In deze zaak vordert een advocatenkantoor, eiseres, betaling van facturen voor werkzaamheden die zij heeft verricht voor gedaagde in het kader van een erfrechtgeschil. Gedaagde betwist de vordering en stelt dat eiseres matig tot niet heeft gepresteerd en tijd en geld heeft verspild. De kantonrechter oordeelt dat niet is gebleken dat eiseres haar werkzaamheden niet correct heeft uitgevoerd. De vordering wordt toegewezen, met uitzondering van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, omdat de aanmaning niet voldoet aan de wettelijke eisen. Gedaagde had verzocht om het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, maar dit verzoek wordt afgewezen omdat gedaagde haar belang niet heeft toegelicht. De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van de facturen van in totaal € 4.580,22 toe, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.