In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel, is op 28 december 2021 een vonnis gewezen in een verstekzaak tussen T-Mobile Netherlands B.V. en de stichting Humanitas Financiële Hulpverlening. T-Mobile, vertegenwoordigd door Van Es gerechtsdeurwaarders & incasseerders, vorderde betaling van een bedrag van € 923,21, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De zaak betreft een ambtshalve toetsing na een tussenvonnis van 2 november 2021, waarin T-Mobile werd gevraagd zich uit te laten over verschillende juridische vragen, waaronder de naleving van artikel 6:230l BW en de kredietwaardigheid van de gedaagde partij.
T-Mobile stelde dat zij voldaan had aan haar informatieplichten en dat er sprake was van een 'zacht krediet', waardoor een kredietwaardigheidstoets niet nodig was. De kantonrechter oordeelde dat T-Mobile voldoende had aangetoond dat zij aan haar verplichtingen had voldaan. De kantonrechter wees de gevorderde wettelijke rente af, omdat deze was berekend over een te hoge hoofdsom, maar kende wel de buitengerechtelijke incassokosten toe. Humanitas werd veroordeeld in de proceskosten, die op € 720,44 werden begroot.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat Humanitas, in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van de betrokken persoon, het gevorderde bedrag aan T-Mobile moet betalen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is uitvoerbaar bij voorraad.