ECLI:NL:RBOVE:2021:4806

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
21 december 2021
Publicatiedatum
22 december 2021
Zaaknummer
9339280 \ CV EXPL 21-3046
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen door ECHT Advocatuur B.V. tegen [gedaagde] CREATIVE DESIGN

In deze zaak vordert ECHT Advocatuur B.V. betaling van openstaande facturen door [gedaagde] CREATIVE DESIGN. De kantonrechter heeft op 21 december 2021 uitspraak gedaan in deze civiele procedure. ECHT Advocatuur heeft werkzaamheden verricht voor [gedaagde] en stelt dat de facturen voor deze werkzaamheden niet zijn betaald. De kantonrechter oordeelt dat het enkele feit dat de uitkomst van een procedure ongunstig is, niet betekent dat de advocaat zijn werk niet goed heeft gedaan. De vordering tot betaling van de facturen wordt toegewezen, omdat [gedaagde] onvoldoende onderbouwd heeft gesteld dat de advocaat tekortgeschoten is in zijn verplichtingen. Daarnaast wordt het verweer van [gedaagde] dat het betalingsvoorstel door ECHT Advocatuur onrechtmatig is ingetrokken, verworpen. De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van de hoofdsom van € 1.193,91 toe, evenals de contractuele rente en buitengerechtelijke kosten. [gedaagde] wordt ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 894,51. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 9339280 \ CV EXPL 21-3046
Vonnis van 21 december 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ECHT ADVOCATUUR B.V.,
gevestigd te Epe,
eisende partij, hierna te noemen ECHT Advocatuur,
gemachtigde: mr. M. Sakarya
tegen
[gedaagde], mede handelend onder de naam
[X] CREATIVE DESIGN,wonende en zaakdoende te [woonplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,
gemachtigde: [A] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 7 september 2021;
- de mondelinge behandeling op 19 november 2021, waar deze zaak gezamenlijk is behandeld met de zaken 9339270 \ CV EXPL 21-3045 en 9416549 \ CV EXPL 21-3633, en waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
1.2.
Ten slotte heeft de kantonrechter bepaald dat vandaag vonnis zal worden gewezen.

2.Inleiding

2.1.
Deze zaak gaat over de vraag of [gedaagde] voor de werkzaamheden van Echt Advocatuur moet betalen. De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] voor de werkzaamheden moet betalen. Die beslissing wordt vandaag in dit vonnis opgenomen en toegelicht.

3.De feiten

Waar gaat deze zaak over?

3.1.
Mr. [B] (werkzaam bij Echt Advocatuur) heeft in opdracht en voor rekening van [gedaagde] werkzaamheden uitgevoerd, bestaande uit het voeren van verweer in een procedure tussen VWC en [gedaagde] . Mr. [B] heeft de opdrachtbevestiging samen met de algemene voorwaarden van Echt Advocatuur op 1 mei 2019 naar [gedaagde] gemaild.
3.2.
[gedaagde] heeft de facturen, waarin mr. [B] zijn werkzaamheden in de procedure tegen VWC in rekening heeft gebracht, niet betaald.
3.3.
Op 17 december 2020 heeft Echt Advocatuur per e-mail een betalingsvoorstel gedaan in verband met de openstaande facturen in de zaak tegen VWC en twee andere zaken. [A] heeft (mede namens [gedaagde] ) op 18 december 2020 geantwoord dat hij tijd nodig had om advies in te winnen en dat hij in januari 2021 contact zou opnemen. Op 20 december 2020 heeft Echt Advocatuur het betalingsvoorstel ingetrokken.
3.4.
Op 14 maart 2021 heeft [A] aan Echt Advocatuur gemaild dat hij (mede namens [gedaagde] ) aanspraak maakt op (terug)betaling van een bedrag van € 4.157,90, nu de werkzaamheden in een zaak die mr. [B] namens [A] tegen Zwitserleven heeft gevoerd, niet goed zijn uitgevoerd en hij daarvoor te veel aan Echt Advocatuur heeft betaald.

4.Het geschil

Wat wil Echt Advocatuur?

4.1.
ECHT Advocatuur wil dat [gedaagde] de facturen betaalt, plus rente en incassokosten. Daarom vordert Echt Advocatuur dat [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot het betalen van een bedrag van € 1.193,91, te vermeerderen met de contractuele rente, althans de wettelijke (handels-)rente vanaf 1 juli 2021 tot de dag van volledige betaling. Daarnaast vordert Echt Advocatuur betaling van de contractuele rente tot 1 juli 2021, de buitengerechtelijke incassokosten, de proceskosten en de nakosten, elk te vermeerderen met de wettelijke rente.
Wat vindt [gedaagde] ?
4.2.
[A] voert namens [gedaagde] verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering. Hij is niet tevreden over de uitkomst van de procedure tegen VWC. Daarnaast vindt [A] dat hij nog een vordering op Echt Advocatuur heeft in verband met de procedure tegen Zwitserleven. Die vordering wil hij laten varen, in ruil voor finale kwijting voor deze vordering van Echt Advocatuur op [gedaagde] .

5.De beoordeling

Wat vindt de kantonrechter van de zaak?

5.1.
Tussen partijen staat vast dat mr. [B] werkzaamheden voor [gedaagde] heeft uitgevoerd. Het verweer dat [gedaagde] niet tevreden is met de uitkomst van de procedure tegen VWC, betekent niet dat [gedaagde] de facturen van Echt Advocatuur niet hoeft te betalen. Het enkele feit dat de uitkomst van een procedure ongunstig is, betekent niet dat een advocaat zijn werk niet goed heeft gedaan. [gedaagde] heeft dan ook onvoldoende onderbouwd gesteld dat mr. [B] in zijn verplichtingen zou zijn tekortgeschoten.
5.2.
Met betrekking tot de vordering die [A] nog op Echt Advocatuur stelt te hebben in verband met de procedure tegen Zwitserleven, geldt dat hij onvoldoende onderbouwd heeft gesteld dat mr. [B] zijn werkzaamheden in die procedure niet goed heeft uitgevoerd. Ook daarvoor geldt dat het feit dat een procedure niet de gewenste uitkomst heeft, niet voldoende is voor het oordeel dat een advocaat zijn werk niet goed heeft gedaan. Daarnaast valt niet in te zien waarom [gedaagde] een vordering die [A] op Echt Advocatuur zou hebben, met haar schuld aan Echt Advocatuur kan verrekenen. Dit verweer slaagt dan ook niet.
5.3.
[gedaagde] heeft nog aangevoerd dat Echt Advocatuur niet binnen drie dagen haar betalingsvoorstel weer had mogen intrekken. De kantonrechter overweegt dat Echt Advocatuur met dat betalingsvoorstel [gedaagde] een aanbod heeft gedaan. Een aanbod mag worden ingetrokken of worden herroepen zolang het nog niet is aanvaard. Vast staat dat het aanbod nog niet door [gedaagde] was aanvaard. Echt Advocatuur heeft dus niet onrechtmatig gehandeld door haar betalingsvoorstel weer in te trekken.
5.4.
Gelet op het voorgaande zal de vordering tot betaling van de hoofdsom van € 1.193,91 worden toegewezen.
Bijkomende kosten
5.5.
Met betrekking tot de vordering tot betaling van de buitengerechtelijke kosten overweegt de kantonrechter dat Echt Advocatuur niet voldoende heeft gesteld dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Daarom is [gedaagde] in beginsel geen vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd. In dit geval is echter sprake van een handelsovereenkomst die op of na 16 maart 2013 is gesloten, waarbij de contractuele betalingstermijn is verstreken, zodat op grond van artikel 6:96 lid 4 BW een bedrag van € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen.
5.6.
Omdat [gedaagde] de facturen niet (tijdig) heeft betaald, moet zij op grond van artikel V onder a van de algemene voorwaarden van Echt Advocatuur de contractuele rente van 1% per maand over de openstaande hoofdsom betalen. De gevorderde contractuele rente van € 277,33 tot 1 juli 2021 zal worden toegewezen, net als de contractuele rente over de hoofdsom van € 1.193,91 vanaf 1 juli 2021 tot de dag van volledige betaling.
De rente over de buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen zoals gevorderd.
Met betrekking tot de gevorderde rente over de achterstallige rente, geldt dat op grond van artikel 6:119 lid 2 BW slechts rente kan worden gevorderd over achterstallige rente die over een vol jaar verschuldigd is, mits wordt aangegeven hoe groot het rentebedrag over dat jaar is. Echt Advocatuur heeft hieromtrent onvoldoende gesteld, zodat de vordering tot betaling van de rente over de achterstallige rente moet worden afgewezen.
Proceskosten
5.7.
[gedaagde] wordt in deze procedure in het ongelijk gesteld. Zij wordt daarom veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Echt Advocatuur. Omdat de mondelinge behandeling van drie zaken gezamenlijk heeft plaatsgevonden, zal voor de mondelinge behandeling per zaak 0,5 punt aan salaris voor de gemachtigde van Echt Advocatuur worden gerekend. Daarmee komen de kosten van deze procedure aan de zijde van Echt Advocatuur op € 107,01 aan kosten voor de dagvaarding, € 507,00 aan griffierecht en € 280,50 aan salaris gemachtigde (1,5 punt x tarief € 187,00). Dat is in totaal € 894,51.
5.8.
De nakosten, waarvan Echt Advocatuur betaling heeft gevorderd, worden begroot op € 93,50 (0,5 punt van het liquidatietarief).
5.9.
De wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten zal worden toegewezen met inachtneming van de hierna te bepalen termijn.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Echt Advocatuur te betalen een bedrag van € 1.471,24 (aan hoofdsom en rente tot 1 juli 2021), te vermeerderen met de contractuele rente van 1% per maand over de hoofdsom van € 1.193,91 vanaf 1 juli 2021 tot de dag van volledige betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan Echt Advocatuur te betalen een bedrag van € 40,00 (aan incassokosten), te voldoen binnen 14 dagen na de datum van betekening van dit vonnis, bij gebreke waarvan dit bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van Echt Advocatuur begroot op € 894,51, te voldoen binnen 14 dagen na de datum van betekening van dit vonnis, bij gebreke waarvan dit bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.4.
veroordeelt [gedaagde] in de nakosten, begroot op € 93,50, te voldoen binnen 14 dagen na de datum van betekening van dit vonnis, bij gebreke waarvan dit bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Koene, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 21 december 2021. (SB)