Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
[gedaagde],
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats 2] ,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, op 9 november 2021 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een besloten vennootschap, hierna te noemen eiseres, en een andere besloten vennootschap, hierna te noemen gedaagde. Eiseres vorderde betaling van een bedrag van € 541,44, vermeerderd met wettelijke rente en kosten, op basis van transportwerkzaamheden die zij zou hebben uitgevoerd voor gedaagde op 8 februari 2019. Gedaagde betwist echter dat deze werkzaamheden voor hen zijn uitgevoerd en stelt dat de factuur niet voor hen bedoeld is.
De procedure begon met een dagvaarding op 1 april 2021, gevolgd door een conclusie van antwoord van gedaagde en een conclusie van repliek van eiseres. Gedaagde heeft bij conclusie van dupliek een nieuwe productie overgelegd, waarop eiseres niet heeft gereageerd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat eiseres zelf wisselend heeft verklaard over het bestaan van een vordering op gedaagde, en dat de factuur die eiseres heeft overgelegd, niet aan gedaagde maar aan een andere vennootschap is gericht. Hierdoor kon de kantonrechter niet vaststellen dat eiseres een vordering op gedaagde had.
De kantonrechter heeft de vorderingen van eiseres afgewezen en haar veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van gedaagde op nihil zijn begroot, aangezien gedaagde zonder professioneel gemachtigde procedeerde. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. S.J.S. Groeneveld - Koekkoek.