Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.de vennootschap onder firma [X] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[A],
en
[B],
beiden wonende te [woonplaats] ,
[X],
TRIPLE GROEN DRENTHE B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Hardenberg, hierna te noemen
TGD,
TRIPLE GROEN B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Hardenberg, hierna te noemen
TG,
DGB ENERGIE B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Hardenberg, hierna te noemen
DGB,
TGD c.s.,
1.De procedure
2.De feiten
overeenkomst 1) staat onder meer het volgende vermeld:
overeenkomst 2) waarin onder meer vermeld staat:
Maandelijks zonnepanelen voorschot € 7.839,19
overeenkomst 3). De koopprijs voor dat systeem – dat nooit is geïnstalleerd – bedroeg € 825.577,72. In de betreffende overeenkomst staat onder meer het volgende vermeld:
Encon) ingeschakeld om onderzoek te doen naar de volgens haar achterblijvende productie van het op grond van overeenkomst 1 aan [X] geleverde zonnepanelensysteem/PV-systeem (hierna te noemen:
systeem 1). Dit heeft geleid tot een rapport van 19 november 2019 en een rapport van 1 september 2020.
[Y]) in december 2019 onderzocht wat de verwachte terugverdientijd is van systeem 1 en van de beide systemen tezamen. [Y] heeft hieromtrent op 4 december 2019 een rapport uitgebracht. Op 14 september 2020 heeft zij een aanvullend rapport opgemaakt.
BlueSkyWorks), het systeem gezamenlijk geïnspecteerd. Zij hebben vervolgens beiden een rapport opgesteld.
VKD) in opdracht van [X] het systeem vervolgens geïnspecteerd conform SCIOS Scope 12. Dit heeft geleid tot een rapport van 22 april 2020.
BTB) opdracht gegeven de brandveiligheid van het systeem te onderzoeken. Dit heeft geleid tot twee rapporten van 17 en 21 april 2020.
SafetySpec), opdracht gegeven systeem 1 aan een veiligheidsinspectie te onderwerpen conform de norm NPR 5310. SafetySpec heeft naar aanleiding hiervan op 21 april 2020 een rapport opgesteld.
BMT) (onder meer) voornoemde rapporten van BTB, SafetySpec, VKD en Blueskyworks beoordeeld. Zij heeft vervolgens twee rapporten opgesteld van 29 en 31 maart 2021.
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie en reconventie
vordert namelijk een verklaring voor recht dat TGD door een PV-systeem te leveren met cadmium in de zonnepanelen, toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van overeenkomst 1, alsmede dat TGD gehouden is de schade die [X] als gevolg hiervan lijdt te vergoeden. Zij gaat hierbij uit van de veronderstelling dat het feit dat de zonnepanelen cadmium bevatten, betekent dat de panelen niet gerecycled kunnen worden via PV Cycle. Uit de door TGD overgelegde producties 51 tot en met 53 volgt echter dat de zonnepanelen van het merk dat [X] geleverd heeft gekregen, die inderdaad cadmium bevatten, wel via PV Cycle gerecycled kunnen worden. Voor zover TGD al recycling via PV Cycle gegarandeerd heeft, betekent de enkele aanwezigheid van cadmium in de zonnepanelen dus niet dat zij in de nakoming van overeenkomst 1 tekort is geschoten. De door [X] in dit kader gevorderde verklaringen voor recht zijn gelet hierop niet toewijsbaar. Uit de stellingen van [X] volgt weliswaar dat zij tevens van oordeel is dat zij schade lijdt doordat de fabrikant van de zonnepanelen, althans TGD, zich niet bij PV Cycle heeft geregistreerd, maar de vorderingen van [X] zijn hier niet op gericht, zodat deze kwestie in de onderhavige zaak niet voorligt.
€ 42.687,72 aan expertisekosten worden toegewezen.
kan ter zake van de verrichte werkzaamheden echter op grond van artikel 6:96 lid 2 sub c BW wel aanspraak maken op buitengerechtelijke incassokosten. Hierna zal blijken dat [X] jegens TGD ook nog aanspraak kan maken op een bedrag van € 1.784,45, zodat zij in totaal recht heeft op betaling van een bedrag van € 76.504,17 aan hoofdsom (€ 32.032,00 +
heeft het door haar gestelde misbruik van identiteitsverschil naar het oordeel van de kantonrechter echter onvoldoende weten te concretiseren, zodat alleen al om die reden het beroep op vereenzelviging niet kan slagen. Overigens waren de problemen met betrekking tot systeem 1 ten tijde van het sluiten van overeenkomst 3 niet of nauwelijks bekend bij TGD c.s.
In reconventie zullen de salarispunten worden gehalveerd, aangezien de vorderingen in reconventie voortvloeien uit het verweer in conventie. De kosten in reconventie zullen aan de zijde van [X] daarmee worden begroot op een bedrag van € 1.245,00 aan salaris gemachtigde (2 salarispunten x tarief € 1.245,00 x 0,5).