In deze beschikking van de Rechtbank Overijssel, enkelvoudige economische raadkamer, wordt het klaagschrift van klager behandeld dat strekt tot teruggave van een mobiele kraanwagen en een paardentrailer, die op 2 november 2021 door het Agentschap Telecom in beslag zijn genomen. Klager stelt eigenaar te zijn van beide voorwerpen en verzoekt om teruggave. De rechtbank heeft op 5 januari 2022 de zaak behandeld, waarbij de officier van justitie en de raadsvrouw van klager aanwezig waren. Klager heeft ter zitting verklaard dat hij de paardentrailer van zijn nicht heeft geleend, die de rechtmatige eigenaar is. De rechtbank oordeelt dat klager niet-ontvankelijk is in zijn verzoek tot teruggave van de paardentrailer, omdat hij niet als belanghebbende kan worden aangemerkt. Voor wat betreft de mobiele kraan stelt de rechtbank vast dat deze is gebruikt in strijd met de Telecommunicatiewet, aangezien deze als zendmast heeft gefunctioneerd. De rechtbank concludeert dat het belang van de strafvordering zich verzet tegen teruggave van de mobiele kraan, omdat het niet onwaarschijnlijk is dat de strafrechter later zal oordelen dat de kraan onttrokken moet worden aan het verkeer. De rechtbank verklaart het klaagschrift voor de paardentrailer niet-ontvankelijk en voor de mobiele kraan ongegrond.