ECLI:NL:RBOVE:2021:4747
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.F.J.M. Schröder
- Rechtspraak.nl
Verlenging machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van jeugdbescherming
In deze zaak heeft de kinderrechter op 2 november 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2010, in het kader van jeugdbescherming. De kinderrechter heeft eerder op 27 mei 2021 een tussenbeschikking gegeven waarin de ondertoezichtstelling werd verlengd tot 14 mei 2022. De gecertificeerde instelling (GI) heeft verzocht om verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing voor een periode van zes maanden, omdat de (emotionele) veiligheid van het kind in het geding is door structurele existentiële bedreiging door een ouder van de andere ouder.
De moeder van de minderjarige is het niet eens met het verzoek van de GI en heeft aangegeven dat de omgangsregeling tussen haar en de minderjarige beperkt is en onder begeleiding plaatsvindt. De moeder heeft een stress-gerelateerde angststoornis ontwikkeld en heeft EMDR-therapie ondergaan. De vader van de minderjarige steunt het verzoek van de GI. De kinderrechter heeft de argumenten van beide ouders en de GI afgewogen en geconcludeerd dat de (emotionele) veiligheid van het kind voorop staat.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder herhaaldelijk bedreigende uitspraken heeft gedaan over de vader en zijn familie, wat een negatieve invloed heeft op de (emotionele) veiligheid van het kind. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de GI terecht heeft geconcludeerd dat een gefaseerde thuisplaatsing bij de moeder niet mogelijk is en heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd voor de duur van zes maanden, tot 14 mei 2022. De verzoeken van de moeder zijn afgewezen, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.