ECLI:NL:RBOVE:2021:4807

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
21 december 2021
Publicatiedatum
22 december 2021
Zaaknummer
9416549 \ CV EXPL 21-3633
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling voor juridische werkzaamheden en de geldigheid van een ingetrokken betalingsvoorstel

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel, gaat het om een geschil tussen ECHT Advocatuur B.V. en een gedaagde partij over de betaling van juridische werkzaamheden. De gedaagde had mr. J [A] van ECHT Advocatuur opdracht gegeven om hem bij te staan in een geschil tegen zijn pensioenverzekeraar, Zwitserleven. Na een procedure die niet de gewenste uitkomst opleverde, heeft de gedaagde de facturen van ECHT Advocatuur niet volledig betaald. ECHT Advocatuur heeft daarop een betalingsvoorstel gedaan, dat door de gedaagde niet werd geaccepteerd, waarna ECHT Advocatuur het voorstel introk.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde niet voldoende onderbouwd heeft dat de werkzaamheden van ECHT Advocatuur niet goed zijn uitgevoerd. De kantonrechter benadrukt dat het enkele feit dat de procedure niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd, niet betekent dat de advocaat zijn werk niet goed heeft gedaan. De gedaagde heeft geen andere argumenten aangedragen die de stelling zouden onderbouwen dat de advocaat zijn verplichtingen niet is nagekomen.

Daarnaast heeft de kantonrechter geoordeeld dat ECHT Advocatuur het betalingsvoorstel rechtmatig heeft ingetrokken, aangezien het aanbod nog niet door de gedaagde was aanvaard. De vordering van ECHT Advocatuur tot betaling van de openstaande facturen is toegewezen, inclusief de contractuele rente en proceskosten. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 11.163,29, vermeerderd met rente en kosten.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 9416549 \ CV EXPL 21-3633
Vonnis van 21 december 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ECHT ADVOCATUUR B.V.,
gevestigd te Epe,
eisende partij, hierna te noemen ECHT Advocatuur,
gemachtigde: mr. M. Sakarya
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,
verschenen in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 12 oktober 2021;
- de mondelinge behandeling op 19 november 2021, waar deze zaak gezamenlijk met de zaken 9339270 \ CV EXPL 21-3045 en 9339280 \ CV EXPL 21-3046 is behandeld, en waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
1.2.
Ten slotte heeft de kantonrechter bepaald dat vandaag vonnis zal worden gewezen.

2.Inleiding

2.1.
Deze zaak gaat over de vraag of [gedaagde] voor de werkzaamheden van ECHT Advocatuur moet betalen. De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] voor de werkzaamheden moet betalen. Die beslissing wordt vandaag in dit vonnis opgenomen en toegelicht.

3.De feiten

Waar gaat deze zaak over?

3.1.
Begin 2018 heeft [gedaagde] aan mr. J [A] (werkzaam bij ECHT Advocatuur) opdracht gegeven om hem bij te staan in een geschil tegen zijn pensioenverzekeraar Zwitserleven. Mr. [A] heeft [gedaagde] per e-mail een opdrachtbevestiging gestuurd, waarin de opdracht en het uurtarief worden uiteengezet. Daarbij heeft mr. [A] ook de algemene voorwaarden van ECHT Advocatuur meegestuurd.
3.2.
Op 10 december 2018 is mr. [A] namens [gedaagde] de procedure tegen Zwitserleven gestart. Bij dagvaarding werd bij de rechtbank Noord-Holland op grond van artikel 843a Rv afgifte van bepaalde stukken van Zwitserleven gevorderd. Bij vonnis van 2 september 2020 heeft de rechtbank de vorderingen van [gedaagde] afgewezen.
3.3.
[gedaagde] heeft de facturen, waarin mr. [A] zijn werkzaamheden in de procedure tegen Zwitserleven in rekening heeft gebracht, niet volledig betaald.
3.4.
Op 17 december 2020 heeft ECHT Advocatuur [gedaagde] per e-mail een betalingsvoorstel gedaan. Dit betalingsvoorstel betrof openstaande facturen voor de werkzaamheden in de zaak tegen Zwitserleven en voor de werkzaamheden in twee andere zaken. [gedaagde] heeft op 18 december 2020 geantwoord dat hij tijd nodig had om advies in te winnen en dat hij in januari 2021 contact zou opnemen. Op 20 december 2020 heeft ECHT Advocatuur het betalingsvoorstel ingetrokken.
3.5.
In opdracht van [gedaagde] heeft [B] , een advocatenkantoor gespecialiseerd in pensioenen (hierna: [B] ), juridisch advies aan [gedaagde] uitgebracht en onderzoek gedaan omtrent zijn rechtspositie. Het resultaat van dat onderzoek is neergelegd in een schriftelijk rapport van 2 maart 2021. Vervolgens heeft [gedaagde] op 14 maart 2021 aan ECHT Advocatuur gemaild dat hij aanspraak maakt op (terug)betaling van een bedrag van € 4.157,90, omdat uit het rapport zou blijken dat de procedure geen kans van slagen had.

4.Het geschil

Wat wil ECHT Advocatuur?

4.1.
ECHT Advocatuur wil dat [gedaagde] voor de werkzaamheden van mr. [A] betaalt. Het totaal aan openstaande factuurbedragen is € 9.227,37. Door niet tijdig te betalen, is [gedaagde] ook de contractuele rente verschuldigd geraakt (€ 1.935,92 tot 1 augustus 2021). Ook vordert ECHT Advocatuur betaling van de buitengerechtelijke kosten (€ 886,63).
Daarom vordert ECHT Advocatuur dat [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot het betalen van een bedrag van € 12.049,92, te vermeerderen met de contractuele rente, althans de wettelijke rente vanaf 1 augustus 2021 tot de dag van volledige betaling, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten en de nakosten, plus de wettelijke rente over die kosten.
Wat vindt [gedaagde] ?
4.2.
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van ECHT Advocatuur in de kosten van deze procedure. Mr. [A] heeft hem niet juist geadviseerd over de haalbaarheid van de vorderingen en hij had eerder met de procedure moeten stoppen. Dat blijkt volgens [gedaagde] duidelijk uit het rapport van [B] . Daarnaast is [gedaagde] van mening dat ECHT Advocatuur het betalingsvoorstel niet zo snel had mogen intrekken.

5.De beoordeling

5.1.
Tussen partijen staat vast dat [gedaagde] mr. [A] opdracht heeft gegeven om werkzaamheden te verrichten in de procedure tegen Zwitserleven en dat mr. [A] de werkzaamheden die hij heeft gefactureerd, ook heeft uitgevoerd.
Het verweer van [gedaagde]
5.2.
heeft zijn stelling dat mr. [A] zijn verplichtingen niet is nagekomen, gebaseerd op het rapport van [B] . Volgens [gedaagde] blijkt uit dat rapport dat de procedure tegen Zwitserleven geen kans van slagen had en dat mr. [A] eerder had moeten stoppen met de procedure. Mr. [A] had hem moeten waarschuwen dat de procedure geen resultaat zou (kunnen) opleveren. Naar het oordeel van de kantonrechter volgt dit niet uit het rapport van [B] . Integendeel, in het rapport staat dat het lastig is om de vraag of de procedure kans van slagen had, te beantwoorden. Andere argumenten, behalve dan het feit dat hij niet tevreden is over de uitkomst van de procedure, heeft [gedaagde] niet aangevoerd. Bovendien merkt de kantonrechter op dat de verplichtingen van een advocaat in zo’n procedure uit inspanningsverplichtingen bestaan. Het enkele feit dat een procedure niet het gewenste resultaat oplevert, betekent niet dat een advocaat zijn werk niet goed heeft gedaan. De stellingen van [gedaagde] zijn dan ook niet voldoende onderbouwd om te kunnen concluderen dat mr. [A] en/of ECHT Advocatuur niet aan hun verplichtingen hebben voldaan.
Het ingetrokken betalingsvoorstel
5.3.
[gedaagde] heeft nog aangevoerd dat ECHT Advocatuur niet binnen drie dagen haar betalingsvoorstel weer had mogen intrekken. ECHT Advocatuur heeft met dat betalingsvoorstel echter een aanbod gedaan aan [gedaagde] . Een aanbod mag worden ingetrokken of worden herroepen zolang het nog niet is aanvaard. Vast staat dat het aanbod nog niet door [gedaagde] was aanvaard. ECHT Advocatuur heeft dus niet onrechtmatig gehandeld door haar betalingsvoorstel weer in te trekken.
5.4.
Voor zover [gedaagde] nog heeft aangevoerd dat ook ECHT Advocatuur van mening was dat de gedeclareerde uren voor de werkzaamheden ná het uitbrengen van de dagvaarding ter discussie stonden, geldt dat uit de e-mail van ECHT Advocatuur van 17 december 2020 blijkt dat deze uren tussen ECHT Advocatuur en [gedaagde] ter discussie stonden, omdat [gedaagde] daartegen verweer voerde. Dat ECHT Advocatuur zelf de gefactureerde uren discutabel vond, blijkt niet uit de e-mail.
Conclusie
5.5.
De verweren van [gedaagde] tegen de vordering slagen niet. [gedaagde] kan dan ook geen aanspraak maken op terugbetaling van een deel van het wel betaalde bedrag (waartoe hij overigens ook geen vordering heeft ingediend). [gedaagde] zal de facturen moeten betalen. De vordering tot betaling van de hoofdsom van € 9.227,37 zal dan ook worden toegewezen. Omdat [gedaagde] niet (tijdig) heeft betaald, moet hij op grond van artikel V onder a van de algemene voorwaarden van ECHT Advocatuur de contractuele rente van 1% per maand betalen. Het bedrag van € 1.935,92 tot 1 augustus 2021 en de contractuele rente over de hoofdsom vanaf 1 augustus 2021 zullen worden toegewezen.
5.6.
De vordering tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten zal worden afgewezen. Partijen zijn weliswaar in de algemene voorwaarden het verschuldigd zijn van incassokosten overeengekomen, maar [gedaagde] handelt in deze zaak als consument. Gesteld noch gebleken is dat ECHT Advocatuur aan [gedaagde] een aanmaning heeft gestuurd conform de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Voor toewijzing van een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is dus geen plaats.
Proceskosten
5.7.
[gedaagde] wordt in deze procedure in het ongelijk gesteld. Hij wordt daarom veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van ECHT Advocatuur. Omdat de mondelinge behandeling van drie zaken gezamenlijk heeft plaatsgevonden, zal voor de mondelinge behandeling per zaak 0,5 punt aan salaris worden gerekend. Daarmee komen de kosten van deze procedure aan de zijde van ECHT Advocatuur op € 102,15 aan kosten voor de dagvaarding, € 507,00 aan griffierecht en € 559,50 aan salaris (1,5 punt x tarief € 373,00). Dat is in totaal € 1.168,65.
5.8.
De nakosten, waarvan ECHT Advocatuur betaling heeft gevorderd, worden begroot op € 124,00 (0,5 punt van het liquidatietarief met een maximum van € 124,00).
5.9.
De wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten zal worden toegewezen met inachtneming van de hierna te bepalen termijn.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan ECHT Advocatuur te betalen een bedrag van € 11.163,29, te vermeerderen met de contractuele rente (van 1% per maand) over een bedrag van € 9.227,37 vanaf 1 augustus 2021 tot de dag van volledige betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van ECHT Advocatuur begroot op € 1.168,65, te voldoen binnen 14 dagen na de datum van betekening van dit vonnis, bij gebreke waarvan dit bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.3.
veroordeelt [gedaagde] in de nakosten, begroot op € 124,00, te voldoen binnen 14 dagen na de datum van betekening van dit vonnis, bij gebreke waarvan dit bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Koene, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 21 december 2021. (SB)