11.De beslissing
niet-ontvankelijkverklaring
- verklaart het openbaar ministerie ter zake van het bij parketnummer 08-953126-17 onder 8 partieel en ter zake van het bij parketnummer 08-101186-18 onder 2 ten laste gelegde niet-ontvankelijk in zijn strafvervolging;
- verklaart bewezen dat verdachte de overige bij parketnummers 08-953126-17 en 08-101186-18 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt haar daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf:
opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel te duchten is;
feit 2
het misdrijf:
opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
feit 3 en 6, telkens
het misdrijf:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen (feit 6, meermalen gepleegd);
feit 4 en 5, telkens
het misdrijf:
opzetheling;
feit 7
het misdrijf:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
feit 8
het misdrijf:
eenvoudige belediging, meermalen gepleegd;
feit 1
het misdrijf:
opzettelijk bankbiljetten waarvan de valsheid hem bekend was toen hij ze ontving, uitgeven;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding [slachtoffer 10]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 10] (parketnummer 08-953126-17, feiten 4 en 5) van een bedrag van € 338,85 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 december 2017);
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 338,85,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 december 2017 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 6 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
schadevergoeding [slachtoffer 6]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 6] (parketnummer 08-953126-17, feit 6) van een bedrag van € 120,00 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 december 2017);
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 120,00,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 december 2017 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 2 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
schadevergoeding [slachtoffer 7]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 7] (parketnummer 08-953126-17, feit 6) van een bedrag van € 354,43 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 december 2017);
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 354,43,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 december 2017 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 7 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- verklaart verbeurd het inbeslaggenomen voorwerp, te weten het op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde voorwerp onder nummer 1.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.P.K. van Rosmalen, voorzitter, mr. M.J.G.B. Heutink en mr. W.B. Bruins, rechters, in tegenwoordigheid van L. Vedder, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 1 juli 2021.
Buiten staat
Mr. M.J.G.B. Heutink en mr. W.B. Bruins zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
08-953126-17
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2018100131. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3], nummer PL0600-2017318540-1 (pagina 80 tot en met 84), inhoudende, voor zover van belang:
Ik doe aangifte mede namens [slachtoffer 4] (bewoner van de [adres 1] 45 in Almelo) en [slachtoffer 5]. Ik woon aan de [adres 1]. Bij het portiek zijn vier woningen, nummer [adres 1]. Ik heb een scooter, een Aprilla SR Factory met kenteken [kenteken 1]. Op zondagavond 9 juli 2017 had ik mijn scooter afgesloten en onder de trap gestald. Rond 03.30 uur werd ik door de onderbuurvrouw van nummer [adres 1] geroepen. Ze stond in haar achtertuin te schreeuwen. Ik zag dat er rook hing in mijn woning. Toen ik de deur opende, zag ik alleen maar rook in de portiek. Ik zag ook nog vlammen beneden, daar waar mijn scooter stond. Het was te heet om via de trap te vluchten. Met behulp van de buurman van nummer [adres 1] ben ik met een ladder via het keukenraam naar buiten geklommen. Ik zag dat de scooter op de grond lag, volledig uitgebrand.
Het proces-verbaal brandoorzaakonderzoek/sporenonderzoek, nummer PL0600-2017318540-4 (pagina 85 tot en met 88), inhoudende, voor zover van belang:
Ik heb een onderzoek verricht in een portiek nabij woningen te [adres 1]. Hier is op 10 juli 2017 een brand ontdekt. Het betrof een portiek die toegang gaf tot vier woningen. Ik zag hier een scooter die geheel was aangetast door vuur. Ik zag dat de opgang/trap naar de eerste verdieping was aangetast door rookontwikkeling en vuur. De muren van de trapopgang waren ter hoogte van de verdiepingsvloer zwaar aangetast door vuur en/of rookontwikkeling. De hierboven gelegen deuren en het plafond waren zwaar aangetast door vuur. In de portiek waren de deur en de ruiten zwaar beschadigd door vuur. Het was niet geheel onmogelijk dat door warmteoverdracht en/of rookontwikkeling hierdoor brand en/of rookschade had kunnen ontstaan aan meerdere woningen of nabijgelegen woning.
De bewoners van [adres 1] hebben door deze brand aanzienlijk gevaar gelopen om bij deze brand zwaar gewond te raken of zelfs het leven te laten. Het meest aannemelijke was dat de brand was ontstaan door het opzettelijk bijbrengen en/of achterlaten van vuur in enigerlei vorm op, in of nabij de scooter.
3.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2], nummer PL0600-2017318540-11 (pagina 92 tot en met 95), inhoudende, voor zover van belang:
[verdachte] heeft mij verteld dat hij een scooter in brand heeft gestoken bij hem in de buurt. Hij heeft deze scooter in brand gestoken omdat hij deze scooter niet aan de praat kreeg. Deze scooter stond bij een flat aan de [adres 1], in de buurt van het winkelcentrum in de [locatie 2]. Hij heeft de scooter met benzine in brand gestoken.
4.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1], nummer PL0600-2017350670-12 (pagina 129 tot en met 131), inhoudende, voor zover van belang:
Ik weet dat [verdachte] een scooter wilde stelen en dat dit niet lukte. Hij heeft toen die scooter in de fik gestoken, in het winkelcentrum [locatie 2]. Het was naast een woning.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2], nummer PL0600-2017489427-1 (pagina 109 tot en met 110), inhoudende, voor zover van belang:
In de nacht van 21 oktober 2017 op 22 oktober 2017 is brand gesticht voor de hoofdingang van het winkelpand van Albert Heijn aan [adres 4]. Op 21 oktober 2016 omstreeks 20.30 uur heeft het laatste personeelslid het pand verlaten. Toen was er niets aan de hand. De volgende ochtend omstreeks 10.00 uur kwam het eerste personeelslid weer bij de winkel. Toen zagen we de schade die bij de vooringang van de winkel was ontstaan door de brand. Er is schade aan de roldeur die de hoofdingang afsluit.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1], nummer PL0600-2017489427-3 (pagina 111 tot en met 112), inhoudende, voor zover van belang:
Ik bekeek camerabeelden van Albert Heijn, gelegen aan [adres 4], van 22 oktober 2017. Ik zag op de beelden dat om 05.12.22 uur een man richting de toegangsdeur van de Albert Heijn liep. Ik zag dat de man een frisdrankfles in zijn hand droeg. Ik zag dat de man de frisdrankfles op de grond zette. Ik zag dat de man met zijn rechterhand in de richting van de fles bewoog en dat er vervolgens een vonk ontstond. Ik zag dat de fles om 05.13.38 uur brandde en dat de man wegrende. Ik zag dat er hoge vlammen ontstonden die tegen het winkelpand van Albert Heijn aankwamen.
3.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3], nummer PL0600-2017505448-2 (pagina 137 tot en met 139), inhoudende, voor zover van belang:
Tegen het einde van oktober (de rechtbank begrijpt: oktober 2017) was ik met [getuige 4] bij [verdachte] thuis. [verdachte] zei dat hij brand wilde stichten. Hij nam een leeg flesje bier, wc papier en benzine mee. Hij nam het in een tas mee naar buiten.
4.
Het proces-verbaal ter terechtzitting van 18 februari 2021, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 3]:
Volgens mij was de brand bij de Albert Heijn in Almelo rond september/oktober 2017. Ik was die avond met [verdachte] en [getuige 4] . We stonden bij de Albert Heijn en [verdachte] haalde een bierflesje en een sok uit zijn tas. Hij stak het aan en er ontstond een vlammetje.
5.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4], nummer PL0600-2017505448-3 (pagina 140 tot en met 141), inhoudende, voor zover van belang:
Ik heb niet gezien dat [verdachte] de brand heeft gesticht bij de Albert Heijn op de [locatie 2], maar ik weet wel dat hij zei dat hij brand wilde stichten en dat hij een tas bij zich had met allemaal spullen.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 3], nummer PL0600-2017505448-1 (pagina 133 tot en met 134), inhoudende, voor zover van belang:
Ik doe aangifte namens AWS Beter Wonen en mijn vriend [slachtoffer 9]. Aan de muur van de woning van de onderburen van [slachtoffer 9] bevindt zich een brievenbus. Op 29 oktober 2017 omstreeks 02.00 uur was de brievenbus in goede staat. Op 29 oktober 2017 hoorde ik een harde knal. Die morgen zag [slachtoffer 9] dat de brievenbus was vernield. De hele voorkant lag er af. Er lagen alleen een paar kleine stukjes op de grond. Er was kruit te zien en het rook naar vuurwerk.
2.
Een geschrift, te weten een weergave van WhatsApp-berichten tussen de telefoonnummers [telefoonnummer 3] en [telefoonnummer 5] (pagina 136), inhoudende, voor zover van belang:
3.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], nummer PL0600-2017489427-6 (pagina 123 tot en met 128), inhoudende, voor zover van belang:
V: Klopt het dat jij in de periode van oktober 2017 tot december 2017 het telefoonnummer [telefoonnummer 1] hebt gebruikt?
A: Ja.
4.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3], nummer PL0600-2017505448-2 (pagina 137 tot en met 139), inhoudende, voor zover van belang:
Ik weet ook iets over een vernieling van een brievenbus. [verdachte] stuurde mij een foto van een brievenbus die zwart was, de deur was er half uit. Hij heeft mij toen iets gestuurd over dat hij de brievenbus van die peedo had opgeblazen. Met die peedo bedoelde [verdachte] [slachtoffer 9].
In die tijd was mijn telefoonnummer [telefoonnummer 2].
5.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4], nummer PL0600-2017505448-3 (pagina 140 tot en met 141), inhoudende, voor zover van belang:
Die nacht van de brand bij de Albert Heijn (de rechtbank begrijpt: de nacht van 21 op 22 oktober 2017) was ik samen met [getuige 3] bij [verdachte] . [verdachte] zei toen dat hij de brievenbus van [slachtoffer 9] in de fik wilde steken.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 10], nummer PL0600-2017546808-1 (pagina 150 tot en met 151), inhoudende, voor zover van belang:
Tussen 26 november 2017 18.30 uur en 27 november 08.30 uur is mijn snorfiets weggenomen. De snorfiets stond afgesloten voor mijn woning aan de [adres 1].
Merk/type: Peugeot Fight
Kenteken: [kenteken 2]
Chassisnummer: [nummer]
2.
Het proces-verbaal ter terechtzitting van 17 juni 2021, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte [verdachte]:
Ik heb de scooter gekocht van [getuige 2] . Ik deed best veel zaken met hem. Hij heeft mij vaker in de problemen gebracht met een gestolen scooter.
3.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2] en [verbalisant 3], nummer PL0600-2017566514-3 (pagina 153 tot en met 154), inhoudende, voor zover van belang:
Op 9 december 2017 zagen wij een scooter voor de woning aan [adres 2] staan, voorzien van kenteken [kenteken 2]. Het kenteken bleek te horen bij een Peugeot en stond als gestolen gesignaleerd. Wij zagen dat het kentekenplaatje op een Hyosung Rush bevestigd zat. Wij belden aan bij nummer [adres 2]. De voordeur werd geopend door [naam 5]. Zij vertelde dat de scooter van haar broer [verdachte] was.
4.
Een geschrift, te weten een weergave van Facebook-berichten tussen [slachtoffer 10] en verdachte (pagina 157), inhoudende, voor zover van belang:
5.
Een geschrift, te weten een weergave van WhatsApp-berichten tussen [telefoonnummer 3] en [telefoonnummer 4], inhoudende, voor zover van belang:
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
6.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], nummer PL0600-2017546808-3 (pagina 167 tot en met 171), inhoudende, voor zover van belang:
Telefoonnummer [telefoonnummer 1] is mijn oude nummer.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6], nummer PL0600-2017580375 (pagina 175 tot en met 177), inhoudende, voor zover van belang:
Ik woon aan [adres 2]. Tussen 17 december 2017 19.45 uur en 18 december 2017 07.30 uur is de rechter voorband van mijn auto lek gestoken. Er zijn minstens tien steken te vinden.
2.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 7], nummer PL0600-2017579750 (pagina 178 tot en met 180), inhoudende, voor zover van belang:
Ik woon aan [adres 3]. Tussen 17 december 2017 19.00 uur en 18 december 2017 08.00 uur zijn er twee banden aan de rechter kant van mijn auto lek gestoken.
Een geschrift, te weten een weergave van WhatsApp-berichten tussen [telefoonnummer 3] en [telefoonnummer 4] (pagina 181), inhoudende:
4.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], nummer PL0600-2017489427-6 (pagina 123 tot en met 128), inhoudende, voor zover van belang:
V: Klopt het dat jij in de periode van oktober 2017 tot december 2017 het telefoonnummer [telefoonnummer 1] hebt gebruikt?
A: Ja.
5.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], nummer PL0600-2017580375-3 (pagina 182 tot en met 185), inhoudende, voor zover van belang:
U vertelt mij dat ik word verdacht van vernieling van autobanden op de [locatie 2] in de nacht van 17 op 18 december 2017. Ik heb die twee auto’s wel gedaan.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1], nummer PL0600-2017582772-1 (pagina 186 tot en met 187), inhoudende, voor zover van belang:
Op 9 december 2017 heeft er een persoon met een scooter getankt zonder te betalen. Ik heb de camerabeelden van het tanken zonder betalen op Facebook geplaatst. Al snel kreeg ik via Facebook/Messenger persoonlijke berichten dat de persoon die tankte [verdachte] heette. Later kreeg ik via Messenger een wel heel erg dringend en dreigend verzoek. In het bericht stond: 'Beter haal je alle reacties weg voordat ik u komt vermoorden', 'Ik heb u adres wacht u maar af wat er met u gaat gebeuren'.
2.
Het proces-verbaal ter terechtzitting van 17 juni 2021, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte [verdachte]:
U bespreekt met mij feit 7. Het klopt dat ik die berichten heb gestuurd.
08-101186-18
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2017350670. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2], nummer PL0600-2017350670-1 (pagina 9 tot en met 13), inhoudende, voor zover van belang:
Ik ben eigenaar van [bedrijf]. Op 27 juli 2017 om 01.55 uur heeft mijn werknemer, [naam 6], een bestelling bezorgd op het adres [adres 5]. [naam 6] heeft op dat adres een bankbiljet van 50 euro gekregen. [naam 6] heeft in de zaak de portemonnee afgegeven aan mijn andere werknemer [naam 7]. [naam 7] heeft het geld in de kassa gedaan. Deze ochtend, 27 juli omstreeks 11.30 uur, heb ik de kassa opengemaakt. Ik zag dat er één bankbiljet van 50 euro in de kassa zat. Ik zag dat dit een vals bankbiljet was. Ik zag dat aan de maat en aan het ontbreken van meerdere kenmerken.
De klantgegevens van deze bestelling zijn: [verdachte], [adres 5], [telefoonnummer 1]. Ik heb daarop de klant gebeld. Er nam een persoon op. Ik heb die persoon gezegd dat er met vals geld was betaald vannacht. Hierop verbrak die persoon de verbinding.
2.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 6] bij de rechter-commissaris op 31 maart 2021 en 21 april 2021, inhoudende, voor zover van belang:
Op 27 juli 2017 hielp ik mijn vriend [slachtoffer 2] in zijn restaurant [bedrijf]. Ik was die dag naar de [adres 5] gegaan. Ik had al een briefje van 50 en voor deze bestelling heb ik van een jongen een tweede briefje van 50 gekregen. Dat was een oud biljet. Mijn baas had de gewoonte om oude briefjes te controleren. Dat kon wel eens vals geld zijn. Toen zijn alle collega’s bij elkaar geroepen en is geconstateerd dat het vals geld was.
3.
Het verhoor van verdachte [getuige 1], nummer PL0600-2017350670-12 (pagina 24 tot en met 26), inhoudende, voor zover van belang:
Ik woon aan de [adres 5]. U zegt dat er in juli 2017 iets is voorgevallen in mijn woning. [verdachte] was die avond/nacht bij mij in huis. Hij zei dat hij honger had. Hij heeft op mijn telefoon bij thuisbezorgd.nl gekeken wat er nog open was. Ik heb gehoord dat [verdachte] zijn eigen mobiele nummer heeft doorgegeven. [verdachte] betaalde de bezorger. Ik weet dat hij met één of meerdere bankbiljetten heeft betaald. Toen [verdachte] en ik boven ware, werd [verdachte] gebeld. Ik zag dat [verdachte] dit gesprek wegklikte. Ik hoorde [verdachte] zeggen dat hij die bezorger had opgelicht. [verdachte] zei tegen mij dat hij met vals geld had betaald. [verdachte] zei tegen mij dat hij een gestolen scooter had geruild tegen onder andere nepgeld.
4.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], nummer PL0600-2017546808-3 (pagina 167 tot en met 171), inhoudende, voor zover van belang:
Telefoonnummer [telefoonnummer 1] is mijn oude nummer.