handelend onder de naam [X] Makelaardij, wonende aan de [adres 1] te [plaats 2] en gevestigd aan de [adres 2] te [plaats 2] , in vrijwaring te doen dagvaarden tegen de civiele terechtzitting van de rechtbank Overijssel, afdeling civiel, team kanton en handelsrecht, locatie Zwolle op
woensdag 1 december 2021, teneinde op de eis in vrijwaring te antwoorden;
4.2.
veroordeelt [gedaagde 1] in de proceskosten van dit incident, aan de zijde van [eiser] begroot op nihil;
in de hoofdzaak
4.3.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 1 december 2021teneinde [gedaagde 1] in staat te stellen te concluderen voor antwoord;
4.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J.S. Groeneveld - Koekkoek en in het openbaar uitgesproken op 3 november 2021. (SB)