In deze zaak heeft eiser, de ouder van een meervoudig gehandicapte zoon, een aanvraag ingediend voor woningaanpassingen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Hengelo, omdat de woning niet voldeed aan de eisen die aan een veilige opvang van de zoon gesteld konden worden. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting is gebleken dat de woning van eiser in een slechte staat van onderhoud verkeert, wat de noodzaak voor de gevraagde aanpassingen beïnvloedt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de woning eerst in goede staat moet worden gebracht voordat er kan worden beoordeeld welke aanpassingen noodzakelijk zijn. De rechtbank oordeelt dat de door de ergotherapeut voorgestelde aanpassingen niet alleen noodzakelijk zijn vanwege de staat van de woning, maar ook omdat ze niet gangbaar zijn in woningen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, omdat de huidige staat van de woning geen redelijke bijdrage zal leveren aan de opvang van de zoon. Eiser kan pas opnieuw een aanvraag indienen nadat de woning is gerenoveerd.