ECLI:NL:RBOVE:2021:4968

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
28 december 2021
Publicatiedatum
9 februari 2022
Zaaknummer
9309807 \ CV EXPL 21-2631
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S.J.S. Groeneveld - Koekkoek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekzaak met ambtshalve toetsing en schadevergoeding in een kredietkwestie

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel, is op 28 december 2021 een vonnis gewezen in een verstekzaak tussen T-Mobile Netherlands B.V. en de stichting Humanitas Financiële Hulpverlening. T-Mobile, vertegenwoordigd door Van Es gerechtsdeurwaarders & incasseerders, vorderde betaling van een bedrag van € 923,21, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De zaak betreft een ambtshalve toetsing na een tussenvonnis van 2 november 2021, waarin T-Mobile werd gevraagd zich uit te laten over verschillende juridische vragen, waaronder de naleving van artikel 6:230l BW en de kredietwaardigheid van de gedaagde partij.

T-Mobile stelde dat zij voldaan had aan haar informatieplichten en dat er sprake was van een 'zacht krediet', waardoor een kredietwaardigheidstoets niet nodig was. De kantonrechter oordeelde dat T-Mobile voldoende had aangetoond dat zij aan haar verplichtingen had voldaan. De kantonrechter wees de gevorderde wettelijke rente af, omdat deze was berekend over een te hoge hoofdsom, maar kende wel de buitengerechtelijke incassokosten toe. Humanitas werd veroordeeld in de proceskosten, die op € 720,44 werden begroot.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat Humanitas, in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van de betrokken persoon, het gevorderde bedrag aan T-Mobile moet betalen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer : 9309807 \ CV EXPL 21-2631
Vonnis van 28 december 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
T-MOBILE NETHERLANDS B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
eisende partij, hierna te noemen T-Mobile,
gemachtigde: Van Es gerechtsdeurwaarders & incasseerders Rotterdam,
tegen
de stichting
HUMANITAS FINANCIELE HULPVERLENING,
in de hoedanigheid van bewindvoerder over de (toekomstige) goederen van [betrokkene] ,
gevestigd en kantoorhoudende te Purmerend,
als formele procespartij in de plaats van:
[betrokkene]
geboren [1977] , wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen Humanitas,
vertegenwoordigd door Marlinda Troost.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 2 november 2021
- de akte na tussenvonnis van T-Mobile.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De kantonrechter blijft bij hetgeen in voormeld vonnis is overwogen en beslist.
2.2.
Bij tussenvonnis is T-Mobile in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de volgende vragen:
  • heeft T-Mobile voldaan aan de verplichtingen van artikel 6:230l BW?
  • Moet de kredietwaardigheid van [betrokkene] worden getoetst of is er sprake van een “zacht krediet”, waarbij een kredietwaardigheidstoets achterwege kan blijven?
  • Waarom worden er kosten voor een papieren factuur in rekening gebracht?
  • Waar is de gevorderde schadevergoeding op gebaseerd?
2.3.
T-Mobile heeft bij akte zich uitgelaten over deze vragen. T-Mobile heeft gesteld dat een medewerker bij het sluiten van een overeenkomst in de winkel de mogelijke contractvormen bespreekt en vervolgens de conceptovereenkomst ter plaatse opmaakt. De conceptovereenkomst kon ter plaatse door [betrokkene] worden doorgelezen. Alle in de overeenkomst opgenomen informatie is getoond aan [betrokkene] voor het sluiten van de overeenkomst, aldus T-Mobile. T-Mobile heeft verder gesteld dat er sprake is van een zacht krediet, omdat er geen kosten zijn berekend voor het krediet. Vervolgens heeft T-Mobile gesteld dat artikel 6:277 BW de grondslag vormt voor de gevorderde schadevergoeding en dat zij deze schadevergoeding heeft berekend aan de hand van het rapport Ambtshalve toetsing II/III. Tot slot heeft T-Mobile haar vordering verminderd met de kosten voor de papieren factuur voor een totaalbedrag van € 15,20.
2.4.
De kantonrechter is van oordeel dat T-Mobile voldoende heeft gesteld dat zij heeft voldaan aan haar wettelijke informatieplichten (artikel 6:230l BW). Verder volgt de kantonrechter T-Mobile in haar stellingen dat er sprake is van aan zacht krediet, zodat een kredietwaardigheidstoets achterwege kan blijven.
2.5.
Ten aanzien van de hoofdsom overweegt de kantonrechter als volgt. Naast de door T-Mobile doorgevoerde vermindering van eis, zal tevens een bedrag van € 15,20 aan kosten papieren factuur voor de factuur voor de maand juli in mindering worden gebracht.
Derhalve is een hoofdsom van € 883,21 toewijsbaar.
2.6.
De gevorderde wettelijke rente van € 23,68 zal worden afgewezen, nu deze is berekend over een te hoge hoofdsom, T-Mobile niet een renteberekening heeft overgelegd en het niet aan de kantonrechter is om een renteberekening te maken. De verdere wettelijke rente zal worden toegewezen over de kale hoofdsom vanaf de dag van de dagvaarding. De buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00 zullen wel worden toegewezen.
2.7.
Humanitas zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van T-Mobile worden begroot op:
- dagvaarding € 89,44
- griffierecht € 507,00
- salaris gemachtigde €
124,00(1 punt x tarief € 124,00)
Totaal € 720,44.

3.Beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt Humanitas, in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de (toekomstige) goederen van [betrokkene] , om aan T-Mobile tegen bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 923,21, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 883,21 vanaf 3 juni 2021 tot de dag van betaling;
3.2.
veroordeelt Humanitas, in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de (toekomstige) goederen van [betrokkene] , tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van T-Mobile tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 720,44;
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J.S. Groeneveld - Koekkoek, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 28 december 2021. (SK)