ECLI:NL:RBOVE:2021:4805

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
21 december 2021
Publicatiedatum
22 december 2021
Zaaknummer
9339270 \ CV EXPL 21-3045
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande facturen door ECHT Advocatuur tegen [X] Interim Management B.V.

In deze zaak vordert ECHT Advocatuur B.V. betaling van openstaande facturen door [X] Interim Management B.V. De werkzaamheden die door mr. [A] van ECHT Advocatuur zijn verricht voor [gedaagde] zijn niet betwist. De kantonrechter oordeelt dat enkel een ongunstige uitkomst van een procedure niet voldoende is om te concluderen dat de werkzaamheden niet goed zijn uitgevoerd. Het beroep op verrekening door [gedaagde] is onvoldoende onderbouwd. De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van € 1.345,64 aan hoofdsom, € 290,66 aan contractuele rente en € 201,85 aan buitengerechtelijke incassokosten toe, evenals de proceskosten. De kantonrechter overweegt dat de ontevredenheid van [gedaagde] over de uitkomst van de procedure tegen de gemeente Amsterdam niet kan leiden tot een afwijzing van de vordering. De kantonrechter wijst ook op de onrechtmatigheid van het intrekken van het betalingsvoorstel door ECHT Advocatuur, aangezien dit aanbod nog niet was aanvaard. De vordering tot betaling van de buitengerechtelijke kosten wordt toegewezen tot € 40,00, en de contractuele rente wordt toegewezen vanaf 1 juni 2021. De proceskosten worden begroot op € 890,88, en de nakosten op € 93,50. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 9339270 \ CV EXPL 21-3045
Vonnis van 21 december 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ECHT ADVOCATUUR B.V.,
gevestigd te Epe,
eisende partij, hierna te noemen ECHT Advocatuur,
gemachtigde: mr. M. Sakarya
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[X] INTERIM MANAGEMENT B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats],
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde],
verschenen in de persoon van haar bestuurder, de heer [Y].

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 7 september 2021;
- de mondelinge behandeling op 19 november 2021, waar deze zaak gezamenlijk is behandeld met de zaken 9339280 \ CV EXPL 21-3046 en 9416549 \ CV EXPL 21-3633, en waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
1.2.
Ten slotte heeft de kantonrechter bepaald dat vandaag vonnis zal worden gewezen.

2.Inleiding

2.1.
Deze zaak gaat over de vraag of [gedaagde] voor de werkzaamheden van ECHT Advocatuur moet betalen. De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] voor de werkzaamheden moet betalen. Die beslissing wordt vandaag in dit vonnis opgenomen en toegelicht.

3.De feiten

Waar gaat deze zaak over?

3.1.
Mr. [A] (werkzaam bij ECHT Advocatuur) heeft in opdracht en voor rekening van [gedaagde] werkzaamheden uitgevoerd in een procedure namens [gedaagde] tegen de gemeente Amsterdam. De opdrachtbevestiging en de algemene voorwaarden van ECHT Advocatuur zijn door mr. [A] op 1 mei 2019 aan [gedaagde] verzonden.
3.2.
[gedaagde] heeft de facturen, waarin mr. [A] zijn werkzaamheden in de procedure tegen de gemeente in rekening heeft gebracht, niet volledig betaald.
3.3.
Op 17 december 2020 heeft ECHT Advocatuur aan [gedaagde] per e-mail een betalingsvoorstel gedaan in verband met de openstaande facturen in de zaak tegen de gemeente en twee andere zaken. [gedaagde] heeft op 18 december 2020 geantwoord dat zij tijd nodig had om advies in te winnen en dat zij in januari 2021 contact zou opnemen. Op 20 december 2020 heeft ECHT Advocatuur het betalingsvoorstel ingetrokken.
3.4.
Op 14 maart 2021 heeft [gedaagde] aan ECHT Advocatuur gemaild dat zij aanspraak maakt op (terug)betaling van een bedrag van € 4.157,90, omdat de werkzaamheden in een zaak die mr. [A] namens [Y] tegen Zwitserleven heeft gevoerd, niet goed zijn uitgevoerd en [Y] voor die werkzaamheden te veel aan ECHT Advocatuur heeft betaald.

4.Het geschil

Wat wil ECHT Advocatuur?

4.1.
ECHT Advocatuur vordert dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 1.345,64 aan hoofdsom, € 290,66 aan contractuele rente tot 1 juni 2021 en € 201,85 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de contractuele, althans wettelijke (handels-)rente over de hoofdsom vanaf 1 juni 2021. Daarnaast vordert ECHT Advocatuur betaling van de proceskosten, nakosten en de wettelijke rente over de verschenen rente, de buitengerechtelijke incassokosten, de proceskosten en de nakosten.
Wat vindt [gedaagde]?
4.2.
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering. [gedaagde] is niet tevreden over de uitkomst van de procedure tegen de gemeente. Daarnaast vindt [gedaagde] dat [Y] nog een vordering op ECHT Advocatuur heeft in verband met de procedure tegen Zwitserleven. Die vordering wil [Y] laten varen, in ruil voor finale kwijting voor deze vordering.

5.De beoordeling

Wat vindt de kantonrechter van de zaak?

5.1.
Niet in geschil tussen partijen is dat mr. [A] werkzaamheden voor [gedaagde] heeft uitgevoerd inzake de procedure tegen de gemeente Amsterdam. [gedaagde] betwist in feite ook niet dat zij voor deze werkzaamheden moet betalen. Ter zitting heeft [gedaagde] gesteld dat zij ontevreden is over de uitkomst van de gevoerde procedure. Maar enkel de ontevredenheid over de uitkomst kan er niet toe leiden dat [gedaagde] niet voor de werkzaamheden hoeft te betalen. Aan dit verweer gaat de kantonrechter dan ook voorbij.
5.2.
Met betrekking tot de vordering die [Y] nog op ECHT Advocatuur stelt te hebben in verband met de procedure tegen Zwitserleven, geldt dat [gedaagde] onvoldoende onderbouwd heeft gesteld dat mr. [A] zijn werk in die procedure niet goed heeft gedaan. Ook daarvoor geldt dat het feit dat een procedure niet de gewenste uitkomst heeft, niet voldoende is voor het oordeel dat een advocaat zijn werkzaamheden niet goed heeft uitgevoerd. Daarnaast valt niet in te zien waarom [gedaagde] een vordering die [Y] op ECHT Advocatuur zou hebben, met haar schuld aan ECHT Advocatuur kan verrekenen. Dit verweer slaagt dan ook niet.
5.3.
[gedaagde] heeft nog aangevoerd dat ECHT Advocatuur niet binnen drie dagen haar betalingsvoorstel weer had mogen intrekken. De kantonrechter overweegt dat ECHT Advocatuur met dat betalingsvoorstel [gedaagde] een aanbod heeft gedaan. Een aanbod mag worden ingetrokken of worden herroepen zolang het nog niet is aanvaard. Vast staat dat het aanbod nog niet door [gedaagde] was aanvaard. ECHT Advocatuur heeft dus niet onrechtmatig gehandeld door haar betalingsvoorstel weer in te trekken.
5.4.
Gelet op het voorgaande zal de vordering tot betaling van de hoofdsom van € 1.345,64 worden toegewezen.
Bijkomende kosten
5.5.
Met betrekking tot de vordering tot betaling van de buitengerechtelijke kosten overweegt de kantonrechter dat ECHT Advocatuur niet voldoende heeft gesteld dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Daarom is [gedaagde] in beginsel geen vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd. In dit geval is echter sprake van een handelsovereenkomst die na 16 maart 2013 is gesloten, waarbij de contractuele betalingstermijn is verstreken, zodat op grond van artikel 6:96 lid 4 BW een bedrag van € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen.
5.6.
Omdat [gedaagde] de facturen niet (tijdig) heeft betaald, moet zij op grond van artikel V onder a van de algemene voorwaarden van ECHT Advocatuur de contractuele rente van 1% per maand over de openstaande hoofdsom betalen. De gevorderde contractuele rente van € 290,66 tot 1 juni 2021 zal worden toegewezen, net als de contractuele rente over de hoofdsom van € 1.345,64 vanaf 1 juni 2021 tot de dag van volledige betaling.
De rente over de buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen zoals gevorderd.
Met betrekking tot de gevorderde rente over de achterstallige rente, geldt dat op grond van artikel 6:119 lid 2 BW slechts rente kan worden gevorderd over achterstallige rente die over een vol jaar verschuldigd is, mits wordt aangegeven hoe groot het rentebedrag over dat jaar is. ECHT Advocatuur heeft hieromtrent onvoldoende gesteld, zodat de vordering tot betaling van de rente over de achterstallige rente moet worden afgewezen.
Proceskosten
5.7.
[gedaagde] wordt in deze procedure in het ongelijk gesteld en wordt daarom veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van ECHT Advocatuur. Omdat de mondelinge behandeling van drie zaken gezamenlijk heeft plaatsgevonden, zal voor de mondelinge behandeling per zaak 0,5 punt aan salaris voor de gemachtigde van ECHT Advocatuur worden gerekend. Daarmee komen de kosten van deze procedure aan de zijde van ECHT Advocatuur op € 103,38 aan kosten voor de dagvaarding, € 507,00 aan griffierecht en € 280,50 aan salaris (1,5 punt x tarief € 187,00). Dat is in totaal € 890,88.
5.8.
De nakosten, waarvan ECHT Advocatuur betaling heeft gevorderd, worden begroot op € 93,50 (0,5 punt van het liquidatietarief).
5.9.
De wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten zal worden toegewezen met inachtneming van de hierna te bepalen termijn.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan ECHT Advocatuur te betalen een bedrag van € 1.636,30 (aan hoofdsom en rente tot 1 juni 2021), te vermeerderen met de contractuele rente (1% per maand) over de hoofdsom van € 1.345,64 vanaf 1 juni 2021 tot de dag van volledige betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan ECHT Advocatuur te betalen een bedrag van € 40,00 aan buitengerechtelijke kosten, te voldoen binnen 14 dagen na de datum van betekening van dit vonnis, bij gebreke waarvan dit bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van ECHT Advocatuur begroot op € 890,88, te voldoen binnen 14 dagen na de datum van betekening van dit vonnis, bij gebreke waarvan dit bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.4.
veroordeelt [gedaagde] in de nakosten, begroot op € 93,50, te voldoen binnen 14 dagen na de datum van betekening van dit vonnis, bij gebreke waarvan dit bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Koene, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 21 december 2021. (SB)