ECLI:NL:RBOVE:2021:4755

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
21 december 2021
Publicatiedatum
20 december 2021
Zaaknummer
08-760144-13
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een man met schizofrenie en verslavingsproblematiek

Op 21 december 2021 heeft de Rechtbank Overijssel de terbeschikkingstelling van een 41-jarige man verlengd met twee jaar. De man, die lijdt aan schizofrenie en kwetsbaarheid voor verslaving, was eerder ter beschikking gesteld na een veroordeling voor doodslag in 2013. De terbeschikkingstelling was ingegaan op 6 december 2013 en was voor het laatst verlengd op 17 december 2019. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder een verlengingsadvies van de Oostvaarderskliniek, waar de man onder behandeling is. Het Openbaar Ministerie had op 29 oktober 2021 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling, welke vordering door de rechtbank is behandeld op een openbare zitting op 7 december 2021.

Tijdens de zitting heeft de officier van justitie de vordering tot verlenging ondersteund, terwijl de man en zijn raadsman geen bezwaar maakten tegen de verlenging. De rechtbank heeft de situatie van de man beoordeeld aan de hand van het advies van de kliniek en de toelichting van deskundigen. De kliniek heeft aangegeven dat de man vooruitgang heeft geboekt, maar dat er nog geen sprake is van voldoende maatschappelijke inbedding en zelfstandigheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat het recidiverisico hoog is en dat de veiligheid van anderen eist dat de maatregel wordt verlengd. De rechtbank heeft besloten om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, zodat de man in een verantwoord tempo kan toewerken naar verdere resocialisatie en proefverlof.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08-760144-13
Datum uitspraak: 21 december 2021
Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1980 te [geboorteplaats] ,
onder verantwoordelijkheid van FPC de Oostvaarderskliniek,
verblijvende in FPA Assen,
hierna te noemen: betrokkene.

1.De aanleiding

Betrokkene is bij vonnis van de rechtbank Overijssel van 21 november 2013 ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, na bewezenverklaring van het misdrijf:
doodslag.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 6 december 2013. Deze terbeschikkingstelling is laatstelijk verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 17 december 2019 en eindigt, behoudens nadere voorziening, op 6 december 2021.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:
  • het verlengingsadvies van de Oostvaarderskliniek van 7 oktober 2021, opgemaakt en ondertekend door drs. E.L.M. Klein Haneveld, directeur behandelzaken, drs. A.J. Wijnne, hoofd behandeling en drs. E.P.K. Sikkens, psychiater;
  • een afschrift van de wettelijke aantekeningen over het vierde kwartaal 2019, het eerste kwartaal 2020 en de periodes 1 april 2020 tot en met 5 januari 2021 en 14 juli 2021 tot en met 2 november 2021.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 29 oktober 2021 een vordering ingediend tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaren.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van 7 december 2021.
De rechtbank heeft op de openbare terechtzitting gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. R.W. van Faassen, advocaat te Zwolle;
  • de officier van justitie mr. L. Grooters;
  • A.J. Wijnne, GZ-psycholoog, als hoofd behandeling en namens het outreach-team van FPC de Oostvaarderskliniek, als deskundige.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaren.
Betrokkene en zijn raadsman hebben gesteld dat zij geen bezwaar hebben tegen verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.

4.De beoordeling

De vordering is op 29 oktober 2021 ingediend. Dit is tijdig.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek
van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen het over betrokkene opgemaakte advies van de kliniek en de toelichting van de deskundige ter zitting in aanmerking.
Het rapport van de kliniek houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
Er is bij betrokkene sprake van schizofrenie en kwetsbaarheid voor verslaving.
Betrokkene is in april 2014 in FPC Oostvaarderskliniek opgenomen. Sinds 2015 was zijn psychiatrische toestandsbeeld lange tijd vrij stabiel. Op 8 januari 2018 is hij binnen een transmuraal kader naar FPA Forence in Deventer overgeplaatst, maar dit bleek na verloop van tijd voor betrokkene niet de juiste resocialisatieroute. Daarom is hij in januari 2019 naar de Oostvaarderskliniek teruggeplaatst. Daar functioneerde hij na enige tijd weer stabiel. In juni 2020 is een transmurale verlofmachtiging afgegeven en op 5 oktober 2020 is betrokkene in FPA Assen opgenomen.
In FPA Assen maakte hij een goede start, maar na toenemende signalen van ontregeling is betrokkene op 21 december 2020 voor een time-out in de Oostvaarderskliniek teruggeplaatst. Op 4 januari 2021 is betrokkene weer in FPA Assen geplaatst en vanaf dat moment kreeg hij muziektherapie, dagbesteding en regelmatige gesprekken met het behandelteam om meer structuur aan te brengen. Desondanks kwam betrokkene weer onrustig en geagiteerd over en sprak hij zijn achterdocht uit nadat op zijn verzoek de Quetiapine in dosering was gehalveerd. Toen zijn functioneren zodanig verslechterde dat opnieuw de mogelijkheid van een time-out werd besproken, is betrokkene met de oorspronkelijke dosering akkoord gegaan. Hierna is betrokkene vanaf februari 2021 in rustiger vaarwater gekomen. De samenwerking met het behandelteam groeide en betrokkene hield zijn dagstructuur goed vol. Betrokkene is vervolgens naar een andere afdeling van de FPA overgeplaatst waar hij meer zelfstandigheid heeft. Ook daar gedijde hij goed en raakte hij steeds beter bij het behandelteam ingebed waardoor de rol van het outreach-team van de Oostvaarderskliniek kleiner werd.
In april 2021 is het Forensisch Psychiatrisch Toezicht gestart met als doel een rustige kennismaking en samenwerking met de reclassering. Dit loopt naar wens.
Uit de laatste evaluatie in juli 2021 blijkt dat betrokkene goede stappen in de samenwerking met het kernteam van de FPA zet, maar dat hij zijn vrijheden nog te weinig beoefent en dat hij moeite heeft om zijn vrije tijd structureel in te vullen. Dit is een aandachtspunt omdat het belangrijk is te zien hoe hij zich in de gewone maatschappij ontwikkelt.
Hoewel de inbedding bij de FPA goed tot stand is gekomen, is er nog geen sprake van
bredere maatschappelijke inbedding en zelfstandigheid wat betreft het invullen van verloven en vrije tijd. Gezien de aard van de problematiek, de terughoudendheid van betrokkene zelf om stappen vooruit te zetten en de tijd die hij nodig heeft zich ergens vertrouwd te voelen, behoeft het resocialisatietraject tijd en zorgvuldigheid.
Het uiteindelijke haalbaar geachte uitstroomdoel is plaatsing in een Forensisch Begeleide Woonvorm. Gezien de problematiek en het beloop van het afgelopen jaar zal een tussenstap hierin nodig zijn. Deze tussenstap zou gezet kunnen worden via de Forensische Resocialisatie Afdeling de Wieken. Dit is een forensisch begeleide woonvorm met het hoogste niveau van zorg en toezicht binnen de forensische RIBW-mogelijkheden, en is gericht op geleidelijkheid wat betreft verdere resocialisatie. Het is vlak bij de FPA waar per woning drie patiënten een eigen studio hebben.
Indien betrokkene de huidige stabiliteit weet vast te houden, en bij verdere groei wat betreft de stappen in zijn verlofmogelijkheden, is de intentie hem nog binnen het transmurale kader door te laten stromen naar de Wieken. Indien hij hier geruime tijd stabiel functioneert zal de reclassering worden verzocht de mogelijkheden tot proefverlof te onderzoeken. De verwachting is dat dit in 2022 het geval zal zijn, maar dat is afhankelijk van de stabiliteit en het functioneren van betrokkene na doorstroom.
Het recidiverisico wordt bij beëindiging van de maatregel als hoog ingeschat.
Gelet op het voorgaande adviseert de kliniek de maatregel met twee jaar te verlengen zodat in een verantwoord tempo naar verdere doorstroom en proefverlof kan worden toegewerkt.
De deskundige A.J. Wijnne heeft het rapport van de kliniek ter zitting aangevuld.
Wijnne heeft verklaard dat betrokkene vooruitgang heeft geboekt in het praktiseren van zijn verloven en dat de kliniek op korte termijn aan het Adviescollege Verloftoetsing (AVT) toestemming zal vragen om de stap naar de Wieken te kunnen zetten.
Omdat betrokkene het moeilijk vindt om in een ander team vertrouwd te raken, moet er rekening mee worden gehouden dat de overgang moeilijk zal zijn. Daarom zal de tijd moeten worden genomen om betrokkene in de Wieken te laten wennen en een werkrelatie op te bouwen. Het is belangrijk dat dit proces heel geleidelijk gaat en dat elke stap heel zorgvuldig wordt gezet.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd.
Aan de criteria voor de verlenging van de terbeschikkingstelling is voldaan. Op grond van hetgeen in de rapportage is vermeld en ter zitting is toegelicht, stelt de rechtbank vast dat er sprake is van een thans nog aanwezige stoornis en dat er tevens sprake is van hoog recidiverisico.
De rechtbank stelt vast dat betrokkene vooruitgang heeft geboekt en dat hij zich positief inzet. Dit heeft erin geresulteerd dat de stap naar de Wieken in zicht is, met als uiteindelijke doel voor betrokkene om in een Forensisch Begeleide Woonvorm te verblijven.
Betrokkene heeft ter zitting aangegeven dat hij er vertrouwen in heeft dat de kliniek de goede koers uitzet en dat hij zijn best blijft doen om de resocialisatie te laten slagen.
Gelet op de opmerkingen van de deskundige dient dit traject heel geleidelijk en zorgvuldig te verlopen. Nu er nog een aantal belangrijke stappen in het resocialisatietraject gezet moeten worden voordat de volgende fase hiervan in kan gaan, en het niet te voorzien is dat deze stappen al binnen een jaar kunnen worden gezet, zal de rechtbank de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengen.

5.De beslissing

De rechtbank:
- verlengt de terbeschikkingstelling met bevel verpleging van overheidswege van
[betrokkene]met twee jaren.
Aldus gegeven door mr. A. van Holten, voorzitter, mr. N.J.C. Monincx en mr. A.S. Metgod, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.R. Lageveen als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 december 2021.