In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 23 november 2021 een tussenvonnis gewezen in een geschil tussen een cateringbedrijf en Transferro B.V. over de annulering van twee evenementen vanwege de coronapandemie. De eiseres, een cateringbedrijf, had een overeenkomst gesloten met Transferro voor het verzorgen van catering tijdens een huisbeurs en een personeelsfeest. Beide evenementen, gepland voor maart 2020, werden geannuleerd door Transferro vanwege de coronamaatregelen. De eiseres vorderde betaling van gemaakte kosten, terwijl Transferro zich beriep op onvoorziene omstandigheden ex artikel 6:258 BW, en stelde dat de overeenkomsten niet ongewijzigd konden worden uitgevoerd.
De kantonrechter oordeelde dat Transferro een geslaagd beroep had gedaan op artikel 6:258 BW, omdat de coronapandemie en de daaruit voortvloeiende maatregelen onvoorziene omstandigheden vormden die de uitvoering van de overeenkomsten fundamenteel verstoorden. De rechter oordeelde dat het redelijk was dat de daadwerkelijk gemaakte kosten door partijen 50/50 zouden worden gedeeld. De eiseres kreeg de gelegenheid om de gemaakte kosten te onderbouwen, waarna Transferro de kans kreeg om hierop te reageren. De verdere beslissing werd aangehouden, en de zaak werd naar de rol verwezen voor akte.