ECLI:NL:RBOVE:2021:4267

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 november 2021
Publicatiedatum
15 november 2021
Zaaknummer
9292053 \ CV EXPL 21-2717
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S.J.S. Groeneveld - Koekkoek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van zorgkostennota’s en premies door zorgverzekeraar Zilveren Kruis

In deze zaak vordert de naamloze vennootschap Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V., gevestigd te Utrecht, betaling van zorgkostennota’s en premies van een gedaagde partij. De gedaagde heeft een zorgverzekering afgesloten bij Zilveren Kruis en is verplicht om de premie voor de basisverzekering maandelijks bij vooruitbetaling te voldoen, evenals de zorgkostennota’s. De gedaagde heeft echter een betalingsachterstand laten ontstaan voor een zorgkostennota uit 2020 en de maandelijkse premies van december 2020, januari 2021 en februari 2021. Zilveren Kruis vordert in totaal € 521,86, plus rente en buitengerechtelijke incassokosten, en heeft een bedrag van € 140,75 in mindering gebracht op de vordering.

De gedaagde voert aan dat zij de betalingsregeling die eind 2020 was overeengekomen en de nieuwe maandelijkse premies niet tegelijk kan voldoen, mede door beslag op haar zorgtoeslag. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde niet heeft betwist dat zij de zorgkostennota en de premies nog moet betalen. De financiële problemen van de gedaagde kunnen niet leiden tot afwijzing van de vordering van Zilveren Kruis. De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van de hoofdsom toe, evenals de gevorderde incassokosten en wettelijke rente.

De kantonrechter stelt de proceskosten vast op € 765,22, die door de gedaagde moeten worden betaald. De kantonrechter raadt de gedaagde aan om contact op te nemen met Zilveren Kruis voor een mogelijke nieuwe betalingsregeling. Het vonnis is gewezen op 9 november 2021.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 9292053 \ CV EXPL 21-2717
Vonnis van 9 november 2021
in de zaak van
de naamloze vennootschap
ZILVEREN KRUIS ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Utrecht,
eisende partij, hierna te noemen Zilveren Kruis,
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,
verschenen in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 2 juni 2021;
- de conclusie van antwoord van [gedaagde] ;
- de conclusie van repliek van Zilveren Kruis;
- de conclusie van dupliek van [gedaagde] .
1.2.
Ten slotte heeft de kantonrechter bepaald dat vandaag vonnis zal worden gewezen.

2.Waar gaat deze zaak over?

De vaststaande feiten

2.1.
[gedaagde] heeft een zorgverzekering afgesloten bij Zilveren Kruis. Op grond daarvan heeft zij onder meer de verplichting om de premie voor de basisverzekering maandelijks bij vooruitbetaling aan Zilveren Kruis te voldoen. Daarnaast moet [gedaagde] de zorgkostennota’s, waarin Zilveren Kruis het eigen risico in rekening brengt, aan Zilveren Kruis voldoen.
2.2.
[gedaagde] heeft een achterstand laten ontstaan in de betalingen van een zorgkostennota uit 2020 en de maandelijkse premies van december 2020, januari 2021 en februari 2021.
Wat wil Zilveren Kruis?
2.3.
Zilveren Kruis wil dat [gedaagde] de zorgkostennota en de premies betaalt. Dat is in totaal € 521,86. Daarnaast wil Zilveren Kruis dat [gedaagde] de rente (€ 3,68 tot 2 juni 2021) en de buitengerechtelijke incassokosten (€ 48,40) betaalt. Op deze bedragen heeft Zilveren Kruis een bedrag van € 1,24 (deel van een eerdere betaling), een betaling van € 70,00 en een betaling van € 69,51 in mindering gebracht.
Zilveren Kruis vordert daarom, na vermindering van eis, dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot het betalen van een bedrag van € 433,19 aan Zilveren Kruis, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 juni 2021 tot de dag van volledige betaling, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
Wat vindt [gedaagde] ?
2.4.
[gedaagde] voert aan dat zij de betalingsregeling die eind 2020 was overeengekomen en de (nieuwe) maandelijkse premies niet beide tegelijk kan voldoen. Dat komt mede door het beslag dat door Zilveren Kruis op haar zorgtoeslag is gelegd. Door ook nog deze procedure te beginnen, zorgt Zilveren Kruis ervoor dat het bedrag dat zij verschuldigd is steeds hoger wordt, terwijl Zilveren Kruis weet dat zij niet meer kan betalen. Daardoor worden haar financiële problemen steeds groter, aldus [gedaagde] .

3.De beoordeling

Wat vindt de kantonrechter van de zaak?

3.1.
[gedaagde] heeft niet betwist dat zij de zorgkostennota en de premies van december 2020, januari 2021 en februari 2021 nog moet betalen of dat zij de betalingsregeling, die voor een deel op de onderhavige vordering zag, niet na heeft kunnen komen. De financiële problemen van [gedaagde] kunnen er, hoe betreurenswaardig ook, niet toe leiden dat deze vordering van Zilveren Kruis zal worden afgewezen. Dat er beslag is gelegd op de zorgtoeslag van [gedaagde] , kan ook niet aan Zilveren Kruis worden tegengeworpen. De vordering tot betaling van de hoofdsom van 521,86 ligt dan ook voor toewijzing gereed.
3.2.
Zilveren Kruis heeft ook kosten gemaakt om de openstaande bedragen bij [gedaagde] te (proberen te) innen. Zilveren Kruis heeft [gedaagde] eerst aangemaand, zodat zij het openstaande bedrag gedurende veertien dagen zonder bijkomende incassokosten kon betalen. Na die termijn zijn de incassokosten verschuldigd geworden. Het gevorderde bedrag van € 48,40, dat enkel is berekend over de in de aanmaning van 27 oktober 2020 genoemde hoofdsom van € 139,51, zal dan ook worden toegewezen.
3.3.
[gedaagde] moet, omdat zij niet op tijd heeft betaald, ook de wettelijke rente betalen. Het bedrag van € 3,68 aan wettelijke rente tot 2 juni 2021 zal dan ook worden toegewezen, net als de wettelijke rente vanaf 2 juni 2021 over de nog openstaande hoofdsom zoals hierna vermeld.
3.4.
Op grond van artikel 6:44 BW worden de betalingen van [gedaagde] eerst in mindering gebracht op de kosten, dan op de rente en dan op de hoofdsom. Er zal dus een bedrag van € 521,86 + € 48,40 + € 3,68 - € 140,75 = € 433,19 worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 juni 2021 tot de dag van volledige betaling.
De proceskosten
3.5.
[gedaagde] wordt in deze procedure in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. Het verweer van [gedaagde] dat Zilveren Kruis niet tot het dagvaarden over had hoeven gaan, kan niet tot een ander oordeel leiden. Nu [gedaagde] niet aan haar betalingsverplichtingen heeft voldaan, heeft Zilveren Kruis het recht om haar daarvoor in rechte te betrekken.
De proceskosten worden tot op heden aan de zijde van Zilveren Kruis begroot op € 108,22 aan kosten voor de dagvaarding, € 507,00 aan griffierecht en € 150,00 aan salaris voor de gemachtigde van Zilveren Kruis (2 punten x tarief € 75,00). Dat is in totaal € 765,22.
3.6.
De kantonrechter raadt [gedaagde] aan om contact op te nemen met Zilveren Kruis, want het staat partijen natuurlijk vrij om aan de hand van dit vonnis in onderling overleg alsnog een nieuwe betalingsregeling te treffen.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] tot het betalen van een bedrag van € 433,19 aan Zilveren Kruis, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 2 juni 2021 tot de dag van volledige betaling;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Zilveren Kruis begroot op € 765,22;
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J.S. Groeneveld - Koekkoek, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 9 november 2021.