In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 3 februari 2021, is een kort geding aan de orde waarin de vrouw (eiseres in conventie) een gebieds- en straatverbod vordert tegen de man (gedaagde in conventie). De vrouw stelt dat de man niet in de nabijheid van haar woning en de school van hun minderjarige kind mag komen. Daarnaast vordert zij dat de man niet in contact met haar mag treden en dat de zorgregeling voor hun kind wordt geschorst. De man, bijgestaan door zijn advocaat, voert verweer en vordert in reconventie dat de vrouw medewerking verleent aan een voorlopige zorgregeling, waarbij hij het kind eenmaal per veertien dagen bij zich kan hebben.
Tijdens de zitting op 27 januari 2021 zijn partijen tot een vergelijk gekomen. De voorzieningenrechter heeft het vonnis bepaald op 3 februari 2021. In het vonnis is bepaald dat de man zich niet mag bevinden binnen een straal van 500 meter van de woning van de vrouw en de school van het kind, en dat hij geen contact met de vrouw mag opnemen, behalve in het kader van de zorg voor het kind. Tevens is de bestaande omgangsregeling geschorst en is er een nieuwe regeling vastgesteld die ingaat op 6 februari 2021 en loopt tot 23 maart 2021.
De voorzieningenrechter heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissingen onmiddellijk van kracht zijn, ook al kan er nog hoger beroep worden ingesteld.