Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[verzoeker 1] ,en
[verzoeker 2],
beiden wonende te [woonplaats] ,
VERENIGING VAN EIGENAARS GEBOUW [X],
gevestigd te [plaats] ,
1.De procedure
2.De feiten
De voorzitter geeft een korte uitleg over het plan. Als het plan gereed is, zullen alle eigenaren dit toegezonden krijgen.
Aan de verlening van deze vergunning worden de volgende voorschriften verbonden
3.Het verzoek
4.De beoordeling
8853695 CV EXPL 20-4696 dat de VvE in april 2000, en ook nadien, geen toestemming heeft verleend voor het plaatsen van de door [verzoeker 1] aangebrachte zonwering, wordt toegekomen aan de inhoudelijke behandeling van dit verzoek.
Bij de vraag of zonder redelijke grond toestemming is geweigerd, zijn de omstandigheden van het geval van belang, zodat niet geheel kan worden voorbijgegaan aan de belangen van de verzoeker. De bewoordingen van artikel 5:121 BW noch de wetsgeschiedenis van dat artikel wijzen op een marginale toetsing van het besluit van de VvE. Dat betekent dat de belangen van de verzoeker mede bepalen of sprake is van een weigering zonder redelijke grond. Dit staat evenwel niet gelijk aan een volledig open belangenafweging waarin de individuele wensen van de verzoeker in alle opzichten even zwaar wegen als de belangen en motieven van de overige eigenaren (Hof Arnhem-Leeuwarden 14 november 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:8783).