ECLI:NL:RBOVE:2021:4944
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek dwangakkoord in faillissementsprocedure na instemming schuldeisers
In deze zaak hebben verzoekers, [verzoeker 1] en [verzoeker 2], een verzoek ingediend tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling en tegelijkertijd een verzoek tot vaststelling van een dwangakkoord. Dit verzoek is behandeld op de zitting van 22 november 2021, waar zowel verzoekers als vertegenwoordigers van de verweerster, Qredits, aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een misverstand was ontstaan in het minnelijk traject, waarbij werd aangenomen dat alle schuldeisers, inclusief Qredits, hadden ingestemd met het aanbod. Echter, Qredits, die een aanzienlijk deel van de totale schuldenlast vertegenwoordigt, had niet ingestemd met het aanbod.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat het niet redelijk is om van Qredits te verlangen dat zij opnieuw meewerkt aan de sanering van de schulden van de onderneming van verzoeker 1. De rechtbank heeft twijfels over de levensvatbaarheid van de onderneming, gezien de herhaalde financiële problemen en de structurele schuldenlast die sinds 2008 aanwezig zijn. De rechtbank concludeert dat de belangen van Qredits niet onevenredig geschaad worden door de weigering om in te stemmen met het dwangakkoord, en dat de andere schuldeisers niet noodzakelijkerwijs beter af zouden zijn als het verzoek werd toegewezen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek om Qredits te bevelen in te stemmen met de schuldregeling afgewezen. Verzoekers zijn verzocht om uiterlijk 17 januari 2022 schriftelijk aan te geven of zij hun verzoeken tot toepassing van de schuldsanering willen handhaven of intrekken. De uitspraak is gedaan door mr. A.H. Margadant op 6 december 2021.