ECLI:NL:RBOVE:2021:4942

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
18 oktober 2021
Publicatiedatum
25 januari 2022
Zaaknummer
267121 FT-RK 21/362
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling wegens het niet voldoen aan de verplichtingen

Op 18 oktober 2021 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling door [verzoeker]. [Verzoeker], een alleenstaande man van 38 jaar, ontving een uitkering op grond van de Participatiewet en had een totale schuldenlast van € 37.222,39. Hij had eerder een onderbewindstelling laten uitspreken, waarbij Aktiva B.V. als bewindvoerder was aangesteld.

[Verzoeker] heeft op 16 juni 2021 een verzoekschrift ingediend voor de schuldsaneringsregeling, maar verscheen niet op de eerste zitting op 16 augustus 2021. Tijdens de tweede zitting op 11 oktober 2021 verklaarde hij dat hij niet aan de sollicitatieplicht zou voldoen, omdat hij zijn eigen pad volgt en geen slaaf in loondienst wil zijn. Hij gaf aan dat hij van plan was een gedichtenbundel uit te brengen en dat hij genoeg inkomen zou genereren zonder te solliciteren.

De rechtbank oordeelde dat [verzoeker] niet aannemelijk had gemaakt dat hij de verplichtingen van de schuldsaneringsregeling zou kunnen nakomen. De rechtbank benadrukte dat de schuldsaneringsregeling strenge verplichtingen met zich meebrengt, waaronder een sollicitatieplicht en een inlichtingenplicht. Aangezien [verzoeker] expliciet had verklaard niet aan deze verplichtingen te willen voldoen, werd zijn verzoek afgewezen op grond van artikel 288 lid 1, aanhef en onder c van de Faillissementswet. De rechtbank wees het verzoek af en sprak de beslissing uit in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Toezicht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 267121 FT-RK 21/362
Datum uitspraak: 18 oktober 2021
Vonnis van de rechtbank Overijssel, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken, op het verzoek van:

[verzoeker] ,geboren op [1983] te [geboorteplaats] ,

wonende te [woonplaats] , [adres] ,
verzoeker, verder ook te noemen: [verzoeker] .
Ten aanzien van de goederen van [verzoeker] is op 31 mei 2016 een onderbewindstelling uitgesproken met benoeming van Aktiva B.V., gevestigd te Hoogeveen, tot (beschermings)bewindvoerder.

Het procesverloop

[verzoeker] heeft een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling.
Bij oproepingsbrief van 16 juni 2021 is [verzoeker] opgeroepen ter terechtzitting van 16 augustus 2021 te verschijnen. Ter terechtzitting is mevrouw [A], werkzaam bij Aktiva B.V., verschenen. [verzoeker] is, zonder bericht van afwezigheid, niet ter terechtzitting van 16 augustus 2021 verschenen. Van de behandeling ter zitting heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
Bij oproepingsbrief van 19 augustus 2021 is [verzoeker] opgeroepen ter terechtzitting van 11 oktober 2021 te verschijnen. Ter zitting van 11 oktober 2021 is [verzoeker] , vergezeld van zijn begeleider, de heer [B], verschenen. Van de behandeling ter zitting heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
Het vonnis is bepaald op vandaag.

De beoordeling

De feiten
[verzoeker] is een alleenstaande man van 38 jaren oud. [verzoeker] ontvangt een uitkering op grond van de Participatiewet. De totale schuldenlast van [verzoeker] bedraagt volgens het verzoekschrift € 37.222,39.
Als bijlage bij het verzoekschrift is een e-mailbericht van de heer [C], werkzaam bij Team Inkomensondersteuning/Terugvordering bij de [gemeente], gevoegd, waaruit blijkt dat de [gemeente] bij besluit van 17 februari 2021 een bedrag ter hoogte van
€ 840,00 heeft teruggevorderd. Deze schuld staat niet op de crediteurenlijst vermeld.
De behandeling ter zitting d.d. 16 augustus 2021
Mevrouw [A] heeft ter terechtzitting verklaard dat zij [verzoeker] een week geleden aan de terechtzitting heeft herinnerd. [verzoeker] was dus op de hoogte van de datum en het tijdstip van de terechtzitting. Het is haar niet bekend wat de reden is dat [verzoeker] niet aanwezig is. Ten aanzien van de crediteurenlijst heeft [A] verklaard dat de crediteurenlijst zoals bij het verzoekschrift is gevoegd juist is. Over de terugvordering van de [gemeente] heeft [A] verklaard dat [verzoeker] inkomen uit andere bronnen heeft genoten, wat door de gemeente is ingehouden op zijn uitkering. Op de vraag of er vanuit de gemeente een sollicitatieplicht op [verzoeker] rust heeft [A] geantwoord dat er vanuit de gemeente een traject genaamd ‘Groeien’ zal worden gestart. Als [verzoeker] tot dit traject wordt toegelaten, zal de gemeente hem vrijstellen van de sollicitatieplicht.
De behandeling ter zitting d.d. 11 oktober 2021
[verzoeker] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de vorige keer niet ter terechtzitting is verschenen, omdat hij niet lekker in zijn vel zat. Hij had geen zin om te komen. Volgens [verzoeker] heeft hij na een negatieve periode bij Dimence het licht gezien. De engelen liegen niet tegen hem. [verzoeker] volgt zijn eigen pad en hij is eigen baas. Wat het systeem zegt, geldt niet voor hem. De schuld aan de [gemeente] is ontstaan omdat hij inkomen heeft gegenereerd uit het leggen van kaarten. Hij weet niet of de schuld aan de [gemeente] door de beschermingsbewindvoerder is voldaan. [verzoeker] ontvangt een uitkering op grond van de Participatiewet. Door de gemeente is [verzoeker] vrijgesteld van de sollicitatieplicht, omdat hij een speciaal traject volgt. Over het nakomen van de sollicitatieplicht die geldt wanneer de wettelijke schuldsaneringsregeling van toepassing zou worden verklaard heeft [verzoeker] verklaard dat hij niet aan de sollicitatieplicht zal voldoen. [verzoeker] volgt het pad van God. Hij zal zich niet van dit pad laten leiden. Hij is geen slaaf in loondienst en zal niet solliciteren. Hij is schrijver, en is voornemens een gedichtenbundel uit te brengen. Volgens [verzoeker] zal hij dan genoeg inkomen genereren en is werken niet nodig.
De heer [B] heeft ter terechtzitting verklaard dat het belangrijk is dat de wettelijke schuldsaneringsregeling op [verzoeker] van toepassing wordt verklaard, zodat er een einde kan komen aan de schuldenproblematiek.
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat [verzoeker] niet aannemelijk heeft gemaakt de uit de wettelijke schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen naar behoren te kunnen nakomen om welke reden de rechtbank het verzoek zal afwijzen. De rechtbank overweegt daartoe het navolgende.
De schuldsaneringsregeling is een strenge regeling, waarbij de schuldenaar zich aan diverse verplichtingen zal moeten houden. Wanneer een schuldenaar niet fulltime werkzaam is, rust er een sollicitatieplicht op de schuldenaar. Daarnaast is er sprake van een inlichtingenplicht. Een schuldenaar dient gevraagd en ongevraagd alle inlichtingen aan de bewindvoerder te verstrekken die voor een goed verloop van de regeling noodzakelijk zijn. [verzoeker] heeft ter terechtzitting verklaard niet aan een sollicitatieplicht te zullen voldoen. Hij is naar zijn zeggen geen slaaf in loondienst. Daarnaast is [verzoeker] van mening dat hetgeen het systeem voorschrijft niet voor hem geldt. Hij bewandelt zijn eigen pad, met zijn eigen regels.
Gelet op vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat [verzoeker] niet over een saneringsgezinde houding beschikt. [verzoeker] heeft expliciet verklaard niet aan de verplichtingen die de regeling met zich brengt te gaan voldoen, om welke reden de rechtbank het verzoek zal afwijzen.
Gelet op vorenstaande zal het verzoek worden afgewezen op grond van artikel 288 lid 1, aanhef en onder c Faillissementswet.

De beslissing

de rechtbank:
- wijst het verzoek af.
Gewezen door mr. M.C. Bosch, lid van genoemde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 oktober 2021, in tegenwoordigheid van de griffier.